Maandag 31 oktober 2016

COLLEGE TREFT GEEN VERKEERSREMMENDE MAATREGELEN IN KADETUNNEL

Het College van B&W gaat niet in op het verzoek van de PVC om verkeersremmende maatregelen te treffen in de Kadetunnel, zoals destijds ook gebeurd is in de onderdoorgang tussen de Bloemenmarkt en het Emile van Loonpark.  Via een ambtenaar Communicatie laat B&W weten dat snelheidsremmende voorzieningen in de Kadetunnel niet per definitie zorgen voor een veiliger situatie. ‘De gemeente is zelfs van mening dat de situatie daarmee niet verbetert. Dat betekent dat de situatie zo wordt gelaten en dat gebruikers toch moeten blijven uitkijken zoals de meeste dat ook wel doen’, aldus het taalkundig kromme briefje waarmee de PVC is afgescheept.  In de visie van de PVC betekent dit ‘antwoord’ dat het dagelijks bestuur geen oog heeft voor de veiligheid van de burgers die via dit tunneltje de ‘onderdoorsteek’ willen maken.  ‘Wel belastinggeld uitgeven voor nutteloze graffiti aan de muur, en geen eurocent voor een voorziening waarmee de burgers wel gediend zijn. Dat is de wereld echt op zijn kop. Deze reactie scoort erg hoog op het lijstje schandalige antwoorden dat ik gedurende de laatste jaren heb mogen ontvangen.    Recentelijk heb ik voor de zoveelste keer moeten constateren dat het tunneltje in verkeerstechnisch opzicht levensgevaarlijk is.’, aldus de PVC.
‘Het tunneltje wordt door zowel (brom)fietsers als voetgangers vrij intensief gebruikt. Gemotoriseerde tweewielers schromen niet om komende vanuit de richting van het station met een noodgang de vlucht naar beneden te nemen, waarbij ze zelfs in de onoverzichtelijke bocht niet in de rem knijpen. Vanmiddag zag ik weer zo’n snelheidsduivel  met duizelingwekkende vaart de ondergrondse oversteek naar De Kade maken.  Een moeder met drie jonge kinderen die net om de bocht vanuit tegenovergestelde richting kwam, kon een van haar kinderen maar net op tijd weg trekken. Het is slechts een kwestie van tijd eer dat daar ernstige, wellicht fatale ongelukken van komen. Het is de PVC een doorn in het oog dat het College notabene tegen een ridicuul hoge vergoeding de muren laat bekladden, maar verzuimt de nodige verkeersmaatregelen te nemen. Tussen de Bloemenmarkt en de entree naar het Emile van Loonpark is wel een verkeersremmer aangebracht, die helaas door (hongerige) fietsers wel misbruikt wordt als stallingsplek bij een eetzaak (wethouder Toine Theunis zou daar eens wat strenger op moeten laten controleren), waardoor de doorgang niet zelden geblokkeerd is voor doorgaand parkverkeer en vice-versa. Wat let het College om zo’n verkeersremmer, maar dan wel een wat steviger constructie, aan te brengen bij de entree van het tunneltje Onder De Schuiven vanuit de Stationsstraat’, schreef de PVC enkele weken terug aan het College.  Dit schrijven rammelt in de ogen van PVC volledig.  ‘De gemeente is dus van mening dat de situatie met verkeersremmers niet verbetert. Is daar onderzoek naar verricht? Is de verkeersdeskundige geraadpleegd? Hoezo verbetert de situatie niet? Verkeersremmers remmen de snelheid, hoe kun je hemelsnaam beweren dat dit de verkeersveiligheid niet verbetert. Puur nattervingerwerk dus. Het College en de afdeling moeten zich diep schamen voor de wijze waarop ze dit denken af te kunnen doen.  In De Kadetunnel zou zelfs een volledig (brom)fietsverbod moeten gelden,  zolang de voetgangers ook op die voorziening zijn aangewezen. Het College heeft dus in zijn oneindige wijsheid vastgesteld dat de ‘meeste’ wel uitkijken. Degenen die dat dus niet doen, zijn dus loslopend wild’, meesmuilt de PVC. 
Na dit teleurstellende antwoord moet de PVC wel tot de conclusie komen dat voetgangers bepaald geen prioriteit genieten op het Stadskantoor.  ‘Voetgangers blijven dus gevaar lopen in dat tunneltje, net als in de bocht van ’t Zwaaigat (Westelijke Havendijk) waar adequate voetgangersvoorzieningen ontbreken, wat de PVC ook al een aantal keren heeft aangekaart. De brommerterreur op de Markt gaat ook gewoon door , de immer gehaaste voedselkoeriertjes halen hier levensgevaarlijke capriolen uit in de wetenschap dat de gezagsdragers hen geen strobreed in de weg leggen’.  De PVC gaat deze situatie nu voorleggen aan Pieter van Vollenhoven, in zijn hoedanigheid als voorzitter van het Fonds Slachtofferhulp en oud-voorzitter van de Onderzoeksraad voor veiligheid.


Maandag 31 oktober 2016

STEL DAT DE MENS ZICH NIET MEER VOORTPLANT

‘Het is op ons kleine wereldje een beetje raar gesteld, want de ene mens neemt veel te grote happen’, zong Louis Davids reeds ver voor de Tweede Wereldoorlog. Die ‘happen’ hebben in het hedendaagse jargon plaats gemaakt voor  ‘voetstappen’. Daarmee wordt aangegeven dat ieder mens zijn persoonlijke voetafdruk op Moeder aarde zet, en aangezien er in dat opzicht weinig is veranderd sinds de tijd van Louis Davids plaatst een kleine, bevoorrechte groep veel grotere stappen dan de minder gefortuneerden.  In haar column ‘Zij gaan voor groen’ in de NCRV-gids stelt de sympathieke Annemiek Schrijver dat ze nooit kinderen heeft gebaard en dat deze keuze heel veel (vervuilende- en milieubelastende) luiers heeft gescheeld. Door deze onthouding meent Schrijver zo nu en dan wel het morele recht te hebben op een vliegreisje. Een ingezonden brievenschrijver borduurt reeds een week later voort op deze gedachte en oppert een wel heel radicale gedachte.  Geen kinderen scheelt in haar visie niet alleen luiers, maar zelfs de mens als creatie van de natuur.  Deze brievenschrijver, mevrouw Ans v. H.,  heeft het bij het rechte eind. 
Mits iedereen dit voorbeeld volgt, is volgens haar over pakweg honderd jaar de mensheid uitgestorven en is het milieuprobleem dan alleen nog relevant voor de dieren en planten, voor zover nog aanwezig uiteraard.  Toen de mensheid recentelijk met zeven miljard zielen een nieuwe piek bereikte, stelde ik in mijn column voor een adempauze in te gelasten. Tien jaar geen kinderen produceren,  dan bezien hoe de mensheid er voor staat, en afhankelijk van die bevinding besluiten het experiment al dan niet voort te zetten. Dat kwam mij op een boze ingezonden brief van een moeder met negentien kinderen!!! te staan, die me bezwoer dat het nemen van kinderen een kerntaak is van iedere volwassene.  Ik kon daar niet in meegaan. Niemand is immers met een dwingende boodschap van hogerhand  ter wereld gekomen. Hoe je je leven inricht is mits je je aan de wet houdt en de geldende fatsoensnormen in acht neemt ieder mens zijn eigen zaak. Maar als de wereldbevolking in zo’n rap tempo als nu blijft groeien, is er sprake van een mondiaal probleem, en mag..nee moet daar beleid op losgelaten worden. Tegen de gevolgen van een wereldwijde kinderstaking kijk ik iets anders aan dan Ans v. H. Ik vermoed dat de mensheid dan geen honderd jaar gegeven is, maar al veel eerder met uitsterven wordt bedreigd. Willen de baby’s van nu de leeftijd van honderd jaar bereiken, dan zullen ze waarschijnlijk al in een veel eerder stadium op menselijke zorg zijn aangewezen, als de robots dat tegen die tijd nog niet volledig hebben overgenomen. Rond de tachtig jaar beginnen de meeste mensen in meer of mindere mate te sukkelen met hun gezondheid en dan zullen er toch tijdig handjes aan het bed moeten komen. Anders houdt het ook voor deze laatste categorie gewoon op. Ik ben benieuwd hoe het verder zal gaan met die voetstap. Krijgt straks iedere adolescent een niet onhandelbaar contract thuisgestuurd waarin staat aangegeven hoe groot de voetstap mag zijn die hij in zijn verdere leven op Moeder Aarde mag drukken.  Aan de hand van een aantal keuzevragen kan hij die voetstap zelf inkleuren.  Voor wie bij voorbeeld van plan is een reislustig bestaan te gaan leiden, zijn kinderen direct taboe. Degenen die zich een leven zonder kinderen niet voor kunnen stellen en daar ook gevolg aan willen geven, doen dat in de wetenschap dat alle vliegvelden en grensposten voor hen gesloten zullen blijven.  De voetstap als nieuw middel op weg naar een samenleving waar iedereen dezelfde rechten heeft, maar al vroeg gedwongen is bepaalde levenskeuzes te maken, zo zou de toekomst er dus uit kunnen zien.  Wellicht dat National Geographic Channel  hier nog eens een documentaire aan wijdt.      


Zondag 30 oktober 2016

LEKKER VEILIG GRIEZELEN IN PARK VROUWENHOF

Het gaat spoken op zaterdag 29 oktober in het park Vrouwenhof, beloofde het organisatorisch visitekaartje Fleur van der Plas vier weken voor aanvang. Ze bleek niets teveel gezegd te hebben. Kosten noch vooral moeite werden gespaard om de bezoekers zaterdagavond een onvergetelijke Halloweenervaring te bezorgen. Voor de jeugdigen was dit een avondje lekker griezelen in de veilige wetenschap dat vader en moeder vlak achter of voor hen liepen. Bij de begeleiders was er vooral bewondering te bespeuren voor de mensen van de organisatie en de technische ploeg die een hele dag in de weer waren geweest om dit griezelfestijn mogelijk te maken. Hun inzet werd ruimschoots beloond door de onverwacht hoge opkomst. Naar schatting zeulden rond de vijfhonderd bezoekers op het hoogtepunt van de avond rond in de donkere contreien van het anders zo vredige park.

Volgens volksgroep Smidje Verholen was het vroeger niet pluis op de Rucphense Heide.  Wellicht zijn een aantal van die dolende geesten verkast naar hartje Roosendaal, want aan mysterieuze ervaringen en ontmoetingen was er bepaald geen gebrek. Bor de Wolf uit de Fabeltjeskrant zou zich hier uitstekend op zijn gemak hebben gevoeld, zeker in het gedeelte dat al snel ‘Het Enge Bos’ werd gedoopt. Bij de entree van het Vrouwenhofpark werden de bezoekers in groepjes van tien opgedeeld. Op gepaste afstand van elkaar legden deze groepjes de route door het park af, waar ze ongeveer om de twintig meter werden opgeschrikt door buitenissige verschijningen. In de gidsen ter plaatse viel menig lokaal toneelspeler te herkennen. Zo werd de groet ‘Bedankt, Koen’ spontaan beantwoord met ‘Alsjeblieft, Jaap’. Op schaars verlichte plekken doken onverwacht enge mannen op, vrouwen boezemen van nature geen angst in. De bottleneck zat bij het heksenhuisje waar vriendelijke toverdrankvrouwtjes een dansje rond de ketel met heet water maakten, na ieder voltooid rondje was een van hen gedoemd uit het zicht te verdwijnen, tot er maar een heksje over was. Zij namen echter terecht zoveel tijd voor de bijbehorende vertelling dat er geregeld lichte filevorming ontstond. Na het passeren van het heksenhuisje was er geen weg terug. De enige weg naar het theaterpodium voerde door het aardedonkere doolhof, waar opgetrokken hindernissen het de bezoeker nog moeilijker maakten. Het gaf in ieder geval wel een goede indruk van hoe onze voorouders de natuur beleefd hebben. Buiten een meegenomen fakkel was er in die mysterieuze middeleeuwen na de ondergaande zon geen enkele lichtbron te bekennen. Geregeld raakten er groepjes van het rechte pad, en zowaar beklemde mij op een zwak moment de gedachte ‘Was ik nou vanavond toch maar naar Gerard Maasakkers in de Kring gegaan’.  De troubadour uit Nuenen, tegenwoordig woonachtig in Gent, bezong weliswaar de droevige geschiedenis van Marietje Kessels uit Tilburg die op 11-jarige leeftijd door een nooit opgehelderde dader om het leven werd gebracht, maar dat verhaal kon je tenminste in een royale stoel in een beschutte omgeving beleven. Hier in het Enge Bos was het toch even ‘afzien’ voor de verwende westerse mens, maar eenmaal terug op het rechte pad wenkte in de verte het licht en daarmee ook de rode wijn die met gulle hand geschonken werd. De route mondde na ruim een half uur uit in het Openluchttheater Vrouwenhof, waar de bezoekers, eenmaal verzameld, optredens van dansgroep Sisa en een heuse vuurspuwer met komische inslag kregen voorgeschoteld. Het lichtend baken dat kunstmatig werd opgeroepen, wekte zelfs de nieuwsgierigheid van een (lief klein) konijntje, al dan niet met een vliegje op zijn neus (schatplichtig aan zanger Henkie). De ronde door het park kon tot circa 22.00 worden gelopen. De late bezoekers waren dan nog net op tijd om de tweede serie optredens van Sisa en de vuurspuwer bij te wonen. Na afloop overheerste nog steeds het respect voor de mensen van de techniek, die wanneer de bezoekers waren vertrokken het hele spul nog moesten afbreken. ‘Dat wordt wel een uur of twee drie eer we hier klaar zijn’, zei de immer vriendelijke vrijwilliger Cees Jongeneelen desondanks met een goed gemoed. Wat ook voor een belangrijk deel op het conto van het aangename weer kon worden geschreven.  ‘De klimatologische omstandigheden zijn echt fantastisch. Vorig jaar moesten we Halloween helaas afgelasten wegens overvloedige regenval, beter dan dit had ik me echt niet kunnen wensen’. Jongeneelen wekte niet de indruk tegen de nachtelijke arbeid op te zien. ‘We kunnen al die apparatuur hier natuurlijk niet onbewaakt achterlaten. Straks als het terrein eenmaal omheind is, wordt dat een stuk gemakkelijker, maar nu is nog het credo ‘overdag een flinke jongen, ’s nachts ook een flinke jongen’.  Geesten mogen dan mensen van vlees en bloed met zichtbaar plezier de stuipen op het lijf jagen,  roversbenden die met slechte bedoelingen naar het Vrouwenhof komen, laten zich door lijkwitte, bloeddoorlopen verschijningen echt niet afschrikken.   


Zaterdag 29 oktober 2016

JUNG MOET DE WERELD MEER NOTEN VAN HAAR ZANG LATEN HOREN

Vrijdagavond kreeg het publiek In de Kring dan eindelijk ‘het meisje’ te zien dat dit seizoen de cover van het theaterboekje siert.  Velen zullen Anne-Marie Jung vooral kennen als gastsoliste in de Andre van Duin Revue, met onder anderen Ron Brandsteder.  Toen de revue ten einde liep, adviseerde Dré haar met klem om het eens in haar eentje te gaan proberen in de theaters. Heel lang aarzelde Anne-Marie of ze dit goedbedoelde advies zou opvolgen. In het AD ‘bekende’ ze dat ze eerst haar grootste angsten moest zien te overwinnen. Tijdens het nachtelijk woelen spookten de actrice en zangeres beelden van lege zalen door het hoofd.  Eenmaal veertig jaar en moeder geworden besloot ze Van Duins goede raad dan toch maar op te volgen. Inmiddels is ze een stuk zekerder van haar zaak. ‘De Exoot’ heeft ze als titel op haar eerste boreling geplakt.
Het is de koudwatervrees die wel meer artiesten bij hun onzekere pad op het solistenbestaan bevangt.  ‘Ben ik wel goed genoeg, is mijn naam wel bekend genoeg, wat moet je doen om het publiek naar de theaters te lokken, en stel dat ze eenmaal in de zaal totaal niet reageren? Er is maar een methode om antwoord op die prangende vragen te krijgen: gewoon de stoute schoenen aantrekken. Lukt het om de een of andere reden niet, jammer dan, maar je hebt het in ieder geval geprobeerd. Daarmee ben je gevrijwaard van een ‘Had ik maar….gevoel’ dat zich altijd achteraf manifesteert.  Bovendien, Andre van Duin zegt zoiets niet zomaar. Uiteindelijk was het Bastiaan Ragas die Anne-Marie het beslissende duwtje in de rug gaf.  Hoewel ze het maar moeilijk vond om uit de haar zo vertrouwde theateromgeving te stappen, met collega’s die geregeld iets terug zeggen, zag ze al snel in de juiste beslissing genomen te nemen, al verkeert het programma nog in de try-out fase. Omdat haar prachtige zangstem Anne-Marie’s meest waardevolle bezit is, verwachtte ik dat ‘De Exoot’ grotendeels uit liedjes zou bestaan. Nu ze de stap eenmaal gezet had, besloot Anne-Marie kennelijk om ook heel wat minder bekende kanten van haar persoonlijkheid te laten zien. ‘Ik herberg een scala aan karakters, ik vind het leuk om zoveel mogelijk van die types naar buiten te laten komen, dat varieert van uitermate ingetogen, tot zeer vet-komisch’, vertelde ze in RTL LIve. De vijf kwartier durende voorstelling (na de pauze kwam er helaas niets meer) begon veelbelovend. In een pose waarvoor ze zich in alle mogelijke spagaten had moeten dwingen, verscheen ze als het vleesgeworden ballenmeisje ten tonele. Zonder enige interactie met het publiek liet ze dat overgegaan in een wel erg grove scene als serveerster in een onderwereld kroeg die de (te) harde aanpak niet schuwt. Deze scene werd nergens leuk en ik begon al een beetje het ergste te vrezen. Gelukkig bleek dit ook koudwatervrees, de typetjes werden allengs sterker. De wijze waarop ze als meisje uit het leven een klant met moordneigingen ‘terecht’ wijst, is een mooie vondst. Ik vermoed dat deze rechtstreeks uit de koker  van Alex Klaasen komt, die Anne-Marie ter zijde heeft gestaan bij het schrijfproces.  Daarmee is meteen de naam genoemd die eigenlijk bij een volgend programma al samen met de geboren Schiedamse op het podium dient te staan. Hoe je het ook wendt of keert, zingen blijft toch verreweg Anne-Marie’s sterkste kant en dat is nog leuker als je dat samen met Alex Klaasen kunt doen.  Daarmee zouden ook Alexs vermaarde persiflages uit Kopstukken nieuw leven ingeblazen kunnen worden. Ik vind het nog steeds onbegrijpelijk dat Herman van Veen de door hem van Wim Kan geërfde theaterring niet aan deze alleskunner heeft doorgegeven. Uitermate vernuftig is het lied met de zes kinderwagens, waarmee Anne-Marie de zwaar over het paard getilde Anouk op de hak neemt. Het muzikale hoogtepunt van ‘Exoot’ is met afstand ‘Laat de wereld het horen’, een vertaling uit het Engels, het origineel wil me helaas niet te binnen schieten. Geen idee of ze het al heeft gedaan of dat er plannen in die richting zijn, maar dit lied, dat je als toeschouwer recht in het hart raakt, zou zo snel mogelijk op single-CD moeten uitkomen, als die dingen tenminste nog bestaan.  Anne-Marie had de wereld in dit programma eigenlijk nog veel meer van haar fabelachtige zangstem moeten laten horen, oftewel verwijzend naar de openingszin ‘Je houdt je mooiste stuk verborgen’ – Je houdt je mooiste cadeau aan de mensheid teveel verborgen. Ik gis er maar naar, maar het sterke vermoeden bekruipt me dat de in 1976 geboren artieste is vernoemd naar het gelijknamige lied dat vooral bekend is in de uitvoering van Wim Sonneveld. Misschien is het een idee als Schiedamse Anne-Marie deze klassieker in een volgend programma samen met Sonneveld als duet brengt. De techniek staat wat dat betreft gelukkig voor niets. Uit Anne-Marie geboren ga ik door als Anne-Marie, iets in die trend! ‘De Exoot’ beschouwt ze als een overwinning op zichzelf, ik ben ervan overtuigd dat de pittige Schiedamse nog heel wat meer van dit soort overwinningen kan boeken.
Anne-Marie Jung – De Exoot (try-out). Gezien door Jaap Pleij op vrijdag 28 oktober in de kleine zaal van De kring.  Een fragment uit ‘Laat de wereld het horen’ (Max) is momenteel te zien op Youtube.


