Zondag 28 juli 2019

FOCUS HAD 'SYLVIA' MEDE TE DANKEN AAN RAMSES SHAFFY

Stel dat de studiomuzikanten Thijs van Leer en Jan Akkerman niet samen waren opgeroepen voor de opname van de kerstsingle 'Vier Ballen En Een Piek' van Neerlands Hoop, het nationale startpunt voor Freek de Jonge en Bram Vermeulen. Dan had Focus waarschijnlijk nooit het daglicht gezien en was de muziekwereld verstoken gebleven van prachtige composities als ‘House of the King’, ‘Hocus Pocus’  en vooral ‘Sylvia’. Gelukkig besliste de voorzienigheid anders en zodoende kon heel Blommenkinders minnend Roosendaal zondag vroeg in de avond in het park Vrouwenhof  lekker wegdromen bij deze evergreens. Focus in deze bezetting is voor de helft authentiek. Gitarist Menno Gootjes en basgitarist Udo Pannekeet zijn van een iets latere tijd, maar Thijs van Leer (hammondorgel, dwarsfluit en zang) en Pierre van der Linden (drums) zijn synoniem voor Focus. 
Dat Sylvia ondanks de bewolkte lucht ook deze zomeravond in het park Vrouwenhof zo zwoel klonk, is te danken aan de zangeres Sylvia Alberts, in zijn jonge jaren een belangrijke inspiratiebron voor Thijs van Leer. Hij had rond zijn twintigste dankzij Het Amsterdamsch Studenten Corps en de Amsterdamsche Vrouwelijke Studentenvereeniging een rol gekregen in een klassieker van John Webster, een stuk dat bedoeld was als openingsvoorstelling voor een nieuw theater. Van Leer was daarin de beul, en hij kreeg ‘de edele taak’ om zowel de Hertog, de zwangere Hertogin als de Kardinaal om zeep te helpen. Het gezelschap repeteerde dat stuk in Felix Merites in Amsterdam. Van een vriendin kreeg Van Leer de tip om Ramses Shaffy eens te vereren met een telefoontje.  Shaffy, toen al een redelijke grootheid in Amsterdam, had voor zijn nieuwe project ‘Shaffy Cantate’ al twee meisjes en twee jongens geauditeerd die als een soort ‘The Mamas & The Papas’ wat Flower Power aan het geheel moesten geven, en daarmee was de bezetting eigenlijk wel rond. Toch besloot van Leer een kans te wagen. Hij belde Ramses met de mededeling: “Ik denk dat ik bij uitstek geschikt ben voor uw groep’. Gespannen wachtte hij de reactie af. ‘Nou, kom dan maar direct, je hebt een half uur om te laten zien wat je kan’.  Twee maanden daarvoor had Van Leer de laatste ‘Shaffy Chantant’ in het Concertgebouw gezien en wist meteen: Dit is totaal theater, iets dat in Nederland tot dan toe onbekend was. Ramses paradeerde afgekleed met bretels over het podium en Liesbeth List sprong in het oog met een Frank Govers creatie. ‘Alles was organisch, ingrijpend en wezenlijk evolutionair, en niet revolutionair, maar het zag er wel zo uit. Dankzij dat programma werd Ramses door velen beschouwd als de ongekroonde cultuurkoning van Amsterdam, en dat liet het ‘lijdend voorwerp’ zich graag aanleunen’, zei Van Leer daar later over in een interview. Hoe de auditie bij Ramses thuis is verlopen, liet hij in het ongewisse. Maar The Mamas and The Papas in ‘Shaffy Cantate’ werden uiteindelijk gevormd door Marjol Flore, Eelko Nobel, Sylvia Alberts en Thijs van Leer. De laatste twee hebben het ongetwijfeld heel gezellig met elkaar gehad onder de vleugels van Ramses. Indien die vriendin van weleer die gouden tip niet had gegeven, en Ramses het niet in Thijs van Leer had zien zitten, was de wereldhit ‘Sylvia’ ongetwijfeld nooit geboren, want dan was Sylvia Alberts niet op zijn pad gekomen. Gelukkig liep het allemaal anders. ‘Sylvia’, dat dateert uit 1972, verscheen in dat zelfde jaar op het album ‘Focus 3’. De single, die in 1973 werd uitgebracht, is nog immer de grootste internationale hit van Focus. Later ging ‘Sylvia’ tijdens concerten over in ‘Hocus Pocus’.  De Blommenkinders kregen het nummer deze avond echter pur sang op het bordje.  Dat alles mag dan bijna een halve eeuw geleden zijn, Focus in deze bezetting teert niet uitsluitend op oud repertoire. Er wordt zelfs gewerkt aan een compleet nieuw album, getiteld  ‘Focus XL’. ‘Hocus Pocus’ leeft nog op andere manieren voort. Nike gebruikte het nummer in de commercial tijdens het WK Voetbal in 2010, ook is het te horen in de remake van de Amerikaanse sciencefictionfilm ‘Robocop’.


