Aflevering 22 - Wordt de raadpensionaris een obsessie?

Zo overstuur had Senior zijn zoon nog nooit zien thuis komen. Van die anders zo vrolijke glimlach, die een en al vertrouwen en optimisme uitstraalt onder die blonde lokken, was niets te bekennen.  ‘Jongen, wat is er aan de hand? Het lijkt wel of je een geest heb gezien.
‘Misschien is dat ook wel zo, Pa’, antwoordt hij hoofdschuddend.  ‘Ik heb hem recht in de ogen gekeken’.
‘Wie?’ 
‘De raadpensionaris. En erger nog, ik heb zijn hoofd zien rollen’.
‘Wat loop je nou toch allemaal te raaskallen?’
Johan vertelde zijn vader tot in de kleinste details hoe het uitstapje naar Den Haag was verlopen. Bij diens slotconclusie kon Senior een flauwe glimlach niet onderdrukken.
‘Jongen, jochie, wat haal je je nou toch voor raars in je hoofd? Jij de reïncarnatie van de raadpensionaris die overigens altijd als de Landsadvocaat werd aangeduid.  Ga dat soort onzin alsjeblieft niet in interviews uitkramen. Hoor je me? Dan word je gelijk voor de rest van je leven bij de voetbalgekkies ingedeeld. Nuchter geredeneerd kun je zijn reïncarnatie niet eens zijn’.
Met dat statement had Senior de volle aandacht van zijn zoon.
‘Hoe bedoel je?’
‘Ga maar na, je hebt zijn hoofd zien rollen, zei je. Als je werkelijk zijn reïncarnatie was, had het toch jouw hoofd moeten zijn dat in het mandje rolde. Dat was pas een ervaring geweest, maar ik moet er niet aan denken dat het werkelijk zo was gegaan!’ Laat het geen obsessie worden. Ik heb je al vaker gewaarschuwd. Je hebt daar op dat Binnenhofbankje die hele tragedie waarschijnlijk in een soort trance beleefd’.
‘Wat denk je, Pa. Zou ik eens met een psycholoog moeten gaan praten?’
‘Om de dooie dood niet. Dan ligt dat hele verhaal meteen op straat. Voorlopig blijft dit verhaal onder ons, begrepen? ….Bovendien is er helemaal niets mis met je. Je laat je teveel meeslepen met je fantasie. Dat is alles. Hoor je me? Laten we het over wat leukers hebben. Nog boekjes gekocht op de snuffelmarkt?’
‘Nee, o wacht, dat was ik nog vergeten te vertellen. Ik was een beetje aan het bladeren toen ik door een dikke Hagenees werd toegeschreeuwd. Gericht toegeschreeuwd, bedoel ik met een verwijzing naar de raa….eeeuuuhh… landsadvocaat’.
‘Tsja, daar hadden we het al eens over moeten hebben. Herkennen op straat. Hoe ga je daar mee om? Als stukjesschrijver heb ik daar gelukkig nooit last van. Uitermate vervelend verschijnsel. Mathijs van Nieuwkerk, niet eens een voetballer, hebben ze toen hij eenmaal was doorgebroken met DWDD, het leven onmogelijk gemaakt in de Amsterdamse binnenstad. Als hij op een terrasje plaats nam, ging het rapaille schaamteloos voor zijn neus zitten om de gewenste foto’s te maken, vaak werd van hem verwacht dat hij nog pootjes zou geven ook. Dat ben je snel zat hoor, dat heb ik van menig artiest ook gehoord. Daarom woont die Van Nieuwkerk al jaren op een rustiek boerderijtje in Twente. Om die reden zijn alle echte, grote sterren al lang naar elders verkast. Zo links en rechts zie je nog wel eens een soapie lopen, of een BN-er op het Leidseplein een harinkie happen. Maar hoe gaan we dat met jou aanpakken?  Wat riep die Hagenees eigenlijk precies?’
Seniors gezicht betrekt als de naam ‘Van Oldenbarnevelt’  valt. Zie je wel, gedonder in de glazen. Kunnen we nou echt niet hebben. En dan ook nog de showrubrieken die al lont hebben geroken. Misschien kunnen we toch beter open kaart spelen, maar dan wel volgens onze spelregels. Ik stel voor dat ik vandaag voor morgen een bespreking probeer te organiseren op de club. Het is tijd voor een gezamenlijk plan van aanpak. Maar denk erom, geen woord over dat reincarnatieverhaal. Daar zijn al die voetbalbonzen veel te nuchter voor’.