Zaterdag 29 oktober 2016

ARTIESTEN DIE JE NOG EEN KEER GEZIEN WILT/MOET HEBBEN

Door het recente overlijden van Mieke Telkamp (82) en Eddy Christiani (98)  drong het besef weer eens tot me door dat er nog een aantal seniorartiesten in Nederland ‘rondlopen’  die je nu het nog kan graag nog eens in levende lijve aan het werk zou willen zien. Christiani en Telkamp waren reeds jaren in ruste en dus publicitair gezien al lang buiten beeld. In zijn gretig gelezen rubriek in het tweewekelijkse blad De Oud-Rotterdammer haalde Gerard Cox enkele weken terug nog eens leuke herinneringen op aan het eerste idool dat Nederland rijk was. De negentig al lang gepasseerd stond Christiani op het podium van de Doelen als onderdeel van Coxs uitermate populaire zondagochtendconcerten, en als je ‘ome Gerard’ mag geloven, klonk hij toen nog net als in zijn beste jaren.  Toch zijn er nog diverse van deze ’hoogbejaarde’  artiesten in meer of mindere mate actief, en het zou schouwburgdirecteuren sieren als ze de moeite nemen om deze categorie nog een keer een podium te bieden. Cox zou als jongere senior zeker ook in aanmerking komen, ware het niet dat hij het na een uiterst drukke periode, volledig beheerst door de ‘Oasebar’, het een tijdje heel kalmpjes aan wil doen.

Vorige week zondag voor het eerst sinds heel lange tijd aan het werk gezien in het muzikale televisieprogramma Podium Witteman:  Therese Steinmetz (83 jaar al weer) en de jonge Philippe Elan (zang) met aan de piano Nico van der Linden (zo ongeveer een iets oudere versie van mezelf) toeren rond met het intieme liedjesprogramma ‘Amsterdam – Paris’. Dit menu dat op een presenteerblaadje wordt aangereikt zou perfect zijn als ingelast brunch-of lunchconcert in De Kring, al dan niet in combinatie met een Frans diner in het nieuwe Kringcafe Over de Tong. De Alliance Française zou de meest aangewezen partner zijn om dit mee te realiseren, ware het niet dat Marleen Farla van de Alliance mij al heeft laten weten hier voorlopig geen mogelijkheden toe te zien.   De laatste keer dat ik Therese Steinmetz in De Kring heb gezien was in het seizoen 1980/1981. De Oude kring dus wel te verstaan. Voor zover ik heb kunnen nagaan is dit programma nergens geprogrammeerd in onze provincie. Steinmetz, bekend geworden met ‘Speel het Spel’, woont tegenwoordig in Cannes, waar ze ook al jaren een galerie heeft (met onder meer eigen werk). Wellicht kan dit vergezeld gaan van een kleine expositie van haar werk in de Rabo Bank Galerie.

Een andere mogelijkheid is wellicht Daniel Wayenberg, door Dagblad Trouw omschreven als de grootste pianovirtuoos van zijn en dus onze tijd. Wayenberg staat momenteel weer volop in de belangstelling vanwege de ‘spectaculaire pianistische vernieuwingen ’die hij heeft weten samen te ballen op zijn meest recente CD ’12 Etudes d’execution transcendante’. Hoewel het om etudes (muziekoefening) gaat, zijn deze stukken in de nog immer onnavolgbare handen van de 86-jarige meester volgens Trouw ‘afwisselende en verhalende composities, die Liszt pas in de laatste, definitieve versie uit 1851 beeldende titels gaf’ zoals (in vertaling) ‘Avond harmonieën’ , ‘Dwaallicht’, ‘Wilde Jacht’ en ‘Sneeuwjacht’. De oudere lezers kunnen beamen dat Wayenberg ruim vijftig jaar geleden al Nederlands bekendste pianist was. Een halve eeuw later studeert hij nog uren per dag, geeft hij nog geregeld concerten en volgens deskundigen die hem recentelijk aan het werk zagen (en hoorden) is zijn techniek uitstekend geconserveerd. Met deze opname heeft Wayenberg voor zover bekend niet alleen het wereldrecord gevestigd van de oudste pianist ooit die deze virtuoze werken op een geluidsdrager heeft gezet, volgens kenners heeft hij deze etudes ook nog eens gemonumentaliseerd.  Wat zou het een fijn gevoel geven om de oude meester, die goede contacten onderhoudt met ‘onze’ Wil Broos, op pakweg een zondagmiddag in De Kring de toetsen zien te beroeren.  Zelf moet Wayenberg echter niets hebben van nostalgie, getuige  wat hij vorig jaar ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag in een interview liet optekenen:
‘Optreden verveelt nooit, er heerst elke keer een enorme spanning op het podium. Je kunt het podium niet oplopen alsof je een glas lauw water drinkt, ik heb juist stress van tevoren nodig. Waar je ook speelt, het is overal hetzelfde, behalve het publiek. Ik vergeet alles als ik optreed, behalve de mensen in de zaal. Het gaat om communicatie! Als je niet communiceert met de mensen in de zaal, heb je ook geen uitstraling, geen charisma. Dat geeft voor mij geen voldoening. Ik wil ook niet dat mensen naar me komen kijken met de gedachte: misschien is hij volgend jaar wel dood. Dat wil ik niet, kom alleen als je me goed vindt. Dan doe ik alles voor je’.  

Voor wie deze eventuele ontwikkelingen niet wil afwachten is het wellicht nuttig om te weten dat de pianisten Daniel Wayenberg en Martin Oei op zaterdag 19 november een concert (aanvang 14.15 uur)  geven in de kleine zaal van het Concertgebouw in Amsterdam, bestaande uit werken van Chopin (Tweede Pianoconcert in F op.21, Eerste pianoconcert in E op.11, van Liszt speelt het duo het Tweede Pianoconcert in A en inderdaad –Etudes d’Execution Transcendante.

Na het overlijden van Eddy Christiani is de 96-jarige Toby Rix de oudste nog levende artiest. Deze gewezen Nederlands zanger, clown, entertainer en acteur is tevens de vader van Maroesja Lacunes (blonde meisje uit Tita Tovenaar)  en Jerry Rix. Lacunes vormde vlak voor de Tweede Wereldoorlog met zijn vriendin Marietje Jansen en Bob Geskus het trio The Young Rambling Cowboys. Tobi Rix is geboren op 28 februari 1920. 


Donderdag 27 oktober 2016

VECHTEN TEGEN DE SLAAP BIJ JOEP ONDERDELINDEN

Ruim twee weken nadat Johan Derksen in de Kring als onderdeel van zijn zelf gecreëerde show ‘Pioniers van de Nederpop’ fulmineerde over ‘schijtlollige cabaretiers waar ik nog niet eens om kan glimlachen’  stond woensdag Joep Onderdelinden uit Derksens beoogde doelgroep met ‘Taart’ op mijn programma.  ’s Middags had ik nog tegen een vage kennis die mij voor een of andere onduidelijke politieke bijeenkomst uitnodigde blijmoedig geroepen ‘Ik kan vanavond niet, ik ga naar Joep’.  ‘O, dan ga je een leukere avond tegemoet dan ik. Het gaat weer goed met hem, he, na zijn hartproblemen’, informeerde hij begripvol, kennelijk niet wetend dat de door hem bedoelde Youp reeds op 15 september zijn wederopstanding had verkondigd in De Kring.  Ik herinner me de vorige show van Joep Onderdelinden, want om hem ging het, als behoorlijk slaapverwekkend. Deze keer was ik bijzonder uitgeslapen, dus ik toog optimistisch gestemd naar het mooiste plekje dat er in Roosendaal te vinden is. 

Om circa kwart voor tien moest ik helaas vaststellen dat het wederom niet meeviel om bij Joep bij de les te blijven.  Bij aanvang constateert hij enigszins mismoedig dat de kleine zaal een vrij lege aanblik biedt, en dat terwijl hij een bijzondere mijlpaal in zijn leven te vieren heeft. Joep heeft namelijk recentelijk Abraham gezien en in tegenstelling tot wijlen Frank Sinatra - ‘My body may be fifty, but I am twenty eight’ -  vervult hem dat met gepaste trots. Om het publiek te laten delen in de feestvreugde heeft hij zelfs een enorme grote taart als (enig) decorstuk op het podium laten neerpoten. ‘Het gaat slecht in het theater, het publiek blijft weg, en als ik rondkijk, is het vanavond ook bepaald geen vetpot’. Joep Onderdelinden is best een aardige verhalenverteller, en dat is dan ook de manier hoe hij deze avond zijn verjaardag gaat vieren: met het vertellen van verhalen, een enkel lied uitgezonderd.   Met zijn redelijk ontwikkelde expressie, soepele lijf en verteltrend heeft hij al snel de gunfactor aan zijn zijde.  Hij komt sympathiek over bij het publiek en wanneer hij om  een zakdoekje bedelt als zijn verdrietige inborst opspeelt, begint een mevrouw op de eerste rij direct haar tas aan een grondige inspectie te onderwerpen. Het probleem is niet zozeer hoe hij iets vertelt, maar wat hij vertelt. Zijn verhalen zijn na een aanvaardbare opening niet bijzonder boeiend en als toeschouwer zoek je tevergeefs naar de noodzakelijke samenhang. Uit de zaal komt na een half uur nog nauwelijks respons, wat het er allemaal niet leuker op maakt. Bij de schamele liedjes die hij zingt, veert het publiek weer even op. Dit lijkt me ook de weg die hij in de toekomst het beste kan volgen, al vallen die liedjes nu nog onder de noemer ‘ heel kleine kleinkunst’.  Als persoonlijkheid heeft hij te weinig te bieden voor een soloprogramma, het lijkt me verstandig als hij tevens op zoek gaat naar een vrouwelijke partner, het liefst van het kaliber Mylene D’Anjou.  Bij de andere Youp kun je doorgaans weinig van het gebodene navertellen door de overdonderende wijze waarmee het verhaal met zijn onnavolgbare zijwegen gebracht wordt, al is diens huidige show ‘Licht’ voor Youpbegrippen een rustige vertelling, van deze Joep blijft nauwelijks iets hangen dat de moeite van het doorgeven waard is.  Uit zijn vorige show ‘DUS…’ heeft Joep het lied ‘Je bent de Twitter van je eigen leven’  overgeheld naar ‘Taart’. Het ‘lied’ heeft bewust een hoog Toppersgehalte gekregen, want het publiek wordt nadrukkelijk uitgenodigd om elkaar te filmen met de telefoon en de filmpjes vervolgens online te zetten, het liefst ter plaatse. Degenen die helemaal niets mobiels bij zich hebben, worden weggezet als zielige mensen, terwijl het toch duidelijk juist een van de  functies van het theater is om mensen even weg te halen uit die krankzinnige buitenwereld, waar die monsterlijke telefoons nu juist een Pur Sang uiting van zijn. Helaas, ondanks de taart wil het maar niet de moeite waard worden bij Joep. Helaas ook omdat duidelijk is dat deze theatermaker toch wel het nodige in zijn mars heeft. Joep moet grondig zelfonderzoek doen om zijn beste krachten naar boven te halen. Met dit soort programma’s zal hij de zaal volkomen terecht nooit vol krijgen. Bij Matroesjka gaat het er vanavond in de kleine zaal van De Kring ongetwijfeld  heel wat steviger aan toe. Blij dat ik weer op de eerste rij zit!

Joep Onderdelinden – Taart, gezien door Jaap Pleij op woensdag 26 oktober in de kleine zaal van De Kring.   


Maandag 24 oktober 2016

MARC-MARIE HUIJBREGTS SPRINGT IN DE BRES VOOR SCHOUWBURGDIRECTEUR

Een pleidooi van twee minuten was genoeg om de Stadsschouwburg van Velsen (even) landelijk op de kaart te zetten.  Cabaretier Marc-Marie Huijbregts nam het vrijdagavond als tafelheer van het televisieprogramma ‘De Wereld Draait Door’ op voor directeur Jacob Bron van Stadsschouwburg Velsen. Hij waarschuwde dat grote artiesten, waar hij zichzelf uiteraard ook onder schaarde, Velsen volgend seizoen gaan mijden als directeur Jacob Bron niet terugkeert op zijn post. Bron legde begin juni zijn functie tijdelijk neer in verband met financiële problemen. Bij diverse artiesten die Velsen regelmatig bezoeken, is die uitleg in het verkeerde keelgat geschoten. Met Huijbregts als woordvoerder vermoeden zij dat Bron via een achterdeur op straat beland. ‘Als dat inderdaad zo is, komen wij niet meer. Ik heb hierover al contact gehad met Youp (van ’t Hek) en Brigitte (Kaandorp). Zij denken er precies zo over. Dit lopende seizoen komen we gewoon onze verplichtingen na, omdat we het publiek niet in de steek willen laten. Maar een nieuw contract zit er dan echt niet meer in’, zwaaide hij met zijn priemende worstenvingertje in de lucht. Het ‘waarom van de actie’ vertelde hij er ook nog even bij. ‘Jacob is gewoon de ver personificatie van de schouwburg In Velsen. Hij legt al jaren zijn gehele ziel en zaligheid in dit theater. Als artiest zet je graag een extra stap voor Jacob. Het is voor mij ondenkbaar om straks naar Velsen af te reizen in de wetenschap dat Jacob niet meer aan het roer staat’. Bron wordt momenteel vervangen door Erik van Toor. Hij is aangesteld als interimmanager en gedurende diens afwezigheid neemt hij alle taken van Bron over.   
De Stadsschouwburg Velsen heeft te maken met grote financiële problemen. Zowel 2014 als 2015 werd afgesloten met een ton tekort, bovendien heeft de directie van de schouwburg aan de gemeente te kennen gegeven dat het eerste kwartaal van 2016 ook verliesgevend is geweest. Aan de hand van het rapport van Pro Corporate wordt nog voor het nieuwe theaterseizoen gekeken op welke manier de schouwburg uit de neerwaartse spiraal gehaald kan worden. Volgens schouwburgvoorzitter Schoondergang had het verlies van de afgelopen jaren deels te maken met de terugloop in de zaalbezetting. Het is heel opmerkelijk dat artiesten het op deze wijze opnemen voor een directeur in de verdrukking. Presentator Matthijs van Nieuwkerk was in ieder geval zo verbouwereerd door de (kennelijk onaangekondigde) actie van zijn tafelheer dat hij verder niet op de kwestie in ging en Huijbregts slechts uitnodigde om aan tafel te gaan. De situatie in Velsen heeft raakvlakken met die in Roosendaal. Ook ‘onze’ directeur Ad van Terheijden is plotseling van het toneel verdwenen en nog steeds weet niemand wat er nu precies ten grondslag ligt aan dit ‘arbeidsconflict’. Voorzitter Harry Sturm mag uit wettelijk privacy-oogpunt geen toelichting geven, omdat het hier om personen handelt. Burgemeester Niederer zweeg bij de opening van de corridor die de Kring en het Tongerlohuys met elkaar verbindt ook in alle talen over de absentie van Ad van Terheijden, voor wie inmiddels geen weg meer terug lijkt. Wrang en onbevredigend is deze gang van zaken echter wel.
FOTO JAAP PLEIJ: Ad van Terheijden kort na zijn aantreden in 2008


Zondag 23 oktober 2016

KRAFTWELL AFGETROEFD DOOR ADC UIT STEIN

Doordat rapper Fresku het zaterdag had laten afweten in De Kring was ik onverwacht in de gelegenheid om het eerste vrouwenteam van volleybalvereniging Kraftwell Symmachia voor het eerst dit seizoen in sporthal D’n Dijck aan het werk te zien.  Sport en gezelligheid gaan altijd hand in hand in D’n Dijck en ik had er dan ook niet aan moeten denken dat de volleyballers voor hun thuiswedstrijden naar de naburige sfeerloze sporthal In den Roos waren uitgeweken. Kraftwell stond deze avond tegen het altijd lastige ADC uit het Limburgse Stein. Aanvankelijk leken de Roosendaalse dames met good-old Meike van Wezel in de gelederen de volle winst in record tempo binnen te halen. Na amper tien minuten keek ADC tegen een 12-2 achterstand aan. Dat was dan ook direct het keerpunt. De jonge Limburgse ruggetjes werden gerecht en binnen enkele minuten was de achterstand teruggebracht tot 14-10.
Ik verkeerde in de veronderstelling een muzikale avond ingeruild te hebben voor een sportvertoning, maar dat bleek ietwat te voorbarig. Ik vermoed dat naast volleybal zingen de grootste hobby is van deze vrouwen uit het toch zo rustieke Stein. Vermoedelijk zijn ze allemaal lid van het plaatselijke zangkoor, want naast het spelplezier  spatte de lust tot zingen eraf.  Tot groeiende ergernis van een aanhanger van de thuisclub. ‘Dat ze zoiets bij de jonkies doen kan ik me voorstellen, maar dit is wel erg onvolwassen voor meiden van deze leeftijd’, schamperde ze. Vroeger kwam het muzikale kabaal vanaf de tribune via een irritante trommelaar, het was inderdaad even wennen dat de speelsters zich nu zelf op deze wijze (Hi, Ha, Whoppa) moed ‘inspraken’. Het hielp wel,  bij de gelijke stand 18-18 walsten de Steinse schonen over Krafwell heen en met 21-25 werd de eerste set binnengehaald.  Ook in de tweede set was ADC de dominante factor. De coach van Kraftwell probeerde het tij nog te keren door zich in de slotfase van het wapen ‘time-out’ te bedienen, maar ADC liet zich geen zand in de ogen strooien. Ook deze set was met 21-25 in de Limburgse pocket. De derde set hetzelfde laken een pak. De lusteloos ogende Roosendaalse dames wisten  geen adequaat antwoord te vinden op de Steinse aanvalsgolven, en daarmee was de wedstrijd definitief verloren. Deze keer kwam Kraftwell niet verder dan 20-25. Zelfs de zo spreekwoordelijke eer wisten ze niet te redden. ADC verslapte niet en pakte de laatste set met 19-25. Zodoende keerden ze met een 4-0 zege terug naar huis waar het ongetwijfeld nog tot in de kleine uurtjes gezellig bleef. De coach van Kraftwell moet nu gaan bedenken hoe hij zijn team agressiever en met meer inzet kan laten spelen. Dit was een regelrechte blamage uit de categorie Eens Maar Nooit Weer!             