Zondag 28 juli 2019

JAN BOEZEROEN HAD GEEN OOG VOOR DE FLES, WEL VOOR FANS

‘Een man mag niet huilen’, ….maar wel zuipen’, voelde Jacques Herb de stemming op het groene gras van park Vrouwenhof feilloos aan. Daarmee bracht hij onbedoeld het publiek vast in de stemming voor het optreden van Jan – De Fles- Boezeroen, dat na hem aan de overzijde van het veld gepland stond. Zoals te verwachten viel trok het festival ‘Mooi was die tijd’ zaterdagavond een groot aantal oudere jongeren naar het oudste stadspark van Roosendaal. Maar er waren toch ook heel wat vertegenwoordigers van de categorie ‘dertig min’ die zich een lekker avondje gezellig meezingen niet lieten ontgaan. Omdat Pluvius niet goed wist wat met het weer boven Roosendaal aan te vangen, hadden de meeste bezoekers voor de zekerheid een opvouwbaar parapluutje meegenomen. Herb refereerde via het door hem zelf geschreven nummer ‘De Toreador’ aan zijn ontdekker Pierre Kartner. Die zag dankzij de Avro op televisie hoe hij met het lied over de stierenvechter een talentenjacht in Scheveningen won, niet veel later hing de hitgevoelige vader in Huize Herb aan de telefoon. Een jaar later bewerkte Kartner ‘Manuela’ voor Herb, een lied dat sindsdien zijn handelsmerk is.  
‘Manuela is altijd de belangrijkste publiektrekker geweest. In feite teer ik al bijna vijftig jaar op dat nummer. Je kunt rustig zeggen dat Jacques Herb synoniem is voor Manuela. Het nummer stond in 1971 veertig weken in de Top 40, waarvan acht weken op nummer 1. Er werden 300.000 singles van verkocht. Ergens is dat ook wel een beetje jammer, want ik kan natuurlijk veel meer. Ik zing ook opera, operette en musicalrepertoire. Maar ja, daar zitten de meeste mensen niet op te wachten. Ze willen Manuela horen en nog een paar andere bekende meezingers. Dus die zing ik dan maar. Je staat er toch uiteindelijk voor je publiek, nietwaar’, aldus Jack van Herp, zoals hij op 28 mei 1946 in Rotterdam ter wereld kwam. De genoemde ballads klinken nog steeds hartverscheurend mooi uit zijn mond. Daarom is het des te jammer dat zijn andere repertoire zelden of nooit aan bod komt. Ik heb directeur Jan-Hein Sloesen van de Roosendaalse cultuurcluster al vaker voorgesteld om eens wat matineevoorstellingen op de zondagmiddag te organiseren, waarin de ‘toppers van toen’ de kans krijgen om zich eens van een heel andere kant aan het publiek te laten zien. Het wachten is echter nog steeds op de witte rook. Herb heeft in de 21e eeuw slechts kans gezien om één single uit te brengen, het gevoelige ‘Maar Nu’ (2016). Hij bracht dit lied over ‘prettig oud(er) worden’ met verve. Niks achter de geraniums zitten. De oudere van nu flirt nog ‘gewoon’ met jonge meiden alsof de klok voor hem heeft stilgestaan, en waarom zou je met je benen vol levenservaring niet ‘gewoon’ van de hoge duikplank springen en in de snelste auto’s rijden. Leuk dat ‘Rocky’ ook weer eens voorbij kwam, en dat riep uiteraard de vraag op hoe het met Don Mercedes (de originele vertolker), oftewel Rob van Bommel gaat. In 1976 moest Rocky alleen verder met zijn kleine meisje na het vroegtijdig overlijden van zijn geliefde. Wikipedia weet als recentelijk wapenfeit alleen te vermelden dat in 2011 voor het eerst in 30 jaar een nieuw album van Don Mercedes verschenen is.
Nadat  ‘Manuela’ verstomd was, besefte het Vrouwenhofpubliek razendsnel dat het geluk weliswaar heel dichtbij was geweest, maar dat het nu tijd werd om zich naar de overzijde te verplaatsen, want iedereen wilde Jan Boezeroen uiteraard wel van dichtbij zien. Diverse bezoekers waren voorzien van een eigen van huis meegebracht zitje. Sommigen schroomden zelfs niet om de lange parkbanken achter zich aan te slepen richting podium. Boezeroen, ogend als een iets jongere versie van Jan Mol, had er duidelijk zin in.  Johnny Goverde, zoals hij op 2 oktober 1933 geboren werd, scoorde in de jaren zeventig en tachtig diverse Nederlandstalige hits onder de hoede vanJack de Nijs/Jack Jersey. Zijn landelijke doorbraak beleefde hij met ‘De Fles’ in 1970 (volgend jaar dus een jubileumfeestje), waarvan de tekst geschreven werd door de Amsterdamse zanger Henk Paauwe. Die evergreen passeerde uiteraard de revue, maar er gingen heel wat gezellige meezingers en droevige cafeballads aan vooraf. ‘Ze zeggen’ werd net zo enthousiast meegezongen als ‘De Fles’. Boezeroen had naast zijn zangcarriere ook muziekzaken in Steenbergen en Zevenbergen.  Zijn dochter Kitty Goverde maakte naam als tonpraatster, wat haar diverse prijzen opleverde, waaronder de Zilveren Narrenkap. ‘Na ‘De Fles’ zocht Boezeroen nog even een geschikt plekje om die trouwe vriend soldaat te maken en waar kun je dan beter terecht dan in een echt Brabants cafeke, zo’n lekker ouderwets knijpke. Toen de fles geledigd was, werd de zanger bedolven onder fans die zijn handtekening en/of een selfie met hem wilden. Boezeroen ging daarvoor letterlijk door de knieen en ja, als een 85-jarige eenmaal zover is neder gedaald, staat hij niet zo snel meer op. De veteraan had aanvankelijk dus helemaal geen oog voor presentator Rene Bruijnincx die minuten lang moest wachten met een blos bloemen in de ene en …notabene… een fles in zijn andere hand. De bekende Roosendaler Gé Nollen maakte dankbaar van de gelegenheid gebruik om Boezeroen de hand te schudden en even ferm toe te spreken. ‘Maar Jan is dan ook een volle neef van mij’, lichtte hij even later glunderend toe. Toen alle plichtplegingen eindelijk gedaan waren, maakte het publiek zich aan de overzijde op voor de komst van Imca Marina. De Groningse zangeres mocht haar entree dan wel maken met ‘Viva Espana’, Pluvius vond het op dat moment welletjes. Niet veel later barstte de regenbom boven Roosendaal. ‘Mooi was die tijd’ was even mooi geweest, maar op dat moment moest ik het parkconcert voor gezien houden. Zondag is er gelukkig nog de BlommenkindersParty, met onder meer Focus en de Jan Rot Band. De artiesten die ik zaterdag gemist heb, Bonnie St. Clair, Corry Konings en Ria Valk, zie ik graag net als Jacques Herb aan het werk in de concertjes zoals voorgesteld aan Jan-Hein Sloesen.


Woensdag 24 juli 2019

KUNNEN OUDEREN ECHT ZO SLECHT TEGEN DE HITTE?

