Aflevering 63 - Johan correspondeert met Rutte

Het antwoord van de premier liet niet lang op zich wachten. Wellicht gaf de naam van Johan van Oldenbarnevelt een positieve impuls aan het activeringsvermogen van het departement. In het tv-programma ‘Andere Tijden’ mocht de premier een aantal jaren terug op het Binnenhof de exacte plek aangeven waar het schavot in 1519 had gestaan. Pal voor de Ridderzaal dus. De bekende envelop van het Ministerie van Algemene Zaken voelde dik aan. Mark Rutte was er alle corona-ellende ten spijt kennelijk eens goed voor gaan zitten.
Zijn voorgevoel bedroog Johan niet. De reactie bleek maar liefst drie velletjes  te beslaan. Allereerst werd Johan uitvoerig bedankt voor zijn goede wensen en zijn getoonde bezorgdheid omtrent zijn veiligheid die volgens de premier echter ongegrond was. ‘Uiteraard is niets zeker in het leven. Maar ik voel me zelden onveilig binnen mijn werkgebied, en ik kan u verzekeren dat mijn veiligheid binnen bepaalde grenzen zo goed als mogelijk is geregeld. Het kan er wel eens heet aan toe gaan op het Binnenhof, maar zo gortig als in de tijd van uw voorvader Johan van Oldenbarnevelt zal het nu wel niet worden, hoewel ik natuurlijk ook zeer ongerust ben over de golf van woede die over het land trekt. Wat betreft uw eervolle verzoek om uw voorvader officieel uit te roepen tot ‘De Ware Vader des Vaderlands’ moet ik u helaas teleurstellen. Voor zover mij bekend ben ik daartoe niet bij machte, en eerlijk gezegd zou ik van die bevoegdheid toch geen gebruik maken. Laten de geschiedenisschrijvers daar maar een oordeel over vellen. Dat is echt teveel eer voor een simpele historicus als ik’. Voorts schreef de premier dat hij een groot bewonderaar is van het ‘voetbal dat Ajax wekelijks op de mat legt en het spel van Johan in het bijzonder’.  ‘U wordt geen hele grote, u bent het reed op zeventienjarige leeftijd. Ga vooral zo door!’  ‘Een brief om in te lijsten’, dacht Johan trots. ‘En dan te bedenken dat ik nog niet eens mag stemmen. Maar snel achttien worden’. Rutte sloot het schrijven af met een open uitnodiging om eens langs te komen in het Torentje, ‘zodat we wat uitgebreider over uw zeer verdienstelijke voorvader van gedachten kunnen wisselen. Zoals u weet heeft de persoon Johan van Oldenbarnevelt en zijn grote verdiensten voor het latere Nederland mijn warme aandacht’.