Zondag 23 oktober 2016

NIEUW DA VINCI COLLEGE KROON OP WERK JOSEPH DEKKERS

Woensdagavond nog het stralend middelpunt tijdens een grote musicalshow waarmee de opening van het nieuwe Da Vinci College aan de Bovendonk feestelijk werd omlijst. Om na afloop niet alleen het welgemeend applaus van de enthousiaste bezoekers te mogen incasseren, maar ook nog geridderd te worden namens Koning Willy door burgemeester Jacques Niederer. Directeur Joseph Dekkers heeft ongetwijfeld wel eens slechtere weken gekend. Bij wijze van toepasselijke afsluiting mocht hij zaterdag ook nog eens ruim duizend mensen verwelkomen die een kijkje kwamen nemen tijdens de open dag.
De begroetingen ging steeds vergezeld van welgemeende felicitaties en de sympathieke Joseph Dekkers voelde zich de koning te rijk. Slechts een aantal maanden kan hij van zijn laatste ‘regeerperiode’ genieten. Aan het eind van dit schoolseizoen wenkt het pensioen. Wat moet het heerlijk zijn wanneer je je toch al rijke schoolcarrière op zo’n manier mag afsluiten? ‘Ik ben bijzonder blij dat we dit nog op tijd en op deze plek hebben kunnen realiseren. En dat na zo’n lange onzekere periode’, glunderde hij bij de entree. Daarmee verwees Dekkers naar de langdurige periode die hier vooraf aan was gegaan. Zo zou het nieuwe Da Vinci in eerste instantie onderdeel worden van het achteraf gezien veel te ambitieuze plan Stadsoevers, waarbij het schoolcomplex in de visie van toenmalig wethouder Steven Adriaansen een symbiose moest aangaan met het eveneens nieuwe gemeentehuis, dat zoals inmiddels bekend is gewoon op het vertrouwde Stadserf blijft. Nu al die sprookjes en gebakken luchtverhalen achter hem liggen, wil Dekkers lekker gaan genieten van het schooljaar dat voor hem ligt. Alle ingrediënten daarvoor zijn ruimschoots aanwezig. Behorend tot een generatie die de komst van een talenpracticum als het nieuwste van het nieuwste mocht ervaren, keek ik mijn ogen uit in dit hedendaagse onderwijsparadijs. Langs een uitgestippelde route kregen de bezoekers het gehele gebouw te zien, waarbij ze overal werden opgewacht door eveneens zeer enthousiaste docenten, die maar wat graag wilden vertellen over hun nieuwe verworvenheden. ‘Het gaat lekker met Roosendaal. Een prachtig Jan Tinbergen College op steenworp afstand, een eveneens schitterend Kellebeek College op de Oostelijke Havendijk en vorige week zondag de opening van de verbinding tussen De Kring en het Tongerlohuys’. Voor deze bezoeker was het glashelder. Ook Roosendaal heeft wel eens slechtere tijden gekend. Bij een vorige officiële gelegenheid in het oude Da Vinci begroette Joseph Dekkers de toenmalige minister Maria van der Hoeven met de historische woorden ‘Nooit gedacht dat ik als Joseph zijnde ooit nog eens Maria zou mogen verwelkomen’. Het heeft er alle schijn van dat hij de komende maanden nog wel meer hoogwaardigheidsbekleders ,mag ontvangen, want burgemeester Niederer zei het al: Dit behoort tot de vijf mooiste schoolgebouwen van Nederland. En welke bestuurder wil daar niet sfeer komen snuiven? Misschien koning Willy zelf wel met het oog op zijn drie schoolgaande dochters!         


Zondag 23 oktober 2016

KEERDE JENSEN TERUG UIT ERGERNIS OVER DE STAATSOMROEP?

 Enkele jaren terug bestond Radio Veronica het om Robert Jensen op het ochtendprogramma te zetten. Na amper drie maanden waren de luisteraars zijn brallerige gedrag zo zat dat hij stante pe werd vervangen door het vertrouwde en veel prettiger stemgeluid van Patrick Kicken. Daarna bleef het jaren stil rond Jensen en ik heb daar nooit iemand om horen treuren. ‘Hij leeft waarschijnlijk onder een onvindbare steen. Daar moet hij vooral blijven zitten’, constateerde zijn grote vijand Albert Verlinde recentelijk vergenoegd. De roddelkoning had te vroeg gejuicht. Voor RTL 5 mag Jensen zich nu op ‘een alternatieve wijze’ op de Amerikaanse presidentsverkiezingen storten. Waarschijnlijk heeft iemand in de top van de commerciële televisiezender zich zo geërgerd aan de eenzijdige pro-Clinton berichtgeving van de Nederlandse Staatsomroep  dat hij tot een tegengeluid besloot. En toen kwam vanzelf Jensen weer in beeld, de televisiemaker die er niet voor terug deinsde om op tv de borsten van Patricia Paay te betasten. Onder het goedkeurende toeziend oog van haar voormalige partner Adam Curry notabene. Een televisiemaker geheel in de geest van Trump dus!
Op zich is er wel iets te zeggen voor een tegengeluid. Met name de VPRO  was er de afgelopen weken als de kippen bij om zoveel mogelijk ingelaste anti-Trump reportages  op de buis te slingeren. Wie zocht naar een kritische beschouwing over Clinton was vrijwel geheel op Youtube aangewezen. Als in een hedendaagse Les Miserables zocht Jensen de hard-core Trump-stemmers in Ohio op. Daar hoef je in deze armzalige staat niet lang naar te zoeken. De tot op het bot gefrustreerde bewoners zouden Clinton het liefst meteen opsluiten en de sleutel weggooien. De enige weg om de fel gehate Democratische kandidaat een toontje lager te laten zingen is de gang naar de stembus. In Amerika moet je je echter eerst als kiezer laten registreren om je stem op 8 november te mogen uitbrengen. Vergenoegd constateerde de Amerikacorrespondent van een van de Staatsomroepprogramma’s dat niet opvallend meer burgers in de arme staten dan voorheen dat hebben gedaan, en dat ze al te laat zijn om alsnog in actie te komen.  Nu ook die laatste strohalm Trump door de handen is geglipt, lijkt het kat-in-het-bakje voor Clinton. Jensen is dus op een zinloze missie naar Amerika gestuurd. Pure tijd en geldverspilling, en daarom is het mij een raadsel dat Angela in haar Persgroep-column ‘Angela kijkt TV’ bekent dat Jensen haar heeft weten te raken met dit volstrekt overbodige programma. Het gaat bij Jensen bovendien altijd maar om een persoon: Jensen. De wonderen zijn inderdaad de wereld nog niet uit, wellicht duikt er nog een oude door de Founding Fathers opgestelde wet op waarin wordt bepaald dat het lot van de Verenigde Staten nooit in handen gelegd mag worden door charlatans die daar absoluut niet voor geschikt zijn, wat bij deze twee kandidaten duidelijk en aantoonbaar het geval is. Met zo’n wet in de hand kan er meteen een rode streep door deze verkiezingen worden getrokken.  Net als in Thailand zou er een afkoelingsperiode in acht moeten worden genomen van circa een jaar. In die tijd wordt Amerika geregeerd door een regent, bij voorbeeld de opperrechter van het Hooggerechtshof,  met als voornaamste taak het voorbereiden van nieuwe verkiezingen in 2018. Verkiezingen waarbij duidelijke kwaliteitseisen aan de kandidaten worden gesteld. Dat is inderdaad een draconische maatregel, maar soms zijn die nodig om de Apocalyps af te wenden!               


Zaterdag 22 oktober 2016

MARLIJN WEERDENBURG EN HELGE SLIKKER OP SFEERVOL ROVERSPAD

Vroeger had je dolende ridders. Tegenwoordig zijn het vooral succesvolle dertigers die dolen door het leven, als je Marlijn Weerdenburg mag geloven. Haar vele onzekerheden wist ze in Hilversum zo te verkopen dat een producent besloot deze zoektocht om te zetten in een televisieserie. Arjan Lubach had zijn diagnose snel gesteld. ‘Als je acteert, presenteert en musiceert en denkt dan nog wat te klagen te hebben, dan heb je last van aanstelleritus’, aldus de farao in spe. Wel of niet trouwen en ja of nee een of meerdere kinderen zijn de grote dilemma’s waar Marlijn naar eigen zeggen momenteel mee worstelt.  Zuiver rationeel geredeneerd zou ik adviseren: doe het niet, Marlijn. Toen ik je vrijdagavond bezig zag in De Kring kreeg ik in eerste instantie de indruk dat je leven goed in balans is.
Alleen maar leuke dingen doen en daar ook nog eens dik voor betaald worden, velen zouden er voor tekenen, waarom zou je dat mogelijk in de waagschaal stellen voor grote onzekere niet meer terug te draaien stappen, waarvan het maar de vraag is of je daar gelukkig van wordt. Bedenk dat ruim zeven miljard kinderen voorlopig wel even genoeg is voor Moeder Aarde om te herbergen en waarom zou je daar een onnodige bijdrage aan leveren? Het zal jou toch ook opgevallen zijn dat vrouwelijke columnisten wanneer ze eenmaal kroost hebben geproduceerd snel veranderen in vervelende zeurkousen, die hun lezers constant lastig vallen met het wel en wee van hun nageslacht. Wel of niet trouwen, daar hoef je toch niet lang over na te denken zeker? Hou het lekker vrijblijvend, en als de liefde over is, kijk dan gewoon op je gemak weer verder. Zuiver rationeel gezien is er dus geen enkele reden voor je klaagzang. Aan de andere kant is het leven ook een constante strijd tussen het verstand en het hart. Althans in romantische zin verwoord. In biologische zin zijn emoties echter ‘affectieve reacties die worden gereguleerd door het limbisch systeem in de hersenen’. Als dit systeem wordt geprikkeld kunnen er allerlei fysiologische reacties ontstaan, zoals een verandering in gelaatsuitdrukking, autonome reacties zoals een verhoging van de hartslag, trillen van de stem en het knipperen van de ogen. Al deze emoties zijn moeilijk in een liefdeslied te vangen en daarom is het wel zo handig om te spreken van ‘het verstand en het hart’, hoewel het hart niets met het gevoelsleven te maken heeft en ‘slechts’ de motor is die het lichaam aan de gang houdt. Wel kan het hart harder gaan kloppen bij emotionele uitbarstingen, maar dat is dan slechts een gevolg van in de hersenen ontstane fysieke processen. Maar Marlijn, toen ik je lichaamstaal zo vanaf de hoek van de eerste rij bestudeerde, bekroop me bij nader inzien toch het gevoel dat je niet helemaal lekker in je vel zat. Je bent professional genoeg om het publiek daar niets van te laten merken, maar je ietwat verdrietige oogopslag liet zich voor de observator met gevoel voor detail toch niet wegcijferen. Goede weloverwogen raad is in deze dus niet bepalend, die strijd moet je tussen je eigen oren zien uit te vechten. Wat let je zo lang je geen knopen kan of durft door te hakken gewoon nog even op deze voet door te gaan! Want ‘die voet’ waarmee jij je nu in de theaters beweegt, mag er zijn.  Het echte huwelijk mag dan nog even op zich laten wachten, de muzikale band die je nu al drie programma’s met Helge Slikker onderhoudt, is er een om te koesteren.  Jullie tweede concerttour TRAVELLERS kon vorig seizoen in De Kring nog ondergebracht worden in de Rabobankgalerie. Dat was met ‘Bonnie and Clyde’ met ‘de beste wil’ te wereld niet mogelijk.  Gastheer Mon Puttiger kon bij de entree melden dat het heel druk zou worden die avond en dat lang niet alle bezoekers gekomen waren voor het zoveelste deel van ‘Jeans’, ‘Magic’ getiteld deze keer. De echte magie was echter bij jullie in de kleine zaal te vinden, en hoewel het verhaal dat jullie over het roemruchte roversduo vertelden de toets der kritiek niet geheel kon doorstaan, was er in muzikaal opzicht heel wat te genieten. Het gaat bij jullie ook niet om de retoriek, in de muziek ligt de overtuigingskracht. .Het concert kent geen echte hoogte- of dieptepunten, maar zit wel heerlijk evenwichtig in elkaar. Net als bij TRAVELLERS heeft Helge Slikker in het korte maar heftige leven van Bonnie and Clyde, waarin geen enkele ruimte was voor dilemma’s, genoeg inspiratie weten te putten om er gedurende bijna zes kwartier (gelukkig zonder pauze) een boeiende voorstelling van te maken. Jammer dat er geen filmbeelden bij werden vertoond. Dat had het geheel wat levendiger gemaakt en zou ook de regie, voor zover daar sprake van was, ten goede zijn gekomen. Vrijheid en geluk waren voor Bonnie and Clyde niet weggelegd, ik hoop dat je daar de nodige gevolgtrekkingen aan verbindt voor de weg die je vanaf nu wilt inslaan, Marlijn!

Miss Molly & Me - Bonnie and Clyde, gezien door Jaap Pleij op vrijdag 21 oktober in de kleine zaal van De Kring.  


Vrijdag 21 oktober 2016

ACADEMISCHE LEZING OVER AMERIKAANSE PRESIDENTSVERKIEZING

Kees van der Pijl, emeritus-professor aan de University of Sussex in Engeland in Internationale Betrekkingen en directeur van het Centre for Global Political Economy, verzorgt op 1 november een lezing over de Amerikaanse presidentsverkiezingen in het Jan Tinbergen College aan de Burgemeester Schneiderlaan. Het JTC werkt hierbij samen met het ThemaForumRoosendaal dat geregeld met wisselende partners lezingen met een academisch gehalte organiseert.    
Van der Pijl gaat in zijn lezing in op de achtergronden van de democratische kandidaat Hillary Clinton en haar republikeinse tegenstrever Donald Trump. Beide kandidaten zijn of lijken betrokken te zijn bij een record aantal incidenten, de discussies zijn feller dan ooit, sinds het tweede verkiezingsdebat wordt er zelfs gesproken over de ‘vuilste presidentsverkiezingen ooit’.  Wat betekent dit voor ons? Voor Europa, voor Nederland, voor de westerse wereld, voor internationale organisaties? Misschien zelfs wel voor democratie, voor vrijheid? Op deze en andere vragen zal Van der Pijl een antwoord formuleren.  Hoewel er al van alles over het tweetal gezegd en geschreven is, geeft de spreker tevens aan wat we van deze kandidaten kunnen verwachten als ze hun intrede doen in het Witte Huis.  Ondanks de sterke opkomst van China en de heropstanding van Rusland is de USA nog steeds de leidende macht in de wereld. ‘Zowel politiek als economisch als militair geeft het land mondiaal de toon aan. Als zo’n land een nieuwe leider krijgt, dan is dat van belang voor elk land, voor elke economie.  Wat betekent de uitkomst voor Europa?  Welke koers gaat Amerika varen?  Zijn de kandidaten in staat om de oorlogen te beëindigen of komt er nog meer chaos?’, aldus de organisatie.  Kees van der Pijl heeft lesgegeven op universiteiten in Frankrijk en Italië. Hij werd als enige Nederlander uitgenodigd om samen met andere bekende wetenschappers projecten uit te voeren over de rol van Engeland en Amerika in de wereld.  Zijn boeken zijn regelmatig bekroond met prijzen waarvan het boek ‘Nomads, Empires, States’ (Pluto, 2007) met de Deutscher Memorial Prize in 2008 de bekendste is. Momenteel werkt hij aan een boek over de vliegramp MH17 boven Oekraïne. Na zijn terugkeer in Nederland heeft hij vanaf  2013 artikelen geschreven waarin hij waarschuwt voor  de gevaren van rechts-extremisme en het weer opkomende fascisme.  De lezing is in eerste instantie bedoeld voor leerlingen van het JTC. Maar ook voor bezoekers van buiten de school is het mogelijk de lezing bij te wonen. Belangstellenden kunnen zich aanmelden via  info@jtc-roosendaal.nl. De lezing begint om 15.30 uur en duurt tot circa 17.00 uur.


Donderdag 20 oktober 2016

WELKOM BIJ DE FRESKU SHOW VERPLAATST NAAR 7 DECEMBER

 De voorstelling ‘welkom bij de Fresku show’ die voor zaterdag 22 oktober in de Kring stond gepland, is wegens persoonlijke omstandigheden verplaatst naar naar woensdag 7 december. Als reden voor deze verplaatsing is opgegeven dat de naamgever Fresku onlangs vader is geworden. Het bekende theatercredo ‘Show must go on’, door Queen destijds zo mooi bezongen, is aan deze Fresku dus kennelijk niet besteed.
Voor 7 december staat reeds Yentl en de Boer met ‘De snoepwinkel is gesloten’ geprogrammeerd in de grote zaal, deze verplaatsing is op zijn zachtst gezegd dus niet handig gekozen. Een theatermaker die om deze reden een voorstelling verplaatst, zou wat mij betreft nooit meer terug hoeven te komen.  Daarnaast vind ik twee voorstellingen op een avond geen geslaagde combinatie. De infrastructuur, en dan met name het horecagedeelte, is daar niet optimaal op berekend. De recente opening van het café Over de Tong biedt wat dat betreft ook geen soelaas.