Nu het Gezondheidsinstituut RIVM het Nationaal Hitteplan voor heel Nederland heeft afgekondigd wijst het instituut er nog maar eens op dat de hoge temperaturen, die wel kunnen oplopen tot veertig graden, voor mensen met een kwetsbare gezondheid tot problemen kunnen leiden. ‘Vooral voor ouderen, baby’s, chronisch zieken, mensen met overgewicht en mensen in verzorgingshuizen is hitte gevaarlijk. Zij en hun verzorgers moeten alert zijn op uitdroging en oververhitting en vooral goed letten op symptomen van oververhitting, zoals vermoeidheid, concentratieproblemen, duizeligheid en hoofdpijn. Uitdroging kan leiden tot kramp, misselijkheid, uitputting, flauwte en bewusteloosheid’, stelt het instituut.
Pieter Koolwijk, universitair docent bij de afdeling Fysiologie van de Vim, zegt dat er inderdaad aanwijzingen zijn dat mensen wat minder goed tegen hitte kunnen als ze ouder worden. ‘Naarmate je leeftijd vordert, neemt het vermogen van het lichaam af om zich aan te passen aan een warme omgeving. De een merkt daar meer van dan de ander, maar veroudering van het lichaam heeft ontegenzeggelijk invloed op de wijze waarop warmte wordt ervaren. Het menselijk lichaam kent twee temperaturen: een kerntemperatuur, waarbij de interne organen het beste functioneren, en een zogeheten schiltemperatuur - de temperatuur van onder meer huid, armen, benen en neus. De kerntemperatuur moet zoveel mogelijk op een constant niveau van 37 graden Celsius worden gehouden. Als de temperatuur in het lichaam oploopt, gaat het warmte afstaan. Dat gebeurt via de huid’.
‘Bloedvaten in de huid gaan open staan, waardoor er meer warm bloed naar de huid stroomt. De temperatuur van de huid is lager dan de kerntemperatuur van het lichaam: zo'n 32, 33 graden Celsius. De warmte in het bloed kan via de huid worden afgegeven. De huid werkt als een radiator. Als mensen het warm krijgen, gaan ze zweten. De zweetklieren produceren vocht dat op de huid verdampt. Die verdamping onttrekt warmte aan de huid. Deze reguleringsmechanismen verliezen met het klimmen der jaren aan effectiviteit. Bij ouderen worden de bloedvaten wat stijver, die daardoor minder goed functioneren. De doorbloeding van de huid wordt minder. Bij ouderen vermindert ook de hoeveelheid zweetklieren. Dit komt doordat afgestorven cellen in mindere mate worden vervangen door nieuwe. Bij een mindere hartfunctie kan er minder bloed naar de organen worden gepompt. En is er in het hele lichaam wat minder doorbloeding - ook in de huid. Bloedvaten in de huid zullen wat dichtgeknepen worden om te bloeddruk te handhaven. Ook dat beperkt het afstaan van warmte', legt Koolwijk uit.
Gek genoeg merk ik daar in de huiskamer waar mijn moeder in Huize St. Elisabeth verblijft, helemaal niets van. De huiskamer is voorzien van de nodige koelingselementen en de eigen kamer van mijn moeder is sinds dinsdag uitgerust met twee ventilatoren en een aircosysteem. Ze voelt zich daar kiplekker bij. Al vanaf de dag dat ze daar voor het eerst voet over de drempel zette, heb ik directie, management en ook minister De Jonge van Volksgezondheid erop geattendeerd dat een adequaat klimaatbeheersingssysteem absoluut prioriteit diende te krijgen, wat gelukkig niet zonder gevolg is gebleven. Het liefst van een niveau dat vergelijkbaar is met de systemen die in supermarkten worden toegepast, zo bepleitte ik nog. Niet veel laten sloeg de lang aanhoudende horrorzomer van 2018 toe, waar we nu naar ik mag hopen een niet al te lang vervolg van gepresenteerd krijgen. Zorginstellingen zijn nu eenmaal geen supermarkten en de gebouwen waarin deze gevestigd zijn, lenen zich ook niet zo gemakkelijk voor een overkoepelend klimaatbeheersingssysteem. Dat heb ik van diverse betrokken partijen inmiddels begrepen. Toch heb ik minister De Jonge nogmaals op het hart gedrukt hier zo snel mogelijk studie naar te laten verrichten, want deze zomers zijn nog maar een voorproefje van wat ons in de (naaste) toekomst te wachten staat.  Maar de airco en de ventilatoren voldoen voorlopig prima,  dus laten we hopen dat met augustus in zicht ook deze horrorspeldeprik snel tot het verleden behoort. Mijn ervaring is dat niet teveel over de hitte praten, maar gewoon doorgaan met je dagelijkse beslommeringen en bezigheden bijdraagt aan hittebestendigheid. Gelukkig is het vaste meezinguurtje in St. Elisabeth woensdagochtend gewoon doorgegaan, als vanouds werd er hartstochtelijk meegezongen op die overbekende liedjes van toen. Daarom betreurde ik het op het mededelingbord te te moeten lezen dat het muzikale uitje op donderdagmiddag zonder enige toelichting en ruggenspraak met betrokkenen is afgelast.  Restaurant ’t Trefpunt was woensdagochtend qua temperatuur het beste plekje in St. Elisabeth om te vertoeven en dat zal donderdagmiddag niet anders zijn. Eventueel had de actieve muzikale presentatie van de middag naar de ochtend verplaatst kunnen worden. Een activiteit afgelasten voor ouderen die toch al zo weinig om handen hebben en echt uit kijken naar dit soort schaarse momenten, was in dit geval wel erg kort door de bocht. Geef de bewoners in ieder geval de keus!  Zorg mag nooit overgaan in betutteling. Opvallend is wel dat deze act vorig jaar ook slachtoffer werd van het hitteprotocol.
Diverse van onze voorouders hebben hun leven lang in Nederlands-Indië doorgebracht en voor zover ik heb kunnen nagaan leidden de tropische temperaturen daar niet tot massale gezondheidsproblemen onder de blanke bevolking. Wat ook geldt voor ouderen die op hoge leeftijd naar Spanje of Griekenland zijn verkast om verzekerd te zijn van een warm Zwitserlevengevoel.  Gewenning zal dus ook wel een rol spelen.
De ervaring in St. Elisabeth heeft geleerd dat ouderen stevig vasthouden aan hun kledinggewoonten. De twee mannelijke medebewoners van mijn moeder peinzen er niet over om hun vesten of truien uit te laten. Ze voelen zich daar zo te zien uiterst wel bij. Op straat zie je nog opvallend veel ouderen die ondanks de hitte in een jasje (soms zelfs met vestje) rondlopen, zonder dat dit op het eerste gezicht tot oververhitting leidt.
Ouderenbond ANBO stelde vorig jaar ‘al die tips en adviezen om koel te blijven tijdens de tropische dagen wat overdreven te vinden’. ‘Wat staat er nu precies in wat je als oudere nog niet wist? Dat je voldoende water moet drinken, goed smeren, de schaduw moet opzoeken en goed zorgen voor kwetsbare ouderen? Professionals in verzorgingstehuizen doen dat natuurlijk allang. En ouderen hebben ook wel vaker warme zomers meegemaakt, aldus de ÁNBO-woordvoerster toen. Zij achtte het ook overbodig dat het Rode Kruis bij zorginstellingen langs ging om ouderen te wijzen op de risico's van de hitte. ‘Ik hoop dat ze mijn ouders van in de tachtig overslaan. Die gaan er vandaag lekker met de fiets op uit’, verzuchtte ze.

 Ik twijfel niet aan de wijze woorden van Pieter Koolwijk, maar misschien moet de relatie ouderen-hitte-kleding-koeling-gezondheid toch eens wat dieper onderzocht worden. Koolwijk spreekt niet voor niets over ‘aanwijzingen’. Ik hoop dat minister De Jonge de urgentie daar inmiddels ook van inziet. Nadrukkelijk geldt hier dat voorkomen beter dan genezen is.    


Maandag 22 juli 2019

WAT TE DOEN ALS DE DIEF DE BELASTINGDIENST IS?

In een van zijn columns heeft financieel redacteur Peter de Waard van de Volkskrant berekend dat de staat de burgers een poot uitrukt met de renteheffing. Dat oordeel is onlangs door de Hoge Raad bevestigd. In een proces dat door de Bond van Belastingbetalers namens 3 miljoen belastingplichtigen was aangespannen, noemde de hoogste rechtsinstantie de box 3-heffing een onrechtvaardige inbreuk op het eigendomsrecht, hetgeen een eufemisme is voor diefstal. Maar de spaarders kunnen hier geen rechten aan ontlenen. De wetgever – in casu staatssecretaris Snel van Financiën – mag daar zelf een regeling voor treffen. Dit is volgens De Waard te vergelijken met een dief die zelf mag bepalen welk deel van de buit hij aan de wettige eigenaar teruggeeft.
In de procedure ging het over wat de spaarders te veel aan de fiscus hadden afgedragen in de jaren 2013 en 2014 toen op een spaarrekening nog wel 1 tot 1,5 procent rente werd vergoed. Inmiddels is die niks (Triodos) of bijna niks meer. ‘En als de verwachtingen juist zijn, zal de rente alleen nog verder dalen. De diefstal is verworden tot een grote diefstal en dreigt een mega-diefstal te worden’, aldus de terechte conclusie van De Waard. Niet veel later kondigden diverse grote banken inderdaad een verdere rentedaling aan. Het percentage bedraagt nu nog slechts drie cijfers achter de komma. En Mark Rutte maar lachen! 
‘De dief, de staat, heeft een kleine concessie gedaan. Zo zijn de tarieven in box 3 aangepast, waardoor mensen met een klein spaarbedrag wat minder betalen en met een hoger bedrag meer. Robin Hood steelt wat minder van de armen en wat meer van de rijken. Maar een eerlijke regeling – een belasting op het werkelijk gemaakte rendement waarbij mensen die grof geld verdienen op hun aandelen of tweede en derde woningen zwaarder worden aangeslagen en mensen met een spaarpotje bijna niet – komt er niet. Box 3 levert de schatkist 4 miljard euro per jaar op, waarvan het overgrote bedrag door diefstal. Teruggave zal er wel helemaal niet komen. De gedupeerde belastingbetalers zijn in het gelijk gesteld, maar krijgen geen gelijk’.
Een trieste maar uiterst realistische diagnose van De Waard. Als de diefstal bij wet gereguleerd is, sta je als burger machteloos. Belastingsamenwerking West-Brabant kan er ook wat van. Eind februari plofte het jaarlijkse aanslagbiljet voor de gemeentelijke belastingen en de waterschapsbelasting in de bus. Omdat mijn moeder begin dit jaar is verhuisd naar een zorginstelling leek het me verstandig haar aanslag aan een grondige studie te onderwerpen. Overheidsdiensten hebben nogal eens de neiging om naar zichzelf toe te rekenen. Al snel viel mijn oog op een aantal zaken die gevoelsmatig niet konden kloppen. Ondanks dat de woning per 10 januari was opgezegd, bracht de Belastingsamenwerking doodleuk het volledige jaarbedrag Watersysteemheffing over 2019 in rekening. Vergissing, dacht ik nog in een naïeve bui, en vroeg in het bezwaarschrift heel vriendelijk om een teruggave van 55 euro. Wie slechts tien dagen gebruik heeft gemaakt van een woning, hoeft toch niet het volle pond te betalen, zo hield ik de Belastingsamenwerking voor. Maar dat bleek toch iets te simpel gedacht. Ruim drie maanden later was het oordeel geveld van de slager die het eigen vlees mocht keuren. ‘De verhuizing heeft geen gevolgen voor de watersysteemheffing ingezetenen. Voor deze heffing geldt de peildatum 1 januari van het belastingjaar. Degene die op de peildatum gebruiker is van een adres dient deze heffing voor het gehele jaar te betalen’, aldus de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant die nog even fijntjes liet weten dat de benadeelde binnen zes weken na de uitspraak in beroep kan gaan bij de Rechtbank Zeeland – West-Brabant, maar ‘als u in beroep gaat moet u griffierecht betalen’. Dat doet natuurlijk niemand. Als de wetgever de Belastingdienst gelegitimeerd heeft om de burgers ronduit te bestelen, helpt daar geen leve moedertje, laat staan de Rechtbank Zeeland – West-Brabant aan. En zoals Peter de Waard heeft aangetoond hoeft de regering zich van de Hoge Raad ook helemaal niets aan te trekken. De burger bloedt dus voor het belastingparadijs dat de overheid voor grote internationale ondernemingen heeft gecreëerd. DoesLief gaat helaas niet op voor de fiscus!