Donderdag 20 oktober 2016

"VOOR HET BLOK" GEEN STRUIKELBLOK VOOR DRIEMAALPLANKENKOORTS

De leden van DrieMaalPlankenkoorts hebben het publiek in De Kring woensdagavond vermaakt met datgene wat het gezelschap gewoon het beste ligt: improvisatietheater in zijn meest pure vorm. Aan de hand van de zeven hoofdzonden kregen de acteurs prikkelende situaties voorgeschoteld. Het ligt in de lijn der verwachting en het is zeker aan te bevelen dat ze op deze weg voortborduren. De vaste crew kreeg voor deze productie versterking van Bianca Mathijssen-Rommens en Stef Broos. Dat bleek een gouden greep. Aan het eind van het vorige theaterseizoen organiseerde DMP een workshop in de kleine zaal van De Kring waarbij mensen in het publiek de kans kregen om zelf een rol te spelen in de geïmproviseerde scenes. Stef Broos en zijn echtgenote maakten gretig gebruik van deze geboden mogelijkheid. Natuurlijk is Stef bepaald geen onbekende in de West-Brabantse culturele kringen. Het publiek maakte in artistiek opzicht voor het eerst kennis met hem via het door Wil Broos (geen familie) opgerichte koor Close-Up, later manifesteerde hij zich vooral als solist bij gerenommeerde gezelschappen als Max-Mini uit Etten-Leur, BOV uit Bergen op Zoom en bij ‘onze eigen’ theatergezelschappen ROOS en het Invitéater.
Toneelspelen ging hem toen ook best redelijk af. Ik moet toegeven dat nu ik hem weer aan het werk zag in DMP-verband het toneelbloed ook bij mij weer begon te kriebelen. Op de website van DMP is te lezen dat ze zich voor deze productie moedwillig voor ‘het blok’ hebben laten zetten. In de praktijk waren de improvisaties allerminst een hinderblok. Integendeel zelfs! Wat regisseur en spreekstalmeester Corné van Sprundel ook aan opdrachten uit de kast haalde, ze wisten er telkens een leuk en onverwacht einde aan te breien. Van Sprundel ging daarbij steeds een stapje verder. In het begin kwamen alle opdrachten uit zijn eigen koker, later mocht ook het publiek zich ermee bemoeien door de acteurs letterlijk in de ‘eindstand’ te zetten. Heel indrukwekkend om te zien hoe ze zich daar steeds kundig naar toe wisten te werken, van forceren was geen enkele keer sprake. De vaste kern, Bas Ambachtsheer, Dragan Zuikerbuijk en Ad Paantjes maken via genre nog steeds progressie door. Het drietal heeft in de loop der jaren steeds meer oog gekregen voor de details die bepalend zijn voor een geslaagde missie. Myrthe Michielsen heeft de laatste restjes schroom krachtig van zich afgeworpen, wat in haar staat stelt om zich (figuurlijk) volledig bloot te geven. Vooral in de slotscene, waarbij het hele ensemble op het podium stond, hanteerde Michielsen als enigszins asociale moeder met het hart op de tong het motto ‘alle remmen los’. Ik hoop haar vaker zo onbeschroomd bezig te zien. Deze scene, uitmondend in een massale knokpartij, was een mooie apotheose van een boeiende toneelavond. Een logische stap die DMP mijn inziens nu moet zetten, is het begrip ‘totaaltheater’ vertalen naar de totale Kring, waarbij dus net als bij de kamermuziekreeks ‘Fontys meets De Kring’ alle ruimten van de schouwburg in principe gebruikt kunnen worden. De openings- en/of slotscene zou zich kunnen afspelen bij de entree en de garderobe, waardoor de uitermate gastvrije portier Mon Puttiger automatisch deel uitmaakt van het decor. De vervolgscene in de theaterfoyer en het nieuwe café Over de Tong, om pas van daaruit de overstap te maken naar de kleine zaal. Ideaal voor de zondagmiddag, wellicht in het verlengde van ‘Fontys meets De Kring’. Eerst vanaf 11.00 genieten van alternatieve kamermuziek onder toeziend oog van Martyn Smits, gevolgd door een eenvoudige- doch voedzame brunch, en afgesloten met een boeiend stuk improvisatietheater, waarbij het mogelijk moet zijn om slechts een gedeelte van het programma bij te wonen. Geen der bezoekers hoeft zich dus volledig ‘voor het blok’ geplaatst te zien. ‘Martyn Smits meets DMP’, dat moet haast wel tot een mooie culturele kruisbestuiving leiden!


Dinsdag 18 oktober 2016

WAAROM WOUTERSE EN EDERVEEN NIET ALS "IJZEREN HEINEN"?

‘Walden’ staat sinds de succesvolle opvoering tijdens het Oeralfestival te boek als een onmiskenbare theaterhit, wat ik vooraf ook niet zo verwonderlijk vond. Een tragikomedie voor de hele familie met Jack Wouterse en Arjen Ederveen is goed voor de nodige voorpret. Als Ederveen dan ook nog eens het verhaal heeft bedacht en de theaterteksten uit zijn scherpe- doch komische pen heeft laten vloeien, zijn de verwachtingen zelfs extra hoog gespannen.

In ‘Walden’ schetst Ederveen een dubbelportret van twee broers die aan het eind van hun bonte leven op elkaar zijn aangewezen.  Veel hebben ze niet meer te melden en de conversaties beperken zich daarom tot de dagelijkse, huiselijke beslommeringen. Vanwege de herkenbaarheid werken de scenes nogal gemakkelijk op de lachspieren, maar het is al met al te mager om gedurende zes  kwartier te blijven boeien.  De broers hebben weinig meer om handen dan de tuin een beetje op orde houden. Uiteraard begreep Ederveen dat er toch iets moest gebeuren om dit minimalistische samenzijn in de marge naar een wat hoger plan te tillen, anders zou het publiek vanwege het volledig ontbreken van een spanningsboog in slaap sukkelen, net als de broers bij tijd en wijle op het podium.  De meest wakkere van het tweetal krijgt een brief in handen die voor zijn huisgenoot is bestemd.  Wat er in staat, blijft onduidelijk. Het is voor de ontvanger in ieder geval reden om zijn broeder in het ongewisse te laten. Dat verstoppertje spelen houdt uiteraard geen stand en in de slotscene komt toch de aap uit de mouw, of liever gezegd: de brief uit de achterzak.  ‘Walden’ moet het dus echt van de (tragi-komische) humor hebben. Ederveen slaagt daar ook geregeld in.  Er is geen interactie met het publiek, maar de wijze waarop het duo de spot drijft met de eerste rijen als ze de planten en bloemen gaan benoemen, is een uiterst sterke vondst.  In dat schaarse moment komen Ederveen en Wouterse het beste uit de verf. Het beeld van de broers die zich ondanks hun gekibbel krampachtig aan elkaar vastklampen heeft ook wel iets aandoenlijks, maar per saldo –zeker als je de lange staat van dienst van deze acteerkanonnen in ogenschouw neemt – scoort deze voorstelling maar net een voldoende.  Als Alize Zandwijk nog een productie met Ederveen en Wouterse overweegt, dan nodig ik haar graag uit om zich te laten inspireren door de Ijzeren Heinen van ‘Man Bijt Hond’. In dit ‘ijzersterke’ onderdeel van een van de beste programma’s uit de omroephistorie werden de ‘samenwerkende’ broers Jan (1917-2008) en Auke Visser (1918-2014) gevolgd tijdens hun handel in oud ijzerwerk. In en rond Leeuwarden speurden ze de omgeving af naar oud ijzer om die handel met een liefst stevige winst weer door te verkopen. Hun zakelijke inzichten lieten zich nauwelijks combineren, en in plaats van elkander aan te vullen gingen Jan en Auke vaak rollebollend over de grond. Met hun gekibbel schreven ze omroephistorie. Het lijkt me dat hier voor een regisseur met gevoel voor menselijke verhoudingen meer uit te halen is dan uit een situatie zoals geschetst in ‘Walden’. Schreeuwende broers zijn voor het publiek ook veel beter te verstaan dan broers die al lang berusten in hun uitzichtloze bestaan. De verstaanbaarheid liet dan ook regelmatig te wensen over.  In februari 2008 is er een DVD uitgekomen van de Ijzeren Heinen. Een van hun botsingen was zelfs genomineerd voor het ‘TV-moment van het Jaar’. Ook op Youtube is het nodige van de kleurrijke Heinen terug te vinden. Studiemateriaal genoeg dus voor Alize Zandwijk. 

Walden – RO Theater, gezien door Jaap Pleij op vrijdag 14 oktober in de kleine zaal van De Kring.      


Maandag 17 oktober 2016

TRIJNTJE OOSTERHUIS VERVALST TELKENS WEER

 Taalkundige Jan Stroop uit Heerle riep Trijntje Oosterhout jaren geleden uit tot de ultieme ambassadeur van het door hem ontdekte Poldernederlands (een nieuwe variant van het ABN, dat ’t meest gehoord wordt bij hoogopgeleide vrouwen). Het liedje waar ze mee bekend werd, de Zee’, klonk vanaf de middenstip van de ArenA als ‘De see’. Maar ook bij andere bekende artiesten bespeurde Stroop een aardig bekkie Poldernederlands. Zo klonk Blijf bij mij, gezongen door Ruth Jacott als ook door Paul de Leeuw, als Blaaif baai maai, en zingt Marco Borsato in het liedje Rood niet alleen blaauw maar ook jaau (jou) en haau (hou).

 

Stroop had toen sterk de indruk dat deze klanken vooral geproduceerd werden door 'jonge vrouwen die succesvol zijn in de creatieve en artistieke sector'. Op Wikipedia worden de bevindingen van Stroop als volgt uitgelegd: ‘Hij ziet dit zelf als een resultaat van de vrouwenemancipatie, waardoor vrouwen niet langer genoodzaakt zijn aan te sluiten bij de uitspraakvarianten met de hoogste burgerlijke status’. Stroop voorspelde toen dat het Poldernederlands het nieuwe Standaard ABN zou worden. Als argument voerde hij aan dat de meeste kinderen tijdens het proces van taalverwerving voornamelijk de uitspraak van hun moeder overnemen. Als moeders anders spreken, heeft dat zijn weerslag op de uitspraak van de generatie die zij opvoeden. Een belangrijke rol in dit proces spelen ook crèches, die voor het grootste deel geleid worden door vrouwen, en het basisonderwijs waarin het aandeel vrouwelijke leerkrachten vanouds al groot is, tegenwoordig zelfs ruim overheersend’. Het is helaas jaren geleden dat ik Stroop voor het laatst gesproken heb en weet dus niet of hij er nog zo over denkt. Als Trijntje echter in een televisieprogramma verschijnt, leg ik automatisch de associatie met onze taalkundige uit Heerle. Ik ging op woensdag 12 oktober daarom eens extra goed zitten voor ‘De Wereld Draait Door’ van die avond. Matthijs van Nieuwkerk had weer iets bedacht dat hij deze avond zou lanceren. Nou ja, zeg maar goed gepikt van Amerika, waar de meeste van ‘onze’ briljante ideeën immers vandaan komen. In de VS kennen ze al jaren het ‘Great American Songbook’, waarin evergreens steeds aan nieuwe artiesten worden doorgegeven. ‘Dat kunnen wij ook’, dacht Matthijs en op deze bij voorbaat ‘historische avond’ lanceerde hij het Groot Nederlands Songbook. Aan Wende Snijders en Trijntje Oosterhuis de eer om de eerste passages van het ‘boek’ in te vullen. Snijders koos voor ‘Als de liefde niet bestond’, dat Toon Hermans tegen het einde van zijn leven voor zijn overleden vrouw Rietje had geschreven, Dat bracht ze heel mooi en sober voor het voetlicht. Nadat ze in 2015 met haar songfestivallied ‘Walk Along’ heel snel was uitgezwaaid door het (internationale) publiek was dit voor Trijntje de uitgelezen mogelijkheid om zich te revancheren. Maar helaas, zo relatief kort na ‘bye bye, zwaai zwaai’ uitgevoerd in een belachelijke ballonjurk, wat Trijntje bovendien haar ‘vriendschap’ met Anouk kostte, ging de domineesdochter opnieuw zwaar de fout in. Ze was zo onverstandig te kiezen voor ‘Telkens weer’ uit de film ‘Rooie Sien’, dat helaas voor Trijntje nu eenmaal onlosmakelijk is verbonden met Willeke Alberti. Al bij de eerste uithaal, waarin geen flintertje Poldernederlands viel te herkennen, gingen mijn haren recht overeind staan. Wat was dit gruwelijk vals, ook in de rest van het lied wist ze de juiste (toon)hoogte niet te vinden. Vreemd dat niemand in haar omgeving zo verstandig was om te zeggen ‘Trijntje doe het niet, dit is geen lied voor jou’. Dit leverde wel een heel letterlijk valse start op voor Matthijs zijn Groot Nederlands Songboek. Het is in ieder geval niet te hopen dat deze live-versie daarin wordt opgenomen. Auteur Friso Wiegersma heeft zich ongetwijfeld omgedraaid in zijn graf en componist Ruud Bos ‘geloofde’ zeer waarschijnlijk zijn oren niet. ‘Heel vreemd’, om met Arjan Lubach te spreken, ‘dat deze misser door niemand is opgepakt, zelfs door Lubach niet. Daarom zeg ik het maar: alsjeblieft Telkens (Nooit) weer Trijntje Oosterhout. Laat Willeke Alberti het gewoon zelf nog een keer inzingen voor Matthijs zijn Groot Nederlands Songbook. Mooier kun je het echt niet krijgen!

 


Maandag 17 oktober 2016

FRANS HANGT ER VOORTAAN EXTRA ROOS-KLEURIG BIJ

 Als geen ander kon hij het verhaal van Roosendaal vertellen. Dat was de in november 2013 overleden Frans van der Groen bij de opening van de nieuwe gezamenlijke entree van De Kring en museum Tongerlo helaas niet gegeven. Sinds afgelopen zondag leeft hij echter niet alleen in veler harten voort, als eerbetoon aan deze alleskunner is een kunstwerk onthuld met zijn kenmerkende beeltenis. De kunstenaars Leon Vermunt en Ruben van de Ven hebben hun schepping in de stadsfoyer Over de Tong aan het met Roosendaalse rozen geplaveide plafond bevestigd.

 

De beeltenis van Frans, ‘de zo bekende lach waar hij dat tongetje op miraculeuze wijze bij wist te betrekken’ (uitspraak vorige burgemeester Marijnen, JP), is slechts het begin van een levensboom waar in de loop der jaren nog veel meer portretten van karakteristieke Roosendalers aan komen te hangen. Direct na het overlijden van de bij leven al legendarische spreekstalmeester gingen er stemmen op om hem op tastbare wijze blijvend te eren. Zo stelde de PVC voor om een standbeeld voor hem op te richten op het Tongerloplein. Het kunstwerk werd even na 14.00 uur onthuld door zijn zoon Frans Junior en dochter Jasmijn. Frans Jr. zei zich mede namens zijn zus zeer vereerd te voelen. Daarbij noemde en roemde hij nadrukkelijk zijn vroeg overleden moeder die vader Frans altijd de ruimte had gegeven om zich ten volle te ontplooien. Grote afwezige bij het openingsspektakel was schouwburgdirecteur Ad van Terheijden, die vanwege een nog immer niet opgehelderd arbeidsconflict ‘ziek’ thuis zit. Heel terecht dat Frans JR. diens niet weg te cijferen aandeel in het geheel ferm onderstreepte. Burgemeester Niederer haalde in zijn openingswoord het op het Tongerloplein aangebrachte bordje ‘Cultuur Verbindt Mensen’ nog eens aan. ‘Cultuur maakt dat we ons dicht bij elkaar voelen. Roosendalers zijn niet altijd overtuigd van de schoonheid van de stad, toch heb ik het gevoel dat de mensen steeds nader tot elkaar raken, en deze prachtige combinatie van twee bestaande gebouwen zal daar zeker aan bijdragen’. Ondanks dat zijn beeltenis in zwart-wit is uitgevoerd, stelde Niederer dat Frans van der Groen op zijn eigen wijze de stad kleur heeft gegeven en een wezenlijk onderdeel is geworden van het DNA van Roosendaal. ‘Degenen die hier straks aan worden toegevoegd, zijn allemaal op een of andere wijze dragers van de stad. Het kunstwerk van Ruben en Leon gaat ongetwijfeld functioneren als een Perpetuum Mobile, het zal constant in beweging zijn! Ik hoop dat jong en oud zich laten inspireren in zien, zijn en doen’. Voorzitter Carl Suijkerbuijk van het IQ Aarmoeinieke, het deftige carnavaleske gezelschap dat Frans na Laurent van Mansfeld zo lang gezicht gaf, zei dat zijn illustere voorganger hield van mensen die het leven weten te vieren. ‘Dit is een goede plek voor zijn beeltenis zo onder de rozen van Roosendaal, te meer daar het zo dicht bij de bar hangt. Na afloop van onze vergaderingen en bijeenkomsten ging Frans altijd als laatste naar huis, maar nooit voor hij uitnodigend had uitgeroepen ‘Mannen, we vatten er nog een’. Wel, gelukkig hoeft hij nu nooit meer als laatste naar huis. Frans heeft hier zijn definitieve plek nu wel gevonden’. Aansluitend hief het IQ het ‘Slavenkoor’ aan, een compositie die nooit was weg te denken bij publieke optredens van het IQ. De officiële openingshandeling en toespraken werd door een groot aantal belangstellenden bijgewoond. Aansluitend namen velen een kijkje in het museum dat een volledige facelift heeft ondergaan. In alle ruimtes wordt nu ‘Het verhaal van Roosendaal’ verteld. Jan Mol zal wel trots zijn als hij een dezer dagen het Tongerlohuys bezoekt. Zijn ‘portret’, met tientallen foto’s ingevuld, siert een hele wand in het museum. Het verhaal wordt onder meer verteld aan de hand van historische foto’s van de rijke wielergeschiedenis, het spoor en het carnaval. Het Tongerlohuys is nu een echt knopjesmuseum, waarmee vooral op jeugdige bezoekers wordt gemikt. ‘Jongeren vinden het leuk om dingen zelf te ontdekken. Daar krijgen ze nu alle gelegenheid toe’, aldus een vrijwilligster. Oud-directeur van De Kring, Leo Kievit, liep met een voldaan gevoel rond in de corridor. ‘Bij mijn aantreden in 1983 had ik dit al willen doen. De toenmalige voorzitter van het museum (toen nog De Ghulden Roos, JP) wilde daar echter helemaal niets van weten. Ik ben blij dat dit uitstekende plan, dat op een prachtige wijze ten uitvoer is gebracht, ten langen leste toch is gerealiseerd’.