Maandag 15 juli 2019

VAN HUIS VAN GOD NAAR WONING VAN MENSEN

Je gaat je afvragen of er niet beter kerken bij gebouwd kunnen worden? Over het eventueel slopen van kerkgebouwen hoeven we het al helemaal niet meer te hebben. Mijn vorige columns over de eventuele nieuwe bestemming van de  OL. Vrouwekerk hebben  uit het hele land diverse- en zeer uiteenlopende reacties opgeleverd. Aan alternatieve herbestemmingen geen gebrek, dat was meteen duidelijk. Zo blijkt Helmond, de vijfde stad van Brabant,  de hand niet om te draaien voor  het ombouwen van een voormalig kerkgebouw meer of minder.
‘De Goede Herder  is een buurthuis geworden, de Sint Anna een klein particulier theater, Van de jaren vijftig Bernadettekerk is een supermarkt (daar wel) gemaakt, en van de Leonardus een dokterscentrum. De prachtige Koepelkerk is omgebouwd tot een van de mooiste schouwburgen van Nederland: het Speelhuis. In buurtdorp Deurne is de Zeilbergse kerk succesvol getransformeerd tot fitnesscentrum’, aldus een trotse inwoner van Helmond die daar nog een mooie zin aan toevoegt: ‘Alle voorbeelden zijn economisch rendabel en staan ten dienste aan de gemeenschap waarvoor ze waren bedoeld’. Precies wat ik in eerdere columns ook al verkondigde. Want daar gaat het in wezen om. Behoud van cultureel en religieus erfgoed door (veelvuldig) gebruik, is de enige juiste remedie. Dat heeft John Verpaalen van de vereniging Molinologie destijds ook constant betoogd toen er  discussie werd gevoerd over het behoud en het onderhoud van  de twee laatste Roosendaalse molens.
Maar eerlijk gezegd keek ik wel even vreemd op toen ik het in Trouw gepubliceerde artikel ‘De kerk is nu een woonhuis met zwembad’ onder ogen kreeg. In het Brabantse dorp Hulsel moeten veel mensen nog wennen aan het idee dat er iemand in hun voormalige Clemenskerk woont. Voor de laatste paar trouwe kerkgangers kon de kerk niet langer gestookt worden, en dus moest er iets anders gevonden worden om dit erfgoed te behouden. Erwin Das, zelf aannemer, wist er wel raad mee. In het besef dat niemand over zoiets beschikt, heeft Das al slaapfeesten gegeven voor vijftien kinderen. Dat was in zijn vorige stulpje niet mogelijk. ‘We woonden zelf een paar kilometer verderop in Eersel. Nadat ons bod werd geaccepteerd zijn we twee avonden gaan schetsen. We konden niet zoveel kanten op. De maat is er, en de pilaren zijn maatgevend. Waar we ons het meest op verkeken, was de hoeveelheid puin in de vloer’. De gemeenschap heeft er volgens Das geen probleem mee. Om zijn goede wil te tonen, liet hij zelfs de kapotte torenklok repareren, maar die is inmiddels al weer stuk. De woonkerk staat momenteel te kop. Das is weer aan een andere uitdaging toe. Wie iets onder het miljoen te besteden heeft, kan op wel heel bijzondere stand gaan wonen ergens diep in het Brabantse land. Met de OL. Vrouwekerk moet dit ook te realiseren zijn. Het binnenplein aan de achterzijde is ruim genoeg voor een zwembad van bescheiden omvang. Het Bisdom kan de opbrengst ongetwijfeld heel goed gebruiken. Weer een agendapuntje erbij, wethouder Toine Theunis. Maar om het kerkcomplex dienstbaar te houden aan de gemeenschap is een supermarkt gezien de winkelbehoeften van de komende bewoners van Stadsoevers toch echt de beste optie!     


Zondag 14 juli 2019

HOE ZIT HET MET DE VRIJE WIL VAN DPG-MEDIA-COLUMNISTEN?

Toen ik zelf iets wilde gaan schrijven over het artikel ‘Kerkenonderzoek’ in Trouw viel mijn oog op de daarnaast gepubliceerde column ‘Hup, witte mensen’ van Eva Meijer. Nu heb ik al zo vaak betoogd dat ‘witte mensen’ niet bestaan, of ze moeten ernstig ziek of albino zijn, maar dat wil tot de linkse kerk, waar Trouw ook toe behoort, maar niet doordringen. Genetici onderscheiden aan de hand van iemands DNA of hij of zij  tot het Afrikaans, Europeaans (Kaukasisch) of Oost-Aziatisch mensentype behoort. Meer smaken zijn er echt niet, hoewel een aantal wetenschappers geneigd is de Australische Aboriginals en de Amerikaanse Indianen eveneens in een apart hokje te plaatsen. 
Het gebruik van de term ‘witte mensen’ valt dus op geen enkele manier te verantwoorden. Gelukkig is het de scheidende ombudsman van Trouw ook opgevallen dat veel lezers zich mateloos ergeren aan het witte mensen-gedram tegen beter weten in. Inhoudelijk heeft de column van Meijer vrij weinig om het lijf. Het is weer het typisch hittepitgezever over de voortgaande ‘uitsluiting van mensen die niet wit zijn, een hoofddoek of geen Nederlands klinkende naam hebben’. Meijer draagt geen enkel bewijs voor die stelling aan. Het is onbegrijpelijk dat Trouw dit geroeptoeter in het luchtledige nog steeds de volle ruimte geeft.   Maar hier is iets veel ernstigers aan de hand. Het is bekend dat de keuze voor ‘witte mensen’ bij DPG-Media een beleidsmaatregel betreft.  Betekent dit dat het correcte woord ‘blank’ door de corrector structureel wordt veranderd in ‘wit’ ? De Volkskrant gaf vorig jaar slechts toe de voorkeur te geven aan ‘wit’.  ‘Problemen worden niet opgelost door het vervangen van 'blanke' door 'witte'. Toch verdient wit, alles afwegende, de voorkeur - als houvast, er bestaat geen woordverbod’. Zo werd de opinie van De Volkskrant op 24 januari 2018 verwoord op de website van Nieuwsuur . Ombudsman Adri Vermaat van Trouw sloot zich daar toen direct bij aan. ‘De samenleving kiest steeds vaker voor de term 'wit' omdat 'blank' - indachtig het koloniale verleden - een superioriteit tegenover gekleurde mensen uitstraalt die er niet zou moeten of mogen zijn. Media dragen bij aan deze ontwikkeling. Ze kiezen vaker voor 'wit' omdat er een groeiend aantal redacteuren is dat blank naar racisme vindt neigen’, beging Vermaat toen een onbegrijpelijke enormiteit, gebaseerd op een grove denkfout. Vermaat ‘vergat’ uit zijn eigen gedachtegang duidelijk te maken hoe blank een superioriteit tegenover gekleurde mensen uitstraalt. Hij liet zich slechts misbruiken als doorgeefluik van niet nader genoemde redacteuren. Met welk recht voerde hij de samenleving als geheel op? Zoals ik de samenleving ervaar, bestaat er grotendeels ergernis over de grove wijze waarop de Nederlandse taal op deze manier verkracht wordt. De samenleving heeft zich ook gewoon aan de feiten te houden, en de feiten zijn zoals hierboven weergegeven. Voor nergens op gebaseerde overgevoeligheden dient ze juist ongevoelig te zijn. Mijn concrete vraag aan de hoofdredacteur van Trouw, Cees van der Laan, is of Meijer in haar onzinstukje zelf voor ‘witte mensen’ heeft gekozen, of heeft ze zich dat door van bovenaf laten opleggen? In beide gevallen stijgt ze niet bepaald in mijn achting. Ik daag Van der Laan hierbij graag uit om zijn komende persoonlijke column geheel aan dit onderwerp te wijden. In het bericht van Nieuwsuur viel ook nog te lezen: ‘Trouw is hierop geen uitzondering. Al is de term blank binnen de redactie niet verboden. In de krant is ze weliswaar minder, maar toch regelmatig terug te vinden’. Ik zet grote vraagtekens bij het woord ‘regelmatig’, dat is niet bepaald mijn leeservaring met Trouw, waar columnist Sylvain Ephimenco het enige resterende verfrissende element is. Die zullen we de komende weken node missen op zijn vaste plekje. Het is dus aan u om volledige opening van zaken te geven, meneer Cees van der Laan! 