 

Voor meer informatie over Frans van der Groen, zie het boek ‘Roosend(w)alers 3’ (2014) van Jaap Pleij. De laatste exemplaren van dit boek zijn nog bij de auteur verkrijgbaar.

 

FOTO: Frans van der Groen is nu voor eeuwig verbonden met Roosendaal.

 


Vrijdag 14 oktober 2016

MAARTEN GEEFT EEN TYPISCH VAN ROSSEM-COLLEGE IN DE KRING

 Een wel heel speciaal publiek deze avond in De Kring’, constateer ik bij de entree. De meeste bezoekers zien er opvallend belezen uit. Ze wekken ook niet de indruk op weg te zijn naar een theatervoorstelling. Hoewel het programma van deze avond is aangekondigd als theaterlezing is het dat niet echt. Maarten van Rossem is hoe onderhoudend en soms ook komisch toch altijd een hoogleraar gebleven. Het podium in de grote zaal heeft deze avond het karakter van een gapend gat. Er staat slechts een schriel tafeltje opgesteld, voorzien van enkele kopjes, suikerzakjes en een grote kan water, waar de maestro gedurende de hele avond energie en inspiratie uit blijft tanken.

Doodgemoedereerd wandelt Van Rossem klokslag acht uur het podium op, waar hij direct met een open doekje wordt onthaald. ‘Goh, ik heb nog niets gedaan en nu al applaus’. Het publiek hoeft echter niet lang op ‘Sombermans Actie’ te wachten. Aan de hand van de ‘doorgeschoten individualiteit’ fileert hij nauwgezet de huidige toestand in de wereld. Het besef dringt al snel door. Van Rossem houdt geen lezing, hij geeft college. Hij stelt regelmatig vragen aan het publiek op de eerste rijen, maar lijkt niet bijster geïnteresseerd in de antwoorden. De reacties ziet hij vooral als een bevestiging van wat hij al lang denkt te weten. ‘Wie is er vanavond alleen naar deze voorstelling gekomen?’, zo informeert hij quasi belangstellend. Slechts zeven vingers gaan omhoog. ‘Zie je wel, in ieder geval in dit deel van West-Brabant valt het wel mee met de doorgeschoten individualiteit’. Van Rossem had beter kunnen vragen wie er nooit zijn vinger opsteekt als de man of vrouw op het podium iets vraagt, want ook vraag nummer twee ‘Wie is er in gezelschap gekomen?’, levert niet al te veel vingers op. De hardnekkige weigering van het overgrote deel van het publiek om de artiest ter wille te zijn, is volgens mij juist een niet weg te poetsen blijk van de doorgeschoten individualiteit. De zelfbenoemde voetbalanalyticus René van der Gijp maakte zich twee jaar geleden tijdens VI Oranje in het Scheveningse Kurhuis onsterfelijk belachelijk door Maarten van Rossem op tenenkrommende wijze te schofferen. ‘Die ouwejaarsuitzending van jou duurde twee uur, en dat was twee uur te lang’. Toen ook de professors persoonlijke hygiëne ter discussie werd gesteld, zou niemand het Van Rossem het kwalijk hebben genomen indien hij was opgestaan en weggelopen. Hij bleef echter gewoon zitten en maakte er maar het beste van. Een excuus bleef uit. Zelfs Johan Derksen, die altijd de mond vol heeft van normen en waarden als de mensenrechten in Saoedi-Arabië ter sprake komen, lachte mee met de veelal dronken Oranjeleeuwen in het Kurhaus. Deze avond in De Kring liep er niemand weg. Terecht, want hoogstaande voordrachten van dit kaliber zijn tegenwoordig een zeldzaamheid in de theaterwereld. Ondanks dat alle visuele hulpmiddelen ontbreken, houdt hij moeiteloos constant de aandacht vast. Hij bedient zich daarbij van prikkelende stellingen, zoals ‘Al die referenda, bindend of raadplegend, kunnen het beste zo snel mogelijk worden afgeschaft. Maandenlang hebben wijze koppen zitten schaven aan het Europese handelsverdrag met Oekraïne en dan weet een nitwit als Jan Roos via zijn computer genoeg handtekeningetjes te verzamelen om hier een referendum over te laten houden, terwijl Nederland in de onderhandelingen nooit een voorbehoud heeft gemaakt. Met die referendumwet hebben we ons dus in een klap belachelijk gemaakt. Onbegrijpelijk dat de Tweede Kamer zo’n gedrocht heeft aangenomen. En dan rolt er nog een afkeuring uit ook!’ Ach ja, die doorgeschoten individualiteit maakt nu eenmaal meer slachtoffers dan Maarten van Rossem lief is. Het is al eerder vastgesteld en ik zag het deze avond weer bevestigd. Maarten van Rossem is niet het snelste jongetje van de klas, ook niet de grappigste. Of hij de slimste is, daarover zijn de meningen verdeeld. Zijn opinies laten in ieder geval nauwelijks ruimte voor twijfel. Wie na deze avond nog van plan is om in maart 2017 op Jan Roos of een van die soortgelijke clowns te stemmen, heeft kennelijk met zijn oren dicht zitten ‘luisteren’, zo houdt hij zijn gehoor voor. Een blik op zijn horloge leert dat het bijna tien uur is. Het is mooi geweest, concludeert Sombermans, en hij maakt er meteen een einde aan. Wie hem nog wat wil vragen, moet hem maar even aan een van de traditioneel zwart getooide mouwen trekken! De woorden ‘Trump’ en ‘Clinton’ heeft hij nauwelijks in de mond genomen, aan de deze dag overleden koning Bhumibol (88) van Thailand gaat hij zelfs geheel voorbij. Toch wel vreemd voor een cynicus die zich graag laat inspireren door de waan van de dag!

Theaterlezing Maarten van Rossem – Gezien door Jaap Pleij op donderdag 13 oktober in de grote zaal van De Kring.


Vrijdag 14 oktober 2016

GRAND CAFÉ "OVER DE TONG" VERBINDT MUSEUM EN SCHOUWBURG

 Ruim driekwart jaar is er gebouwd en verbouwd om De Kring en museum Tongerlohuys letterlijk met elkaar te verbinden, maar zondag 16 oktober vanaf 13.00 uur kan iedereen het resultaat bewonderen. Cultuur verbindt vanaf dat moment letterlijk mensen. Er is een programma samengesteld met activiteiten voor jong en oud. De vroegere pastorie van de Sint Janskerk is sinds de bouw in 1762 zelden zo grootscheeps verbouwd. In het Tongerlohuys zijn muren weggebroken ruimtes vergroot en daken vernieuwd.

Een nieuwe corridor verbindt het Tongerlohuys met De Kring. Vanaf nu is de eerste verdieping ook toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Van traditioneel museum naar eigentijds erfgoedcentrum, dat was de opdracht die de ploeg inrichters en tentoonstellingsmakers hebben uitgevoerd! In het Tongerlohuys wordt voortaan Het Verhaal van Roosendaal verteld. Vijf iconen nemen het publiek mee door de geschiedenis van stad en streek, gesymboliseerd in het Liga-meisje, meneer pastoor, de conducteur, burgemeester Schoonheijt en een nu nog onbekende vijfde icoon. Bijzonder is dat het verleden wordt gelinkt aan het heden met een voortdurend wisselende invalshoek.
Wie wil snuffelen in de Roosendaalse historie kan terecht in het HIP, het Historisch Informatie Punt, bestaande uit foto’s, kranten, een genealogische database, documentatie en een bibliotheek.

De ingang van het Tongerlohuys is verplaatst van de Molenstraat naar het Tongerloplein aan de Kerkstraat . De draaideur leidt naar het spiksplinternieuwe Grand Café ‘Over de Tong’ . Een moderne en sfeervolle plek waar bezoekers van woensdag t/m zondag vanaf 13.30 uur tot de vroege avonduren terecht kunnen. Op de menukaart staan verrassende dranken en gerechten. Bij mooi weer zijn de terrassen in de Tongerlotuin geopend. Iedereen is uitgenodigd om op zondag 16 oktober een rondgang te maken door het Tongerlohuys aan de hand van het Zuidelijk Toneel dat als reisgids functioneert voor
Het Verhaal van Roosendaal. Over de Tong serveert deze middag hapjes van de kaart, die gratis te proeven zijn, terwijl een live-dj zijn elpees en singles van vroeger draait. Deze dag is tevens de aftrap van een bijzonder project; het Tongerlohuys verzamelt een heel jaar lang mokken met een persoonlijk verhaal over Roosendaal. Deze zondag zijn de kinderen (of eigenlijk de ouders) uitgenodigd een mok met oor mee te nemen. Gedurende het jaar kunnen alle Roosendalers hun mok met verhaal inleveren. Van alle mokken wordt uiteindelijk één groot kunstwerk gemaakt. Daarnaast kunnen kinderen een eigen verhaal of avontuur schrijven, typen, plakken en tekenen. Het kunstwerk 'Stadsgezichten', ontworpen en gemaakt door Léon Vermunt en Ruben van de Ven wordt ook deze middag om klokslag 14.00 uur onthuld door burgemeester Niederer als blijvende herinnering aan het in 2013 overleden icoon Frans van der Groen. Dat is slechts het begin van een cultuurboom die de komende jaren een flinke groei zal doormaken.

FOTO: Frans van der Groen wordt geëerd op een manier die past bij een man van zijn statuur.


Vrijdag 14 oktober 2016

HET GAAT SPOKEN IN HET OPENLUCHTTHEATER VROUWENHOF

 Na volop van de zomers omstandigheden te hebben geprofiteerd, maakt het organisatieteam van het Openluchttheater Vrouwenhof zich nu op voor een evenement van een heel ander en vooral duister gehalte. ‘Het gaat hier spoken op zaterdag 29 oktober’, belooft het visitekaartje Fleur van der Plas.

Met meer dan 85 vrijwilligers, KVW en Zinc zorgen we voor een onvergetelijke avond met acts en griezeleffecten om de bezoekers Halloween in alle facetten te laten ervaren’, aldus Fleur die zelf ongetwijfeld als lichtbakentje zal fungeren. Een spectaculair optreden van dansstudio Sisa en een vurige, wereldberoemde verrassingsact maakt de tocht door het openluchttheater compleet. Jong en oud, maar al te jonge kinderen alleen onder begeleiding, kunnen zich vanaf 19.30 uur tijdens de actieve en spannende Halloweentocht laten verrassen. Het griezelparadijs duurt tot 23.00uur. De entree bedraagt €5 (inclusief 1 kopje soep en 1 drankje). De organisatie wijst erop dat er geen PIN aanwezig is. Halloween is een feestdag die in het verleden vooral in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada werd gevierd. Inmiddels is het een wereldwijd fenomeen. Boze tongen fluisteren zelfs dat de boosaardige clowns die overal ter wereld opduiken een gigantische publiciteitsstunt is, waar de slachtoffers en de politie echter niet om kunnen lachen. Een overmoedige clown liep recentelijk flinke klappen op toen opdook voor een veertienjarige knaap. Het ‘slachtoffer’ bleek een geoefende vechtsporter te zijn en dat kwam de clown op de nodige ‘kleerscheuren’ te staan. De boosaardige ‘Bassie’ koos daarop het hazepad. Halloween vindt eigenlijk plaats op 31 oktober, kinderen in Amerika verkleden zich en bellen of kloppen als het donker wordt aan bij huizen in de buurt die versierd zijn met pompoenen en lichtjes en roepen trick or treat, waarbij de keuze wordt gegeven tussen slachtoffer van een plagerijtje worden (trick) of iets lekkers (treat, meestal snoep) geven. Doorgaans wordt de veilige laatste weg gekozen. De meeste ouders durven het tegenwoordig niet aan om hun kinderen alleen langs de deuren te laten gaan en houden daarom op gepaste afstand een oogje in het zeil. Later is Halloween uitgegroeid tot een griezelfeest voor alle leeftijden. De naam ‘Halloween’ is afgeleid van Hallow-e'en, oftewel All Hallows Eve (Allerheiligenavond), de avond voor Allerheiligen,

 


Donderdag 13 oktober 2016

RIJDENDE RECHTER SCHOOT TEKORT BIJ STENNIS IN STANDDAARBUITEN

 Het vertrek van mr. Frank Visser naar de commerciele concurrentie is niet ten koste gegaan van de populariteit van het televisieprogramma ‘De Rijdende Rechter’. Zijn opvolger, de flamboyante John Reid (kllnkt als James…James Bond), blijkt bij veel kijkers en bij de zaken betrokken burgers opvallend goed in de smaak te vallen. Vooral zijn toegankelijkheid wordt geroemd. Begin juni was Reid in West-Brabant om recht te spreken in een ‘hoog’ opgelopen meningsverschil in het anders zo rustige- en rustieke Standdaarbuiten. In de ochtenduren werden de opnamen op locatie –een portret van de strijdende partijen- opgenomen, later in de middag gevolgd door ‘de hoorzitting’, een anders vaste component van de succesformule. Producent IDTV had voor dit onderdeel het oog laten vallen op het rustieke, ietwat statige Hotel De Kroon in Oudenbosch.

De interviews met de omwonenden die allemaal op hun eigen manier (enigszins) bij het conflictje betrokken zijn, waren wat uitgelopen en daarom liet contactpersoon Miriam van Heukelom van IDTV mij geruststellend weten dat ik pas om 16.00 uur aanwezig hoefde te zijn. Het oorspronkelijke tijdstip van 15.30 kon mede vanwege de studio-opbouw onmogelijk nog gehaald worden. In tegenstelling tot wat ik verwacht had, werden beide partijen in de centrale ruimte van De Kroon niet streng van elkaar gescheiden gehouden. Na een kort toespraakje van regisseur Hansje Bunschoten, die achter veel meer op haar gemak leek dan vroeger voor de camera, werden de aanwezigen naar het zaaltje achterin het hotel gedirigeerd, waar Bunschoten uitlegde wat ze van degenen die het woord wilden nemen verwachtte. ‘Ga staan, vertel wie u bent, hoe u bij de zaak betrokken bent en vooral welke positie u inneemt, en hou het vooral kort en bondig. Het groepsgesprek wordt weliswaar in een keer opgenomen, maar hoe minder er geknipt moet worden hoe liever het ons is. (in de richting van de pleiters en verweerders) Neem geen papieren op schoot, vertel recht uit het hart wat u op uw lever heeft, alleen als het expliciet ter sprake komt, kunt u naar de papieren reiken’. Is dit nou dat eens zo verlegen zwemstertje?, schoot het door me heen. De ingetogen Reid begroette de aanwezigen nogmaals op camera en hoefde vervolgens niet veel munitie in de strijd te gooien om de bewoners aan het discussieren te krijgen. Hoe de vork precies in de steel zat, was mij toen niet duidelijk, maar al snel vlogen de woorden ‘recht op overpad’, ‘bouwvergunning’, ‘fatsoen’ en ‘met gerust gelaten worden’ door de zaal. Slechts af en toe werd het emotioneel en zelfs een beetje ruw, maar het gekrakeel bereikte nooit het ‘niveau’ van het tweede duel ‘Trump – Clinton’. Regisseur Bunschoten greep slechts een enkele keer in, bijna altijd omdat een bepaalde uitspraak niet goed uit de verf kwam. Na een klein half uurtje stond de hoorziting erop en werden de aanwezigen uitgenodigd om op 5 juli de uitspraak in Slot Zeist te vernemen. Van Heukelom kon nog niet aangeven wanneer ‘Stennis in Standdaarbuiten’ (eigen verzinsel hoor, JP) te zien is op de buis. ‘Ergens in augustus waarschijnlijk, maar dat hangt mede af van de zaken die nog op ons pad gaan komen. We willen uiteraard niet teveel soortgelijke conflicten achter elkaar uitzenden’. Geheel onaangekondigd was het op dinsdag 11 oktober eindelijk zo ver. Voor deze datum stond eigenlijk (zie televisiegidsen) een dispuut tussen twee kijvende buurvrouwen over een omstreden schutting gepland. De eerste uitzending van het nieuwe seizoen (4 oktober) ging over een soortgelijk conflict, waarschijnlijk heeft Hansje van Bunschoten daarom besloten om ‘Stennis in Standdaarbuiten’ iets naar voren te halen. Het format bleek nog niets aan kracht te hebben ingeboet. De zaak wordt ingeleid door de innemende Jetske van den Elsen, vervolgens gaat Mr Reid een kijkje ter plaatse nemen, nog op dezelfde dag gevolg door een korte hoorzitting ( in dit geval) in Hotel De Kroon, gevolgd door de absolute apotheose, de uitspraak in Slot Zeist. Nu begreep ik eindelijk wat de aanleiding was voor het buurlijk ongenoegen. Het echtpaar John en Annie van Gent is met dertien andere gezinnen eigenaar van het parkeerterrein tussen de woningen. Toine van Vlimmeren is daar met zijn gezin wat later komen wonen. Zijn loods doet deels dienst als garage, het niet gebruikte deel heeft hij recentelijk verhuurd aan DJ Jerry Braspenning. Omdat deze zijn geluidsinstallatie wat gemakkelijker wilde in- en uitladen, vroeg Van Vlimmeren bij de gemeente Moerdijk (waar Standdaarbuiten onder valt) een bouwvergunning aan om zijn loods van een uitrij-mogelijkheid te voorzien. Om de loods op die manier te bereiken, moet Braspenning met zijn auto over het door veertien wooneigenaren gedeelde parkeerterrein. Dat leidde tot knallende ruzies, vooral omdat de familie Van Gent de caravan altijd pal voor de achterzijde van de loods van Van Vlimmeren placht te stallen. Toen Braspenning de hulp van de politie inriep om de caravan letterlijk een stukje opzij te zetten, waren de rapen gaar. Van Gent wilde echter letterlijk van geen wijken weten en daarom werd ten lange leste de hulp van Mr. Reid ingeroepen om de rust op dit verder zo rustieke stukje Standaarbuiten terug te laten keren. Na het bekende getouwtrek over en weer kwam Reid tot de logische uitspraak dat de ‘eigenaar beslist, en als deze beslist dat buitenstaanders, al mag dat dan onredelijk overkomen, niet welkom zijn op zijn eigendom, dit verboden gebied blijft, de door de gemeente verleende bouwvergunning ten spijt’. Van Vlimmeren heeft zijn loods dus nodeloos vertimmerd. ‘Zo zit het’ , concludeerde Mr Reid voldaan. Juridisch is daar uiteraard geen speld tussen te krijgen. Toine van Vlimmeren (en zijn charmante echtgenote en dochter) en DJ Jerry Braspenning leken mij echter de kwaadsten niet en daarom teleurstelde het me wel enigszins dat de Rijdende Rechter niet met een suggestie kwam waar iedereen mijn inziens gemakkelijk mee kan leven. Als de veertien huidige eigenaren de familie Van Vlimmeren in de gelegenheid stellen om op voet van gelijkheid mede-eigenaar te worden van het lapje grond, staat niets de reeds door Reid aangeroerde ‘grote, gezellige, gezamenlijke’ barbecue in de weg. Met de hakken eenmaal uit het zand kan het op termijn zelfs best gezellig worden. Voor de familie Van Gent kan het als de onderliggende irritatie is weggenomen nauwelijks bezwaarlijk zijn om de caravan een stukje verderop te stallen. Zo zet je een aanvankelijk bilateraal nadeel om in een gezamenlijk voordeel, zou Johan Cruyff gedoceerd hebben.

FOTO: Het ‘Roosendaals Pleijdooi’ woonde begin juni de hoorzitting in Hotel De Kroon bij, en luisterde af en toe met rode koontjes naar wat beide partijen elkaar voor de voeten wierpen. Zo erg als bij ‘Trump – Clinton’ werd het echter nooit!


Woensdag 12 oktober 2016

OPGRAVINGEN EMILE VAN LOONPARK LEGGEN FUNDAMENT IJSFABRIEK BLOOT

 Historicus Jan van Nassau weet het zeker. De bouwsels die zijn blootgelegd bij graafwerkzaamheden in het voor het publiek afgesloten perceel tussen de achterzijde van het Indisch restaurant aan de Markt en het wooncomplex Marktstede waren eens de fundering of kelder van de bedrijfsruimte van de in Roosendaal geboren en overleden banketbakker en ijsfabrikant Petrus Nicolaas Raaijmakers (03-10-1861 - 12-12-1939). ‘Ook diens zoon Wilhelmus Ludovicus Petrus Raaijmaakers (01-07-1894 - 07-09-1954) was banketbakker, al wordt hij ook nog genoemd als autohandelaar’, weet Van Nassau daar nog aan toe te voegen. De zaak was gevestigd op het adres Markt 64.

 

De fundamenten kwamen enkele weken geleden bloot te leggen bij het reguliere opschonen en effenen van het perceel, grenzend aan het Emile van Loonpark. Daarop werden de werkzaamheden door de opdrachtgever tijdelijk gestaakt. Uiteraard was mijn journalistieke nieuwsgierigheid gewekt en daarom heb ik geprobeerd bij de gemeente nadere informatie in te winnen. Het zou immers zo maar eens om cultuur-historisch erfgoed kunnen gaan. Het uitermate summiere antwoord bood weinig soelaas. Zo bleek de gemeente niet de moeite te hebben genomen om de eigenaar van het perceel te traceren en geen aanstalten te maken om de stadsarcheoloog Marco Vermunt in te schakelen zodat hij eens poolshoogte kon nemen. De geraadpleegde archivaris Joss Hopstaken dacht in eerste instantie dat het om de restanten van een riool kon gaan. De zaak kwam afgelopen maandag in een stroomversnelling. Zonder de omwonenden daarover te informeren, werden de werkzaamheden in alle vroegte hervat. Een werkman met een koptelefoon op ging met een drilboor helemaal los op de bouwsels. Mogelijk cultureel erfgoed dreigde daardoor in razend tempo verloren te gaan. Wat voor mij een reden was om nu eens geen mail naar het Stadskantoor te versturen, maar direct de telefoon te pakken. De alleszins begripvolle medewerkster zag gelukkig direct de ernst van de situatie in, en besloot na ampel beraad opzichter Willem Bisbroek van de afdeling Handhaving in te schakelen. Deze arriveerde tien minuten later ter plaatse en probeerde meteen contact te maken met de ‘drilboor’. Naast een koptelefoon leek de man oogkleppen voor te hebben,want het duurde even voordat Bisbroek de man van zijn aanwezigheid wist te doordringen. Via een mobiel apparaat werd contact gemaakt met de opdrachtgever. Op last van Bisbroek werden de werkzaamheden opgeschort. In de middag arriveerde de stadsarcheoloog alsnog en hij kon inderdaad bevestigen dat het hier om de restanten van een ijsfabriek gaat. Hij achtte het enigszins tot mijn bevreemding niet nodig om het perceel aan een diepgaander inspectie te onderwerpen. Zodoende konden de activiteiten een dag later worden hervat. Voorts heb ik het College nog verzocht om te overwegen het perceel aan te kopen, zodat op dit lapje grond (als af te sluiten onderdeel van het park) mogelijk een botanische tuin kan verrijzen. Hopelijk reageert B&W deze keer wel positief, al ben ik daar gezien de overweldigende negatieve ervaringen in het verleden uiterst somber over gestemd.

 

 

FOTO: Opgravingen gezien vanuit de Marktstede. FOTO AAD MEIJER

 


Woensdag 12 oktober 2016

PVC WIL VERKEERSREMMERS BIJ TUNNELTJE "ONDER DE SCHUIVEN"

 Dat de muren van het tunneltje Onder De schuiven tegen een vergoeding van ruim 4000 euro belastinggeld zijn beklad met graffiti, is nog tot daar aan toe. Ik heb vandaag helaas voor de zoveelste keer moeten constateren dat het tunneltje in verkeerstechnisch opzicht levensgevaarlijk is.

In het verleden heb ik al vaker aangedrongen op verkeersremmers. Net als bij zoveel andere schrijvens van de PVC is daar nooit een reactie op gekomen. Ik heb er bij B&W op aangedrongen om nu toch snel tot maatregelen over te gaan. Het tunneltje wordt door zowel (brom)fietsers als voetgangers vrij intensief gebruikt. Gemotoriseerde tweewielers schromen niet om komende vanuit de richting van het station met een noodgang de vlucht naar beneden te nemen, waarbij ze zelfs in de onoverzichtelijke bocht niet in de rem knijpen. Vanmiddag zag ik weer zo’n snelheidsduivel met duizelingwekkende vaart de ondergrondse oversteek naar De Kade maken. Een moeder met drie jonge kinderen die net om de bocht vanuit tegenovergestelde richting kwam, kon een van haar kinderen maar net op tijd weg trekken. Het is slechts een kwestie van tijd eer dat daar ernstige, wellicht fatale ongelukken van komen. Het is de PVC een doorn in het oog dat het College notabene tegen een ridicuul hoge vergoeding de muren laat bekladden, maar verzuimt de nodige verkeersmaatregelen te nemen. Tussen de Bloemenmarkt en de entree naar het Emile van Loonpark is wel een verkeersremmer aangebracht, die helaas door (hongerige) fietsers wel misbruikt wordt als stallingsplek bij een eetzaak (wethouder Toine Theunis zou daar eens wat strenger op moeten laten controleren), waardoor de doorgang niet zelden geblokkeerd is voor doorgaand parkverkeer en vice-versa. Wat let het College om zo’n verkeersremmer, maar dan wel een wat steviger constructie, aan te brengen bij de entree van het tunneltje Onder De Schuiven vanuit de Stationsstraat.


Maandag 10 oktober 2016

"OUDJES" VAN JOHAN DERKSEN SPATTEN VAN HET PODIUM

 Bojoura van Melzen, Duifje Gout, Paulien Kouwenhoven, Bonny Zwart, Janneke Peper, Sonja van Oudheusden, Sophie van Kleef, Elly Nieman, Linda van Dyck, Leontien Snel, Astrid Nijgh, Shirley Zwerus, en Conny van der Berg. Sommige namen klinken nog heel bekend in de oren, anderen minder of helemaal niet. Deze namen hebben in ieder geval een ding gemeenschappelijk: ze maakten furore als ‘beatmeisjes’ in de periode 1963-1969 (zie het gelijknamige boek van Frank Dam).

Johan Derksen vond kennelijk geen van hen interessant genoeg om ze uit te nodigen voor zijn theatertour ‘De Pioniers van de Nederpop’. Aan Jerney Kaagman (Earth & Fire) en Mariska Veres (Shocking Blue) kon hij uiteraard niet voorbijgaan. De eerste kampt helaas met een zwakke gezondheid en Veres is al geruime tijd niet meer onder ons. Daarom ene Joelle ingehuurd om ook dit repertoire tot leven te brengen, een beeldschoon blond meisje, maar in muzikaal opzicht wat kleurloos. Daarmee is ook het enige zwaktebod van Derksen genoemd. Ik heb hem in aanloop naar deze tour uitgenodigd, uitgedaagd zo u wil, om de destijds zo mysterieuze Bojoura weer aan het zingen te krijgen. ‘Een lekker wijf vroeger, maar muzikaal volstrekt oninteressant’, luidde echter het keiharde oordeel van de bon-vivant. Wat Derksen aan mannelijk muzikaal geweld mee naar Roosendaal had genomen, compenseerde het gemis aan vrouwelijk sentiment vrijwel volledig. De Kring had deze avond zelfs de heuse primeur van Kaz Lux (Brainbox) uit Oosterhout in dit pioniersverbond. Jammer genoeg stond daar het gemis van gitarist Jan de Hont tegenover. Waarom deze show, Derksen?, stelde Derksen een retorische vraag. Net als Youp van ’t Hek legt hij dit soort zaken graag even uit. ‘Kijk, elk jaar ontvang ik zo’n theaterboekje en daarin kun je aanvinken welke voorstellingen je wil zien. Probleem is dat er voor mij vrijwel nooit iets tussen zit. Het overgrote deel van die optredens worden gedaan door schijtlollige zelfbenoemde cabaretiers waar ik nog niet eens om kan glimlachen en producties van de theatergifmenger bij uitstek, Joop van de Ende. Musicals zouden echt bij wet verboden moeten worden. Ik heb naast dat slappe wekelijkse gelul over voetbal voor RTL een serie documentaires gemaakt (Derksen on the road, JP) over onze pophelden van weleer. Dat kan niemand hier gezien hebben, want er keek geen hond naar. Een vervolg kon ik dan ook wel vergeten. Al die kerels die ik wel had opgezocht, bleken nog geweldig te kunnen zingen. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om dat gerijpte popgoud achter de geraniums te laten verpieteren en daarom rij ik nu in een busje met ze door het hele land. De enige beperking is dat ik ze gezien hun kwetsbare gestel voor middernacht thuis moet afleveren. Nou, dat heb ik er wel voor over. Dat houdt mij ook bij de geraniums weg’. Daarna kon het feest der herkenning beginnen. Na een korte introductie van de huisband, The Clarks (ook al 35 jaar jong), mocht Frans Krassenburg, de oud-zanger van de Golden Earrings (inderdaad begonnen met een ‘s’), zijn opwachting maken. The Clarks vulden de overgangen op met medley’s van onder anderen The Beatles en The Rolling Stones. Aan Theo van Es van The Shoes zat een leuk verhaal vast dat Derksen met verve en veel humor vertelde. ‘Ik hoorde Theo voor het eerst op de plaat in een kroegje in Drente. Hij klonk mij in de oren als een grote, zware neger. Even voor de jonge bezoekers: in die tijd mocht je nog gewoon neger tegen een neger zeggen. Als je dat nu doet, heb je gelijk dat achterlijke wijf van een Simons in je nek. Dat ‘Na, na, na’ bleef maar door mijn hoofd spoken en ik was hooglijk verbaasd toen Theo bij mijn volgende kroegbezoek daar gewoon aan de bar zat. Je kwam daar in Grollo de meest onverwachte mensen tegen, zoals Simon Vinkenoog die altijd aan een enorm grote sigaar zat te lurken en ook Sonja Barend, die toen nog gewoon een leuk, spontaan en vooral lekker wijf was. Ik heb nooit begrepen hoe ze bij de VARA zo snel kon veranderen in een opgedroogde zuurpruim’. Aan de hand van dat ‘Na, na, na’, maar ook ‘Osaka’ kon het sterk meelevende publiek alleen maar constateren dat de stem van Theo van Es – met dank aan de whisky- nog veel beter klonk dan weleer. De bezoekers hadden toen al volop genoten van Johnny Kendall, die na de pauze, ondersteund door gitarist Erwin Java, ook nog eens het legendarische ‘Appleknockers Flophouse’ van Cuby and the Blizzards voor zijn rekening nam. Rudy Bennett (bekend van The Motions en later van het gemengde duo Bennett en Bee) mocht de show afsluiten. Hij wist feilloos de nostalgische snaar te raken met een tekstueel iets aangepaste versie van ’Wasted Words’. Merkwaardigerwijs was als gezamenlijke afsluiter voor ’Let’s Stick Together’ van Engelsman Bryan Ferry gekozen. Waarom mede gezien de datum zaterdag 8 oktober niet gekozen voor ‘Saturday Night’ van de cultheld Herman Brood? Het publiek hongerde nog naar meer, maar het doek bleef dicht, de lichten boden nog even wat hoop, maar doofden uiteindelijk langzaam. Al te lang hoefden de bezoekers niet te treuren, buiten de zaal werden ze in de hal opgewacht door Kendall, Van Es, Bennett en Krassenburg die daar nog even knallend doorgingen. Na Van Es hartverscheurende versie van ‘Unchain my Heaert’ hield ik het feestje voor gezien. Als deze tour ten einde is, wat nog wel even kan duren –Derksen meldde trots dat de teller inmiddels op 110 voorstellingen staat- kan Theo van Es zo doorgaan met een soloprogramma onder de noemer ‘Van Es zingt Joe Cocker’, want de krasse nederpopknar klinkt als in Cockers beste dagen. Had Derksen nog iets aardigs over Roosendaal te zeggen?, vraagt u zich wellicht af. Nou niet echt, hoewel? ‘Jammer dat het hier in tegenstelling tot overal elders niet is uitverkocht, Kijk, dat jullie vroeger niet naar die kutwedstrijden van RBC gingen kijken, begrijp ik heel goed, maar zo’n topshow mag je toch niet laten schieten!’ Uit zijn mond klinkt dat nog best aardig, toch?

Johan Derksen en de Pioniers van de Nederpop, gezien door Jaap Pleij op zaterdag 8 oktober in de grote zaal van De Kring.


Maandag 10 oktober 2016

TON KAS VERTELT HET VERHAAL BIJ HET WERK VAN PETER VAN STRAATEN

 Als er iemand is op wie de term droogkloot van toepassing is, dan is het de Amsterdamse acteur/cabaretier Ton Kas wel. Na zijn uitermate geslaagde boreling ‘Klootviool’ waarvoor ook in Roosendaal een overweldigende belangstelling bestond, achtte de directie van De Kring het verstandig om de opvolger ‘Jabroer’ in de grote zaal te programmeren. Een keuze die alleszins was te billijken, het verbaasde mij daarom dat slechts de benedenzaal voor net de helft was bezet.

De geluidssterkte hield echter niet over en daardoor ging de clou van een hoop van zijn grappen verloren. Ton Kas beschikt niet over een helder stemgeluid, bovendien heeft hij de neiging om in zichzelf te mompelen en achteraf gezien was deze voorstelling in de kleine zaal dus toch beter tot zijn recht gekomen. In ‘Jabroer’ borduurt hij rustig verder op Klootviool, de humor is zo droog dat je soms niet in de gaten hebt dat hij zojuist een grap heeft geproduceerd. Het niveau is nogal wisselend. Een briljante inval wisselt hij doodleuk af met grappen die wijlen Fons Jansen reeds in het repertoire had en die ook in diverse moppenboekjes zijn terug te vinden. De wijze waarop Kas ze vertelde, was kennelijk voor een deel van het publiek reden voldoende om ze te begroeten met een bulderende lach. Voor een verhaal met een boodschap ben je bij Kas aan het verkeerde adres, hij is de cynicus pur sang die excelleert in een mix van ogenschijnlijk chagrijn, zelfbeklag en berusting. Hij vertelt in feite de verhalen die de eveneens Amsterdamse tekenaar Peter van Straaten in één beeld weet te vangen. Kas produceert gedurende krap twee uur zonder pauze ultieme galgenhumor en voor je het weet zet hij er zonder enige aanloop of inleiding een punt achter. Zijn presentatie is houterig, zijn pak te afschuwelijk voor woorden, maar dat lijkt allemaal prima bij zijn persoonlijkheid te passen. Jammer dat Peter van Straaten zijn carrière drastisch aan het afbouwen is, anders had hij in een eventuele derde voorstelling prachtig de beelden kunnen tekenen bij de verhalen die Kas vertelt. Hij onderbreekt zijn lawine aan moppen slechts een keer voor een liedje waarin hij uiterst spits met namen speelt. Dat mag Kas in de opvolger best vaker doen. Peter van Straaten won dit jaar voor de vijfde keer de Inktspotprijs, deze keer met zijn tekening ‘Vluchtelingen’. Nooit eerder won iemand deze prestigieuze prijs zo vaak. De Inktspotprijs is een waardering voor de beste politieke tekening van het jaar, georganiseerd door de stichting Pers & Prent. De absolute superweek in De Kring (kort na Ton Kas stond Johan Derksen met zijn pioniers van de Nederpop in de grote zaal) wordt donderdag 13 oktober afgesloten met een lezing van historicus Maarten van Rossem.

Jabroer – tweede soloprogramma Ton Kas. Gezien door Jaap Pleij op donderdag 6 oktober in de grote zaal van De Kring.


Zondag 9 oktober 2016

WAT HOUDT HET EMILE VAN LOONPARK VERBORGEN?

 Tussen het wooncomplex Marktstede en de achterzijde van het Indonesisch restaurant aan de Markt ligt een braakliggend terrein ingeklemd dat geheel aan het oog van het publiek is onttrokken. Met enig geraas wordt het afgesloten lapje grond geregeld ontdaan van onkruid en ander onbepaald groen met sterke groeistuipen en daarna geëgaliseerd. Enkele weken terug stuitte de graafmachine letterlijk op het restant van een oud bouwwerk, waarna de werkzaamheden enige tijd werden stilgelegd.