Vrijdag 12 juli 2019

SLOOP NU ER GEEN HOOP MEER IS VOOR EKP-GEBOUW?

Dankzij een welwillende volger op deze facebookpagina heb ik de aflevering van het Omroep Brabant televisieprogramma ‘Sloop of Hoop’ over ‘ons’ EKP-gebouw  op het Kadeplein toch terug kunnen zien. Tijdens de kermis van 2018 kregen de studenten Judith, Peter, Niels en Bibi de eervolle opdracht om te onderzoeken of er nog een toekomst is voor het vroegere expeditieknooppunt van PTT-Post. Van het complex dat is 1984 na langdurig verzet van de naaste omgeving met zoveel gevoel van trots werd geopend door de toenmalige bobo’s is niet veel meer over. De gewezen PTT-kopstukken Cor Verbogt en Theo Gieles werden door de programmamakers aangezocht om gedurende een nostalgische wandeling door het pand iets over de historie van het pand en de toenmalige postwerkzaamheden te vertellen.
De nostalgie maakte echter al direct plaats voor gevoelens van woede en ontzetting. Amper een voet over de drempel gezet, zagen Theo en Cor tot hun ontzetting dat de hele boel verruineerd was. ‘Kijk nou eens’, wat een drama. Ze hebben de koperleidingen, wasbakken en al wat er verder nog bruikbaar was er gewoon afgerukt. Prachtige nog goed bruikbare wanden zijn met een mokerhamer ingeslagen. Wat bezielt zulke mensen?’, liet Cor zijn nog immer fel tikkende PTT-hart spreken. Ook bij Theo viel de ontzetting van zijn gezicht te lezen. Niets herinnerde meer aan de vermaarde kantine van weleer, ‘waar eens een leuk clubke meiden de broodjes voor de hardwerkende postzielen smeerde’. Gevraagd naar wat er in hun visie met het EKP-gebouw dient te gebeuren kwamen Theo en Cor respectievelijk niet verder dan ‘as ze dur maor wat fatsoenlijks van maken’ en ‘iets waarmee de toegang tot het Kadegebied wordt opgewaardeerd’. De studenten hadden er intussen een hard hoofd in. ‘De toestand waarin het pand verkeert, maakt het er niet gemakkelijker op’. ‘De nabijheid van het spoor zorgt voor de nodige beperkingen’. ‘Gezien de korte afstand tot de woningen in het gebied is een discotheek geen optie’. De studiehoofden moesten duidelijk nog een paar nachtjes broeden op het gedroomde ‘ei van columbus’.
De programmamakers lieten tussendoor een korte reportage zien over de St. Peterskerk in Vught die aanvankelijk ook met de slopershamer werd bedreigd. ‘Dat nooit’, zo besloot een aantal betrokken burgers. En zie, nu is het markante kerkgebouw niets minder dan het sociaal, cultureel hart van Vught, waar de bevolking terecht kan voor de Wereldwinkel en de bibliotheek en waar desgewenst ook een biljartje kan worden gelegd. ‘De samenkomst van mensen staat nog steeds centraal en dat was ook het uitgangspunt’, merkte iemand in de reportage terecht op. De studenten bleken er onderwijl niet veel later toch uitgekomen te zijn. Omdat het concept door hen was bedacht, mochten Niels en Peter ten overstaan van Cor en Theo tekst en uitleg geven. ‘Het is een stenen doos’.  ‘Die ethisch niet zo veel voorstelt’ vulde Theo aan. ‘Als het pand gesloopt wordt’, ging het duo verder, ‘moet er in ieder geval een blikvanger voor terug komen.  Zodat bezoekers van buitenaf met een stem van verbazing bij binnenkomst roepen  ‘Wouw (dat ligt iets verderop overigens), is dat Roosendaal!!!’  Waar die blikvanger uit dient te bestaan, konden de heren niet vertellen. ‘Iets multifunctioneels’, werd er gemompeld. Het was volgens hen ook mogelijk om het binnenste gedeelte in tact te laten en de buitenkant in een nieuw, bij voorkeur transparant jasje te steken, de nieuwe poort van Stadsoevers waardig. ‘Tsja, het blijft hoe dan ook een puist in dit gebied’, constateerde Theo echter wat mismoedig. Het concept bleek uit een wel heel miezerig eitje te bestaan. Wit van kleur bovendien, van enig goudstof is geen sprake. Na zoveel cliches en open deuren waarmee het eerste deel van het programma werd ingevuld, had je als kijker toch wel iets meer creativiteit verwacht van de bollebozen. Verontwaardiging richting de huisvaders is eveneens op zijn plek. Waarom is dit complex middels bij voorbeeld het project ‘beveiliging door bewoning’ niet beschermd tegen dit ongebreidelde vandalisme? Nu lijkt het te laat om er nog iets fatsoenlijks van te maken. Het zal dus uiteindelijk toch wel op slopen uitdraaien. Jef Rademakers opperde in 2006 gedurende zijn DNA-lezing over Roosendaal dat de ‘stad zich heel goed op de kaart kan zetten middels een enorm groot erotisch centrum’, maar daar zie ik wethouder Toine Theunis toch niet voor warmlopen. Heel anders ligt dit voor de OL-Vrouwekerk. Daar zijn legio mogelijkheden voor een nieuwe bestemming. Zo is mij uit de vele reacties via mijn nieuwssite www.roosendaalspleijdooi.jimdo.com , ook van ver buiten de regio, wel gebleken. Wordt snel vervolgd!   


Dinsdag 9 juli 2019

WAT TE DOEN MET HET EKP-GEBOUW OP HET KADEPLEIN?

In reactie op mijn voorstel om de OL-Vrouwekerk de bestemming van supermarkt te geven, wees een aantal volgers het leegstaande EKP-gebouw aan als een beter alternatief. Dat pand lijkt mij daarvoor echter veel te groot, daar krijg je op deze locatie geen ‘bewoners’ voor. Menigeen bewaart goede herinneringen aan de voormalige Paterskerk, met behoud van kenmerkende elementen zou dit kerkgebouw het juiste formaat hebben voor de toekomstige winkelbehoeften van de aanstaande Stadsoeverbewoners. Net als een kerk is een supermarkt een sociaal trefpunt binnen een wijk, wat is er nu mooier om uitgerekend in een van oorsprong kerkgebouw terecht te kunnen voor het ‘daaglijks’ brood.
In het verleden heb ik de directie van supermarkt Nettorama (die hebben we immers nog niet in Roosendaal, in tegenstelling tot Bergen op Zoom) gewezen op deze wellicht toekomstige vestigingsmogelijkheid. Helaas liet de directie onder dankzegging weten slechts geïnteresseerd te zijn in locaties langs uitvalswegen voor nieuwe vestigingen. Jammer, maar wat is er tegen een tweede Lidl-supermarkt in Roosendaal? Volgens wethouder Toine Theunis zou Lidl wel tien supermarkten willen wegzetten in Roosendaal (beeldspraak) als het de kans krijgt, maar die kans krijgt de Duitse super niet van het gemeentebestuur. Hoeft ook niet, eentje op de juiste locatie is voorlopig meer dan voldoende.
Maar wat dan wel aan te vangen met het voormalige EKP-gebouw?   Projectleider- en manager Adrie Matthijssen voor Stadsoevers zei er begin 2018 dit over: ‘Dan hebben we het over het EKP en Essent gebouw. Panden die in het DNA van Roosendaal zitten. Het is zonde om die te slopen, dus die geven we een nieuwe bestemming, net zoals we met de Douanier hebben gedaan. Het EKP-gebouw wordt een multifunctioneel gebouw voor wonen, werken en recreëren. Met een groot, open plein ervoor, dat functioneert als een stadspodium. Ook het Essent-gebouw willen we herontwikkelen tot appartementen. We verwachten dat beide panden rond de zomer in de verkoop kunnen voor ontwikkelaars. Eind 2019 krijgen de eerste bewoners naar verwachting hun sleutel.’ Hierbij moet worden aangetekend dat het om een strategische verkenning ging.
De verwachtingen voor het Essentgebouw zijn op die manier uitgekomen. Het complex wordt in hoog tempo leeg gemaakt. Nu Tiuri heeft aangegeven per november te verkassen naar de galerieruimte van De Kring, kan de herontwikkeling eind van dit jaar in gang worden gezet. Matthijssen was dus iets te optimistisch met zijn eerste sleuteluitreiking. De plannen voor het EKP-gebouw lijken echter in de ijskast te zijn beland. In november 2018 onderzocht het televisieprogramma ‘Sloop of Hoop’ wat te doen met diverse leegstaande gebouwen in Brabant, waaronder dit voormalige postgebouw in Roosendaal.

Vier studenten van Fontys, Avans Hogeschool en Breda University of Applied Sciences namen een duik in het verleden van die gebouwen. Wie woonden of werkten daar? En hoe ziet de toekomst van die gebouwen eruit? Is er een nieuwe bestemming voor te bedenken en zo ja, wat dan? De studiehoofden probeerden voor in totaal acht gebouwen in Noord-Brabant antwoord op die vragen te geven. De aflevering over Roosendaal schijnt door Omroep Brabant op 16 november 2018 uitgezonden te zijn. Ik heb het programma niet kunnen terugvinden. Maar de vraag is natuurlijk vooral wat de betrokken partijen met dit pand voor hebben. Hebben zij iets gedaan of gaan zij iets doen met de uitkomsten van dit programma? Bij sloop doemt de mogelijkheid van een groot parkeerterrein op, maar dan komen die vierwielers op wel erg dure grond te staan. Misschien kan hier een geheel nieuwe supermarkt verrijzen indien het kerkgebouw toch niet geschikt blijkt. Even was het EKP-gebouw in beeld als tijdelijk Stadskantoor, maar nu de gemeente heeft besloten miljoenen te gaan verspillen aan de tijdelijke ombouw van voormalig klooster Mariadal tot Stadskantoor en in het verlengde daarvan aan volledige renovatie van het huidige Stadskantoor wordt de vraag ‘wat doen we met dit stukje binnenstad?’ natuurlijk wel urgent. Met een gatenkaas is de Kade absoluut niet gediend. 