Waarschijnlijk is de grondeigenaar tot de conclusie gekomen dat dit de ‘herontwikkeling’ van het terrein niet in de weg mag staan, want zonder de naaste buren in te lichten is de graafmachine de afgelopen week opnieuw in actie gekomen en heeft zowaar de bovenkant van een ander bouwwerk blootgelegd. Daar bleef het niet bij, er werd ook getracht het gesteente verder af te breken. Pogingen die gelukkig nagenoeg vruchteloos bleken. Naar aanleiding van de eerste vondst heb ik de gemeente op de hoogte gesteld van mijn bevindingen. Zo was ik onder meer benieuwd of het hier om gemeentelijk eigendom gaat en of het niet raadzaam is om nader archeologisch bodemonderzoek te laten verrichten. Indien dit perceel inderdaad tot het gemeentelijk groen behoort, suggereerde ik het College om hier een botanische tuin aan te leggen. Goed voor de verblijfswaarde van het park, nietwaar?. Het summiere antwoord van het dagelijks bestuur liet niet lang op zich wachten, maar daarmee is ook het enige positieve van deze reactie vermeld. Het perceel is geen eigendom van de gemeente en daarom is een botanische tuin niet aan de orde. Concrete informatie over de eigenaar van de grond kon of wenste de gemeente niet te geven. Ook was het bij B&W niet bekend wat hier precies is aangetroffen. De afdeling Communicatie denkt ‘dat het om een restant van een wel, een keldergewelf of van een voorziening ten behoeve van de riolering’ kan gaan. Over de wenselijkheid van archeologisch onderzoek werd met geen woord gerept. Daarom de echte deskundigen maar eens geraadpleegd. ‘Als het om een archeologische vondst gaat is dat een aangelegenheid van de gemeentelijke archeoloog Marco Vermunt. Maar ik vermoed dat het gezien de locatie veeleer zal gaan om een overwelfde watergang of riool. Tot even na 1900 liep er achter de huizen van de Markt nog een sloot of watergang die als afvoer voor van alles en nog wat dienst deed. Gaandeweg is die sloot overwelfd en is een riool ontstaan’, reageerde Joss Hopstaken van het West-Brabants Archief. De Roosendaalse historicus Jan van Nassau onderschreef de noodzaak van archeologisch onderzoek.

 

Als ik het goed begrepen heb zijn er of worden er in het Emile van Loonpark ter hoogte van Markt 68 graafwerkzaamheden verricht. Dat betekent in elk geval dat de gemeente op de hoogte moet zijn van de aard en het doel van die graafwerkzaamheden en mogelijk zelf  de opdrachtgever is. Ik weet niet van het bestaan van een ondergrondse bunker op die plaats, maar ik kan me wel heel goed vinden in de verklaring van Joss’, aldus Van Nassau die tevens adviseerde om de kadastrale kaart van 1895 te bekijken op westbrabantsarchief.nl (zoek T00352). Dat bood helaas geen soelaas. Volgens hem is de loop van het water achter de huizen van de Markt gedeeltelijk nog goed te zien. Om daar nog aan toe te voegen: ‘Het lijkt mij wel van belang dat de gemeente ter plaatse een onderzoek in laat stellen (bv. door Marco Vermunt) alvorens de geplande werkzaamheden worden hervat’. Historicus John Braat deelt deze mening. Wat hier ook gestaan mag hebben, de restanten van een Romeinse nederzetting, waar ik even op hoopte, zullen het zeker niet zijn. Er is echter nog een aspect waar het dagelijks bestuur aan voorbij is gegaan. Bij graafwerk van deze omvang worden de ondergrondse holletjes van ongedierte waar wij liever niet mee worden geconfronteerd geheel op de schop genomen, met als gevolg dat de familie Muis en misschien ook wel de familie Rat op zoek moet naar een nieuw onderkomen (Zie de animatiefilm Ratatouille). De ervaring heeft geleerd dat dit soort zoektochten leiden tot ongewenste confrontaties tussen mens en ongedierte. Hier is dus ook het aspect van de volksgezondheid in het geding en daarom vind ik het onbegrijpelijk dat de gemeente kennelijk op geen enkele manier bij deze werkzaamheden is betrokken. Daarom heb ik bij de bestuursvleugel in het Stadskantoor nogmaals gepleit voor een nadere inspectie en een werkpauze, zodat nader archeologisch onderzoek mogelijk is. Een graafmachine kan immers meer kapot maken dan ons (historische) hart lief is!

 

FOTO’S BOUWPLEK AAD MEIJER

 

 

 


Zaterdag 8 oktober 2016

VOORSTELLINGEN IN DE KRING BETER ACHTER ELKAAR DAN GELIJKTIJDIG

 

Nadat Youp van ’t Hek de Roosendaalse theaterliefhebbers onder uiterst tropische sferen reeds half september het ‘Licht’ liet zien en Roosendaal Danst 2016 voor een tweede mooi opwarmer zorgde, is met het aanbreken van de oktobermaand het theaterseizoen pas echt goed begonnen in Roosendaal. Enkele juweeltjes hebben we al achter de rug, zoals de Ulrike Quade Company met het adembenemende ‘De Wand’ en Servaes Nelissen en Ilse Warringa met het verrassende ‘Popje, hou je muil (alle schoenen de deur uit)’. Beide voorstellingen stonden in de kleine zaal geprogrammeerd. In die kleine zaal worden de bezoekers inderdaad geregeld mee op avontuur genomen (uitspraak vorige directeur Leo Kievit) , maar die voorstellingen zijn doorgaans helaas ook wat aan de korte kant. Vijf tot zes kwartier is eerder regel dan uitzondering. Het verbaast me bij dit soort producties altijd waarom de voorstelling na de pauze niet wordt hervat?

 

Hoe boeiend ‘De Wand’ ook was, na ruim een uur stond het publiek al weer buiten en dat is toch niet wat onder een avondje uit mag worden verstaan. Door het wegvallen van diverse alternatieve- en aanvullende cultuurlocaties is de theaterliefhebber voor hoogwaardige producties vrijwel geheel op De Kring aangewezen en daarom is het zo jammer dat onze schouwburg zichzelf concurrentie aandoet door geregeld twee voorstellingen tegenover elkaar te programmeren. Dan gaat het soms ook nog om twee voorstellingen, zoals donderdag 13 oktober met Maarten van Rossem (grote zaal) en Tim Fransen (kleine zaal) het geval is waarvoor een soortgelijk publiek mag worden verwacht. De oplossing is even simpel als doeltreffend. Stel de bezoekers in de gelegenheid om bij een dubbele programmering beide voorstellingen te bezoeken. In het geval van ‘De Wand’ had deze productie bij voorbeeld om 19.00 uur kunnen beginnen, waarna de vroegkomers om pakweg 20.30 uur na een korte pauze hadden kunnen aanschuiven in de grote zaal voor het eerbetoon aan Crosby, Stills, Nash en Young. Met deze tijden valt uiteraard te schuiven, maar door dit systeem te hanteren hoeft niemand ook maar een minuut levende cultuur te missen. Sterker nog, De Kring kan zelfs aan extra klantenbinding doen door degenen die beide producties wensen te bezoeken circa tien euro korting te geven op het totaalbedrag. Uiteraard moet het ook mogelijk blijven om kaarten te kopen voor slechts een van de twee voorstellingen. Tel uit je culturele- en financiële winst!

 


Vrijdag 7 oktober 2016

STADSKANTOOR BLIJFT OP STADSERF 1

 

Het Stadskantoor blijft gevestigd op de huidige locatie aan het Stadserf 1 en wordt niet verplaatst. Eind 2014 maakte het college bekend naar alternatieve huisvesting op zoek te gaan. Dit voornemen hield verband met het ruimte geven aan de ontwikkeling Kloosterstraat/Stadserf, zoals toegelicht in het rapport ‘Roosendaal, Gezonde Stad’.

 

Vervolgens hebben de provincie Noord-Brabant en de gemeente aan een gezamenlijke ontwikkelvisie voor het gebied gewerkt. Dit omvat: Mariadal, de locatie Stadskantoor en de scholenlocatie aan de Kloosterstraat inclusief parkeerterrein. Als voorwaarde om het gebied samen te ontwikkelden, wilden provincie en gemeente over een haalbare businesscase kunnen beschikken. Dat laatste is niet gelukt. Provincie en gemeente gaan het gebied weliswaar niet meer samen ontwikkelen, maar blijven wel samenwerken. Bijvoorbeeld als het gaat om het vinden van een marktpartij die Mariadal wil ontwikkelen. Het Stadskantoor blijft gevestigd op de huidige locatie, maar moet in de ogen van het College wel nodig worden aangepakt. Het is de bedoeling dat het huidige pand een duurzame renovatie ondergaat. ‘Het gemeentelijk dienstverleningsconcept blijft ongewijzigd. Dit gaat uit van digitale dienstverlening waar mogelijk en persoonlijk waar het moet. De persoonlijke dienstverlening wordt zo dicht mogelijk bij de inwoners georganiseerd’, aldus het gemeentebestuur. Op het besluit om het huidige Stadskantoor te verplaatsen, was van meet af aan kritiek. Met name de PVC en de VLP zagen deze verhuizing, die ze kwalificeerden als volstrekt onnodig, in het geheel niet zitten. ‘Beter laat dan nooit. Toch is het uiteraard een goede zaak dat er bij het College eindelijk sprake is van voortschrijdend inzicht’, aldus de PVC.

 


Vrijdag 7 oktober 2016

HEERLIJKE KOPPIE VAN ILSE WARRINGA DOET HET 'EM

 These boots are made for walking’, zong Nancy Sinatra in een grijs verleden. De schoenen die in de winkel van het echtpaar Ferry (Servares Nelissen) en Meta (Ilse Warringa) staan te ‘versloffen’, moeten hun eerste stap in de buitenwereld nog zetten. Het zijn zogeheten winkeldochters en het zit er niet in dat het er ooit nog van komt. Daarmee zijn ze tevens symbolisch voor de tragiek in het leven van het echtpaar dat redelijk op elkaar uitgekeken is. ‘Je moet hoop houden’, zegt Ferry tegen beter weten in tegen zijn gade.

Als laatste redmiddel besloten ze in te spelen op de uitverkoopwoede. Om niet in problemen te komen met Albert Heijn die een soortgelijke slogan hanteert, bedenken ze de ‘Knotsgekke Snuffeldagen’. Maar ook dat helpt niet om het publiek over de drempel te krijgen. Het Roosendaalse publiek kon zich goed in hun situatie inleveren, want ook in deze stad waar volgens het gemeentebestuur zoveel valt te beleven, hebben de laatste jaren diverse kleine ondernemers het loodje gelegd. Zelfs een filiaal van De Schoenenreus bleek niet tegen de nieuwe economische wetten opgewassen. Ondanks de tragiek valt er net als bij Al Bundy, de meest trieste schoenenverkoper uit de (Amerikaanse) geschiedenis, gelukkig ook heel wat te lachen bij ‘Popje, hou je muil (alle schoenen de deur uit)’. Servaes Nelissen vertoont in deze gedaante een zekere gelijkenis met ‘onze’ Bert Mathijssen. Daar bleef het niet bij, ook in zijn motoriek en handelwijze riep hij vaak associaties op met de gewezen Roosendaalse verzekeringsman. Servaes is het prototype van een loser die wat hem nog aan toekomst rest voortijdig in elkaar ziet storten, en vormt als zodanig de juiste tegenpool voor de ondanks alles levenslustige Meta. Het is van de eerste tot de laatste seconde fascinerend om Ilse Warringa in deze rol aan het werk te zien. Ogenschijnlijk zonder enige moeite haalt ze alle registers van haar rijke mimiek uit de kast. Dat grappige blonde koppie, waar al zingend ook nog een mooi stemgeluid uit weerklinkt, doet het hem. Dat koppie verstrakt echter als ze er tegen het einde van de voorstelling achter komt wat haar man al die uren in het aanpalende werkplaatsje uitspookt. De schoen is voor hem veel meer dan een middel van bestaan. Als hij zich onbespied waant, wat dus een keer fout gaat, geeft hij zich over aan erotische fantasieën over ‘borsten in combinatie met schoenen’. Daarmee raakt hij een nooit eerder aangeroerde snaar in Meta’s hart. Dit soort fantasieën zijn natuurlijk veel leuker met een klankbord in de nabijheid. Zodoende krijgt het stuk een onverwachte wending en een geheel onverwachte lading die door het Roosendaalse publiek met ingehouden adem wordt gevolgd. ‘Popje, hou je muil’ was derhalve een mooie opening van een ware topweek in De Kring. Donderdagavond staat Ton Kas met zijn tweede soloprogramma in de grote zaal, zaterdag komt Johan Derksen met zijn ‘oude muzikale knarren’ van weleer naar Roosendaal en volgende week kunnen we ons opmaken van een boeiende lezing van Maarten van Rossem. ‘Constante Topshow dus’, zou Derksen zeggen.

 

Popje hou je muil (alle schoenen de deur uit)’ – Met spel van Servaes Nelissen en Ilse Warringa, gezien door Jaap Pleij op woensdag 5 oktober in de kleine zaal van De Kring.


Vrijdag 7 oktober 2016

MOET ROOSENDAAL VERDER GAAN ALS STADSTAAT?

‘VoorRoosendaal’, het nieuwe politieke proefballonnetje van raadslid Ton Schijvenaars,  klinkt ook een beetje als een onafhankelijkheidsbeweging die streeft naar de zelfstandige Stadstaat Roosendaal, een heuse Rexit dus. Wat op zich misschien helemaal niet zo’n gek idee is. Een betaalmiddel, de Roosendaalder en de neutbon, hebben we al, met ‘Thuis in Roosendaal’, ‘Mijn Stadje’ en het ‘Roosendaals Lieke’ beschikken we over maar liefst drie volksliederen en reken maar uit hoeveel geld we al slapend binnenhalen door de NS tol te laten betalen voor al die (gif)treinen die dagelijks over de dan genationaliseerde spoorrails door Roosendaal denderen. Met ‘ons’ Arnulfusbier en het Roosenwater hoeven we ook niet bepaald op een droogje te zitten.

De Roosendaalse grenzen zijn door een fotograferende Luc Goderie vorig jaar nauwkeurig vastgelegd, daar zullen we met onze nieuwe buren Nederland en België dus geen problemen over krijgen. We kunnen dan eindelijk soevereine beslissingen nemen over  ons grondgebied zonder nog last te hebben van een hinderlijk over de schouders meekijkende Commissaris der Koning en natuurlijk gaan we ons dan opmaken voor de eerste presidentsverkiezingen.  Dat opent voor ambitieuze politici als Schijvenaars weer nieuwe deuren, en laten we wel wezen, met vergelijkbare ministaatjes als Andorra en Liechtenstein gaat het in economisch opzicht bepaald niet slecht.  Vraag dat maar aan historicus Maarten van Rossem als hij volgende week een lezing geeft in de Kring.     

 

 


Woensdag 5 oktober 2016

BUSINESS AWARD 2016 UITGEREIKT IN DE ST. JAN

 

De novembermaand is in Roosendaal zo langzamerhand synoniem voor de uitreiking van de Roosendaal Business Award. In de St. Jan worden de bijbehorende prijzen maandag 21 november voor de vierde keer overhandigd aan de winnaars van de diverse categorieën. Hoe verschillend ook, al deze ondernemers hebben met elkaar gemeen dat ze excelleren in voortreffelijk Ondernemerschap, wat onder meer tot uiting komt in een innovatieve, duurzame bedrijfsvoering, het scheppen van banen en maatschappelijk verantwoord management.

 

De Roosendaal Business Award wordt officieel ondersteund door burgemeester Jacques Niederer en wethouder EZ, Hans Verbraak. Beide bestuurders stellen er prijs op ondernemers die zich op bovenstaande punten hebben onderscheiden middels de Roosendaal Business Award in het zonnetje te zetten. De zakenprijs staat voorts in het teken van social capital, toekomstvastheid en citymarketing. Een ander doel is om de drie ‘O’-s (Onderwijs, Overheid en Ondernemers)

de krachten zoveel mogelijk te laten bundelen. ‘De prijs reflecteert de trots op Roosendaal en draagt daarmee concreet bij aan de regiostimulering’, aldus Corné Oosterbosch, voorzitter van de Roosendaalse afdeling van Horeca Nederland. Een deskundige, onafhankelijke jury wijst de uiteindelijke winnaar aan.

De Roosendaal Business Award bestaat uit drie categorieën: dé Business Award (bedrijf met minstens vijf medewerkers), de Small Business Award (min vijf medewerkers) en de City Award (economische bijdrage aan Roosendaal). Voorafgaand aan de uitreiking van de award wordt in elke categorie een selectie bekend gemaakt van genomineerden die voldoen aan de vooraf opgestelde criteria.

Uit alle aanmeldingen wordt bepaald wie de vierde Publieks Award in de wacht sleept. De selectiecriteria zijn vastgesteld door Mariëtte van Kreij (notaris Van Kreij Notariskantoor) en Machiel Gelok (partner Haans Advocaten). Als reizend circus doet de Roosendaal Business Award dit jaar overigens bijzondere locaties aan. Het VIP arrangement vindt plaats in het Raadhuis aan de Markt. Het MKB arrangement is ondergebracht in Brasserie 2Eat, maar de uiteindelijke uitreiking is dit jaar voorbehouden aan de St. Jan, eveneens aan de Markt.

 

Iedere Roosendaalse ondernemer is welkom om alle facetten van deze rijk gevulde avond persoonlijk te ervaren. Omdat er gestreefd is naar een laagdrempelig karakter voor zowel MKB, ZZP als Startende ondernemers ligt de toegangsprijs relatief laag. Hier hangt uiteraard wel een prijskaartje aan en daarom is het bedrijfsleven verzocht om zich met (toe)naam te verbinden aan de award. Dit kan als VIP gast (sponsors, hoogwaardigheidsbekleders en belangstellende ondernemers). Voor MKB-ers, ZZP-ers en overige ondernemers is dit de ideale gelegenheid om informeel te netwerken. Daarnaast zijn alle Roosendaalse organisaties uitgenodigd om tegen een kleine vergoeding deze avond met After-party bij te wonen. Aanmelden en voordragen is (nog) mogelijk via www.RoosendaalBusinessAward.nl. Tevens zijn op Facebook.com/roosendaalbusinessaward alle nieuwe ontwikkelingen op de voet te volgen.


Woensdag 5 oktober 2016

VLP IN DE ROL VAN SIMPLISTIES VERBOND

 

Bij de stukken van de griffie die ik dagelijks in de mailbox ontvang zat onlangs een raadsvraag van de fractie van de VLP. Een van de fractieleden had onlangs een wandeling gemaakt door het Emile van Loonpark en daarbij geconstateerd dat het maar een (door bezoekers veroorzaakt) rotzooitje was in het park. Wat het College van B&W daar aan denkt te gaan doen?, aldus de prangende vraag. Ik kan me goed voorstellen dat de handen van de dienstdoende ambtenaar die dit soort vragen namens het College van een antwoord moet voorzien behoorlijk jeukten.