Vrijdag 5 juli 2019

'KEIN GELOEL' OVER GELD WAS DEVIES VAN SANDOR POPOVICS

‘Kein Geloel, fussbal spielen’. Dankzij die vier woordjes leeft Ernst (Franz Hermann) Appel, de Oostenrijkse oud-trainer van Feijenoord voort in de herinnering. Helaas heeft de redactie van Studio Sport getuige al dat slap geleuter rond sportevenementen dat advies nooit ter harte genomen. De deze week overleden Sàndor Popovics, die na zijn trainersloopbaan hoofd scout werd bij achtereenvolgens RBC Roosendaal en  NAC Breda, mocht juist wel graag over ‘fussbal’ praten, maar al dat gedoe er omheen kon hem gestolen worden.
Zo beviel het Popovics maar matig toen het bestuur eens bij de jaarlijkse perspresentatie van RBC Roosendaal door de dienstdoende verslaggevers uitsluitend over het financieel beleid werd bevraagd. Toen voorzitter Jan Pollemans even een korte stilte liet vallen, zag Popovics zijn kans schoon.  ‘Jullie moeten me maar niet kwalijk nemen’, schraapte hij zijn keel, klaar om de aanval in te zetten. ‘Vorige week mocht ik aanwezig zijn bij de persconferentie van NAC. Daarbij werden alle nieuwe spelers uitgebreid voorgesteld en aansluitend was er alle ruimte voor de pers om die jongens te bestoken met vragen. Aansluitend gaf het bestuur een heldere uiteenzetting over het sportieve beleidsplan voor de komende jaren en gingen de vragen alleen daar over. Precies de informatie waar de lezers, luisteraars  en de kijkers op zaten te wachten en waar het ook over hoort te gaan in het voetbal. Maar jullie (waarbij hij nadrukkelijk in de richting van BN/DeStem-verslaggever Karel Pleunis keek) hebben het alleen maar over geld, geld en nog eens geld. Ik word daar eerlijk gezegd strontziek van. Er is nog geen enkele behoorlijke vraag over het spel zelf gesteld’.
Pleunis probeerde tot een weerwoord te komen, maar dat wakkerde de ergernis van Popovics nog verder aan. Dit was niet bepaald het scenario dat Pollemans voor ogen stond en daarom besloot de voorzitter snel een kleine pauze in te lassen. In besloten kring foeterde de weerbarstige hoofdscout nog even door, hervond ogenschijnlijk zijn innerlijke rust, maar na de hervatting werd het niet echt gezellig meer in de bestuurskamer van RBC Roosendaal. Dat Popovics zelf ook niet voor geld te koop was, moest het RBC-bestuur ervaren in het jaar voordat het faillissement over de BVO werd uitgesproken. De geboren Hongaar werd op 20 juli trots gepresenteerd als nieuwe hoofdcoach van RBC Roosendaal. Omdat Popovics al snel het gevoel kreeg dat hij als stroman moest fungeren voor  de ongediplomeerde assistenten Peter van Vossen en Eric Hellemons gaf hij er zes dagen later al weer de brui aan. Gevraagd naar een toelichting antwoordde hij furieus: ‘Sàndor Popovics stelt zijn licensie niet voor een paar euro beschikbaar’. Een ferme uitspraak, maar geen woorden die bij de sportpers in het collectieve geheugen staan gegrift . 


Maandag 1 juli 2019

GROTE VUURBOL WAS OOK TE ZIEN BOVEN ROOSENDAAL

Volgens de Volkskrant moet het een indrukwekkend schouwspel zijn geweest. Honderden Nederlanders hebben vrijdagavond melding gemaakt van een heldere vuurbol, die vergezeld ging van fikse knallen.  Ik kan bevestigen dat dit verschijnsel dat zo plots aan de hemel verscheen inderdaad een knallende ervaring was, want ik heb de vuurbol met eigen ogen over de Roosendaalse Markt zien scheren. Niet veel later was er een luide explosie te horen in de richting van de Stationsstraat, maar of daar een verband tussen bestaat, weet ik uiteraard niet. Niet veel later passeerden weer gewoon auto’s dit punt, dus deze knal zal niet tot zichtbare schade hebben geleid.
Dit soort vuurbollen worden de laatste tijd met enige regelmaat waargenomen.  Half februari van dit jaar waren er meldingen uit Groningen, Delfzijl, Enkhuizen, Apeldoorn, Utrecht en Venlo van een meteoriet die ook werd waargenomen door verslaggever Martin Drent van RTV Noord. Die sprak van ‘een hele heldere, blauwe lichtkogel die naar beneden viel’. Hij dacht eerst dat het vuurwerk was, maar de lichtkogel zat veel hoger dan voor vuurwerk haalbaar wordt geacht. ‘Zag hem in zuidelijke richting. Was wat lager in de lucht, dus niet recht boven Groningen, maar wel heel helder en duidelijk’, aldus Drent . In 2017 werd de lucht ook boven Brabant en België onverwacht fel verlicht door een onbekend vuurverschijnsel. ‘Het ging heel snel, zei ene Wouter Kamp, die de bal over Tilburg zag vliegen. ,Als je richting het noorden naar de lucht keek, vloog er een bal van oost naar west. Alsof iemand een hele grote vuurpijl afschoot. Niet eentje met een klein streepje, maar echt een mega-vuurbal. Ik was eerst verbaasd, maar al snel keken heel veel mensen van: huh? Heel mooi om te zien’. Floor van Gerven maakte tijdens het hardlopen in natuurgebied de Campina in Spoordonk een fraaie foto van de vurige streep in de lucht, maar wist niet zeker of het wel de vuurbol was waar de andere meldingen over binnenkwamen.
Felix Bettonvil van Sterrewacht Leiden verklaarde dat het waarschijnlijk inderdaad om een meteoor ging. ’Het betreft een klein steentje dat met een snelheid van tienduizenden kilometer per uur de dampkring binnenkomt. Het doet de lucht fel oplichten en wij zien het dan als een vuurbol’.  Ook nu beschouwen de deskundigen de vuurbol van afgelopen vrijdag als ‘een bescheiden inslag van een stukje ruimtesteen’. Dat is het deel van de oorspronkelijke ruimtesteen dat de ontmoeting met de aardatmosfeer heeft overleefd.

Het is met vuurbollen uit de ruimte al net zo droevig gesteld als met vermeende ontmoetingen met ‘bewoners van een andere planeet’. Er zijn zelden of nooit beelden van. Toch zegt Sebastiaan de Vet, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde, dat beelden van de vuurbol absoluut noodzakelijk zijn om te kunnen inschatten of er nog iets van is overgebleven. ‘Aan de hand van de helderheid van de bol en het afgelegde pad kunnen wetenschappers dan gaan zoeken naar de rustplaats van de steen’, aldus De Vet. Het zou dus zo maar zo kunnen zijn dat er in het Roosendaalse stationsgebied een meteoriet geduldig ligt te wachten op zijn wetenschappelijke vinder. Maar ja, zonder beelden heeft een zoektocht geen zin. Daarom ben ik heel benieuwd of er meerdere mensen zijn in Roosendaal en omstreken die de vuurbol hebben gezien. En wie weet, heeft toch iemand zijn handzame apparaatje tijdig in de richting van de hemel bewogen om wellicht de foto van zijn leven te maken. Ik hik nog wel tegen het tijdstip aan. De Volkskrant spreekt van vrijdagavond. Volgens mij was het geruime tijd na middernacht toen de vuurbol opdook boven Roosendaal. Misschien gaat het dus wel om een tweede bol of een heel ander verschijnsel!

De wetenschap zal de ruimtesteen, indien gevonden, met zeer veel belangstelling onderzoeken. Dit zijn immers de resterende klonten uit de beslagkom waarin moeder natuur miljarden jaren geleden de aarde en overige planeten kneedde. De afgekoelde meteoriet kan ons daarom meer leren over onze kosmische ontstaansgeschiedenis. Zo meldt de Volkskrant nog.