 

Wellicht vormde zich in zijn ambtelijk brein een respons als ‘We zullen een papierprikker ter uwer beschikking stellen, dan kunt u de handjes eens flink laten wapperen’ of woorden van gelijke strekking. Dit soort gedachten, die ongetwijfeld vaak opborrelen, blijven in het Stadskantoor altijd binnenskamers of worden misschien zelfs helemaal nooit publiekelijk geuit. Je weet immers maar nooit welke collega’s en erger nog bestuurders dit via via ter ore komen, nietwaar! De geachte afgevaardigde kan derhalve een antwoord verwachten in de trend van –ik ben immers ervaringsdeskundige als ontvanger van nietszeggende antwoorden van het gemeentebestuur- ‘Net als het andere openbare groen wordt het Emile van Loonpark regelmatig gereinigd, maar waar mensen zijn, wordt nu eenmaal rommel gemaakt die niet altijd door de betrokkenen wordt opgeruimd. We hebben echter niet de indruk dat dit in het Emile van Loonpark buitenproportioneel is. We overwegen dan ook geen extra maatregelen’. Gevolgd door de vaste afsluiter tegen beter weten in, ‘We vertrouwen erop u hiermede voldoende geinformeerd te hebben, hoogachtend etcetera…’ U ziet het, ik zou zo als ‘gemeentelijk briefjesbeantwoorder’ geinstalleerd kunnen worden. Als de VLP doorgaat op deze simplistische weg zal er aan werk geen gebrek zijn. Moge deze ‘belevenissen’ de VLP tot voorbeeld dienen. Op weg naar de Jan van de Broek Supermarkt ondervond ik bij mijn fietstochtje ernstige hinder van de laagstaande zon, wat gevaar voor de verkeersveiligheid kan opleveren. Wat denkt het College daar aan te gaan doen? Bij het stallen van de fiets viel me op dat de glasbakken wel erg dicht bij de fietsenstalling staan, waardoor het risico op lekke fietsbanden erg groot is. Wat denkt het College hier aan te gaan doen? Op de terugweg reed ik bijna tegen een straattegel aan die ten halve ten hemel leek te stijgen. Levensgevaarlijk, een oudere weggebruiker kan hierdoor ten val komen met een gebroken heup als gevolg. Wat denkt het College hier aan te gaan doen? Natuurlijk is het prijzenswaardig indien een raadsfractie de ogen en oren goed de kost geven, maar deze wijze van benadering dateert uit de tijd van het Simplistisch Verbond en roept herinneringen op aan de ‘goede oude tijd’ toen Riet Knappers zich druk maakte over iedere scheef liggende stoeptegel. Maak eerst een analyse van de situatie, ga na of er sprake is van een structurele situatie en draag bij vraagstellingen altijd zelf oplossingen aan, luidt mijn advies, ook samen te vatten als constructief politiek bedrijven! .

 


Dinsdag 4 oktober 2016

SIMONE VAN DEN EERTWEGH STEEKT "PUUR" IN EEN NIEUW JASJE

 De beeltenis van zangeres en theatermaakster Simone van den Eertwegh sierde recentelijk de omslag van mijn boek “KRING-GESPREKKEN”. De sympathieke zangeres heeft van haar grote schare fans positieve reacties gekregen op de verhalen die over haar in dit boek zijn opgenomen. Voor Simone was dit tevens een mooie prozaïsche afsluiting van het eerste seizoen van haar tweede theaterprogramma PUUR. In de zomermaanden heeft ze allerminst op haar lauweren gerust. Integendeel. Simone heeft PUUR nog eens nauwkeurig gefileerd, wat resulteerde in een aantal aanvullingen en wijzigingen. Het publiek kan voor het eerste kennismaken met ‘Puur 2.0’ op 13 oktober in De Schalm in Veldhoven. Al eerder stond ze in dit theater met haar debuutprogramma ‘Van List tot Heden’.In deze reprise van PUUR valt in de ogen van Simone alles op zijn plaats en ook zijn de puntjes wat strakker op de i gezet.
 
‘Mede door de mooie reacties vanuit het publiek hebben we besloten om nog een jaar met PUUR door te gaan. De bijzondere liedjes die ik in dit intieme theaterprogramma zing, heb ik samen met een nieuw regisseursduo onder handen genomen, wat tot een verrassend resultaat heeft geleid. De toeschouwers kunnen meer muziek en minder verbindende teksten verwachten! Hoe vaker je een programma speelt, hoe beter de jas je past. Sommige liedjes hebben geen ellenlange inleiding nodig, die vertellen hen eigen verhaal. De bewerkingen van liedjes zijn nog mooier geworden met de toevoeging van Robert de Kok (bekend van VOF de Kunst, JP) die werkelijk excelleert op accordeon, dwarsfluit en saxofoon’, aldus Simone. In tegenstelling tot haar gelijknamige in juni gelanceerde debuutalbum die louter Nederlandstalige luistermuziek bevat, is deze concertreeks verrijkt met Frans- en Engelstalig repertoire. ‘Naast de eigen nummers brengen we liedjes van artiesten die mij muzikaal geïnspireerd hebben, zoals Bette Midler, Vaya Con Dios en Barbra Streisand. Een breed muzikaal speelveld, dat garant staat voor een dynamisch concert!’, vertelt de beeldschone covergirl enthousiast. Zie ook
www.gazetroosendaal.nl en  www.dichtbij.nlroosendaal.nl
 


Maandag 3 oktober 2016

FRED DELFGAUW HAD ZO KUNNEN OPDOEMEN BIJ "DE WAND"

 De productie ‘De Wand’ van de Ulrike Quade Company heeft al zo veel voorpubliciteit gekregen en is al zo vaak gerecenseerd dat ik eigenlijk vooral benieuwd was naar de acteerprestatie van Harriet Stroet en hoe haar personage haar plek in de zo plotseling vernietigde wereld bevochten heeft. Het gegeven van een mens die onverwacht geheel op zichzelf is aangewezen als de alles verslindende catastrofe eenmaal heeft toegeslagen, is niet bepaald nieuw. Zelf schreef ik begin jaren negentig een stuk, getiteld ‘The Outfall’, waarin enkele burgers nadachten over hun overlevingskansen als het doemscenario eenmaal realiteit is. Het stuk werd destijds met redelijk veel succes slechts eenmaal opgevoerd door het Canapijtheater in het Oudenbossche Fidei et Arti. Later zag ik nog diverse stukken voorbij komen met ongeveer dezelfde strekking. In die zin was ‘De Wand’ niet echt verrassend. Het spel van Harriet Stroet maakte de gang naar de kleine zaal van De Kring zaterdagavond echter alleszins de moeite waard. Adembenemend spannend, zoals ik ergens las, was het echter niet.

 

De schrijfster Marlen Haushofer (1920-1970) schept een apocalyptische wereld waarin een vrouw die compleet is afgesneden van de haar tot dan zo vertrouwde omgeving moet zien te overleven. De voorstelling opent met witte rook die geleidelijk op het podium en op de eerste rij neerdaalt. In de ovalen hoepel wordt een vrouw met een beperkte bewegingsruimte zichtbaar, letterlijk afgebakend door de hoepel en omringd door een golvend zeildoek waarin zich dierlijk leven blijkt te bevinden. Met een enkele handbeweging brengt Stroet haar trouwe hond, liggend aan haar voeten, tot leven. Het mechanische dier roept direct associaties en herinneringen op aan de creatie uit ‘War Horse’ die enkele seizoenen terug in het Bredase Chasse Theater was te zien. Maar dan kleiner en veel fijner! Heel blij was ik met mijn plek op de eerste rij, want de geluidssterkte liet het nodige te wensen over, wat zo langzamerhand een structureel probleem lijkt in de kleine zaal. Stroet moet zelf het geluid van de hond produceren, maar dat gaat geheel niet ten koste van de geloofwaardigheid. De hond maakt een bijkans onvoorstelbaar bezielde indruk, alles in zijn aanhankelijke lichaam staat geheel ten dienste van het vrouwtje. Daar blijft het niet bij, Stroet weet ook nog een koe en een kat aan het zeildoek te onttrekken. Met dat nieuwe gezin moet ze haar eenzame leven opnieuw zien in te vullen. Haar teksten zijn diepzinnig, maar werpen geen onverwacht licht op de situatie. Ze is gevangen in een Kafka-achtig schouwspel van een toekomst die hopelijk nooit aanbreekt. Helaas viel reeds na een uur het doek, symbolisch dan. Wat toch een wat katterig gevoel gaf. Uit dit gegeven was absoluut meer te halen geweest. In mijn fantasie zag ik de vermaarde Fred Delfgaauw uit Gorinchem al opdoemen. Poppenspeler mag je hem niet noemen, maar wat Delfgaauw met simpele voorwerpen weet te doen, grenst eveneens aan het ongelooflijke. Zijn verschijnen zou een heel nieuwe dimensie aan ‘De Wand’ gegeven hebben. Waarom zou je als theatermaker immers ophouden waar de auteur een punt heeft geplaatst? Het oorspronkelijke verhaal kan natuurlijk ook op verantwoorde wijze als fundament dienen voor de aanvullende fantasie van de regisseur. Delfgaauw en Stroet als de nieuwe Adam en Eva in een herkansing voor de mensheid, in de hoop dat de mens dan zal leren van de fouten die tot zijn vernietiging hebben geleid! Dan was er ook een gedeelte na de pauze geweest, wat ik nu node miste.

 

De Wand – Ulrike Quade Company, spel Harriet Stroet, gebaseerd op een verhaal van Marlen Haushofer. Gezien door Jaap Pleij op zaterdag 1 oktober in de kleine zaal van De Kring.


Maandag 3 oktober 2016

KUNSTEN IN O.L. VROUWEKERK NU ONDER HET JUISTE DAK

 Bij de opening zaterdagochtend leek het nog een hele kunst te worden om het publiek naar de O.L.Vrouwekerk te lokken. Medeorganisator Peter Uytdehage sprak het officiële openingswoord, dat vooral in het teken stond van de lange (uiteindelijk geslaagde) zoektocht naar een geschikte locatie voor ‘Kunsten Onder 1 Dak’, voor een klein gehoor. Dat bleek gelukkig voor de kerkorganisatie geen teken aan de (kerk)wand. Vrij snel na het middaguur stroomde het kunstzinnige publiek binnen. Wat de opening helaas direct duidelijk maakte, is dat de kerkbestuur iets aan de galm op de geluidsinstallatie moet laten doen. Volgens een enthousiaste medewerker is de apparatuur zo geïnstalleerd dat het geluid niet opstijgt maar meteen de kerk in golft. Toch is het raadzaam om hier een deskundige naar te laten kijken. Zo was het echt geen gehoor!

De dichters DOOK en Eric van Deelen mochten aansluitend de eerste kunstzinnige handeling verrichten, het declameren van enkele gedichten. Singer/songwriter Pim Derenen sprong daarna in het gat dat door de plotselinge verhindering van het koor Cantores was gevallen. De aanwezigen zaten de eerste nummers van Derenen beleefd uit, maar begonnen zich daarna langzaam door het religieuze complex te verspreiden. Naast de kunst maakten velen van de mogelijkheid gebruik om de kerk en het aanpalende klooster eens aan een nadere inspectie te onderwerpen. Onder hen auteur Ton van Oorschot, wiens echtgenote een paar fraaie portretten exposeerde. Zeer enthousiast vertelde hij over de naderende heropening begin december van Hotel Tongerlo dat mede onder zijn leiding komt te staan. Hij stelde uw verslaggever een spectaculaire opening en de terugkeer van het eens zo fameuze Tongerlobier in het vooruitzicht. Flamencodanseres Miranda Brand begon ondertussen enigszins zenuwachtig te dralen. De bezoekers hadden zich zo snel door het complex verspreid dat er voor haar naderende optreden maar bitter weinig publiek restte. Uit nood geboren ontpopte uw verslaggever zich daarom maar even tot dorpsomroeper, wat al snel een positief effect ressorteerde. Enigszins verscholen achter de brede rug van Parrotiakwartiermaker Ad Huijzers kon ik gelukkig constateren dat het met haar vertolking van de flamenco zowel inhoudelijk als publieke belangstelling uiteindelijk wel goed zat. Bij het tweede nummer weigerde de geluidsband dienst, maar de charmante en doorgewinterde Brand liet zich daardoor niet uit het veld slaan. ‘Dan maar zonder muziek’, redeneerde ze nuchter, de amusementswaarde was er absoluut niet minder om. Bij haar tweede optreden, niet veel later bij de sacristie, werd de sympathieke Brand gelukkig niet gehinderd door technisch ongemak. Niet veel later werd ik in de kantine door een zeer betrokken vrijwilligster bijgepraat over de stand van zaken rond de O.L.Vrouwekerk. Tot mijn verbazing vertelde ze me dat het pand momenteel maar een bewoner telt en dat binnen twee jaar een beslissing wordt genomen welk van de drie huidige kerkgebouwen (naast de O.L.Vrouwekerk zijn dat de Joseph- en de Moeder Godskerk, JP) straks dienst gaat doen als de parochiekerk voor de hele gemeente. Voor de twee andere kerken moet dan een nieuwe bestemming gevonden worden. De Moeder Gods en de Josephkerk zijn mede vanwege de prima akoestiek vrij eenvoudig om te bouwen tot een concert/congreszaal, maar de O.L. Vrouwekerk heeft alles in zich om een echte kerk te blijven. De centrale ligging spreekt ook in het voordeel van de vroegere Paterskerk. Als het bisdom toch anders besluit, ligt een nieuwe bestemming als verenigingsverzamelgebouw of een School voor Expressie 2.0 voor de hand. Op nog een zorgcentra (de vroegere Heilig Hartkerk) zit Roosendaal nu echt niet te wachten, zeker niet gezien de nabijheid van het ROC, dat ook heel sterk op de zorg is gericht. ‘Kunsten onder 1 dak’ dekt de lading niet helemaal, want gelukkig was de kloostertuin ook bij de manifestatie getrokken. Voor veel bezoekers was dat pas de eerste kennismaking sinds de openbare openstelling enkele jaren geleden. Wat niet zo verwonderlijk is, want de entree ligt nogal buiten de wandelroute en staat ook niet duidelijk aangegeven. Een tweede aandachtspuntje dus. Hoewel nog steeds sfeervol, betreur ik het dat de tuin een flinke kaalslag heeft ondergaan. Van het enigszins mysterieuze karakter dat zo kenmerkend was voor de besloten kerktuin, is helaas niets meer over. De eerste dag werd voorts gekenmerkt door een rondleiding door Ton Vermast en optredens van Maxi Fusion en IQ Aarmoeinieke. Op de tweede dag kon ik slechts eventjes snuiven aan de kunsten onder het kerkdak. In het kader van mijn persoonlijke herontdekking van het Roosendaalse amateurvoetbal had ik deze zondagmiddag gekozen voor de ‘kraker’ tussen RKVV Roosendaal en het altijd lastige Desk 1. De tweede lezing van streekarchivaris Joss Hopstaken over Kaaike Boven wilde ik echter niet missen, en aangemoedigd door het slechte weer besloot ik de wedstrijd bij de stand 1-1 (wat naar later bleek ook de eindstand was) in de zestigste minuut voor gezien te houden. Joss had zijn boeiende lezing verluchtigd met een aantal veelal onbekende foto’s uit de Rijke Roomse Roosendaalse historie en daar zaten tot mijn genoegen ook enkele foto’s tussen van RKSV Roosendaal uit de tijd dat de club nog op de Wei van Boonen speelde. De twee aansluitende voordrachten van opnieuw DOOK en Eric van Deelen zorgden voor een (w)aardig slot van deze manifestatie die in deze kerk na visites aan het RBC Stadion en de Wennekerhallen duidelijk zijn definitieve thuishaven lijkt te hebben gevonden, mits het Bisdom Breda meewerkt uiteraard. Aan de gangmakers Karien Wiericx en Cor Geers (ook bekend van het festival Blommenkinders) zal het niet liggen. Amper binnen deed Cor me uitgebreid verslag van het interview van popjournalist Willem Jongeneelen met Marcel Groenwegen over de biografie van Armand, de in 2015 overleden protestzanger en naamgever van Blommenkinders die een speciale relatie met Roosendaal had. Hij zag hier weliswaar het levenslicht, maar het gezin Van Loenhout verhuisde naar Eindhoven toen de latere Armand maar net een jaar oud was. De band met Roosendaal bleef, vooral vanwege zijn roerige relatie met de Roosendaalse deerne Marijke de Both (later naar Duitsland verhuisd) die hem inspireerde tot zijn megahit ‘Ben ik te Min? ’. ‘Je hebt echt wat gemist’, sprak Cor enigszins verwijtende woorden. Bij dit soort gelegenheden troost ik mezelf altijd echter met de filosofische woorden van wijlen collega columnist Martin Bril. ‘Je mist nu eenmaal altijd meer dan je meemaakt’. Dat geldt zelfs voor de grootste levensgenieters. (zie ook mijn portret van Armand in het boekje ‘Blomlezing’ dat in 2007 bij de start van Blommenkinders door het Platform Schrijvers is uitgebracht en mijn boek ‘Portretten van Kopstukken’ uit 2008).

 

FOTO: De legendarische Armand, hier gezeten tussen twee Roosendaalse schonen, was duidelijk in de geest aanwezig bij ‘Kunsten Onder 1 Dak’.


Zondag 2 oktober 2016

POLITIEKE TWEEDELING GOED VOOR ROOSENDAAL?

 

Enkele weken terug sprak ik het Roosendaalse raadslid Ton Schijvenaars (Nieuwe Democraten) in de pauze van het stuk ‘Storm’ in het Xperiencetheater en hij ontvouwde weer eens zijn theorie voor een gezamenlijke politieke strategie. Hij rekende me voor dat indien Pep, CU en ‘mijn’ PVC bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 de krachten hadden gebundeld ze één raadszetel zouden hebben veroverd. Iets om over na te denken voor de komende verkiezingen in 2018 dus! In BN/DeStem van zaterdag 1 oktober bleek hij zijn theorie verder te hebben uitgebouwd. Als deze drie kleintjes samen met ‘zijn’ Nieuwe Democraten en de PvdA, D66 en GroenLinks zouden meedoen als de nieuwe partij ‘Voor Roosendaal’ verovert de nieuwkomer negen zetels, waarmee ze tevens de grootste fractie in de gemeenteraad vormt.

Tsja, het ruimt in ieder geval wel lekker op. Als de overgebleven partijen CDA, Roosendaalse Lijst, VLP, SP en VVD dan zo gewillig zijn om te fuseren tot bij voorbeeld ‘Tegen Roosendaal’ komt er in een klap duidelijkheid in het Roosendaalse politieke mijnenveld. Dan hoeft de kiezer alleen nog maar te besluiten of hij voor of tegen Roosendaal is. Die keuze lijkt me gauw genoeg gemaakt, en dan gloort er wellicht een absolute meerderheid voor de vernieuwingsbeweging. Was het maar zo simpel. In de politiek is een optelsom van 1 plus 1 plus 1 zelden 3. Daar kwam Gommert Jonkers ook achter toen hij zijn Vrije Lijst liet opgaan in de VVD. De kiezer laat zich eenvoudigweg niet optellen en daar heeft hij groot gelijk in. Ik denk eerder dat de kiezer zich weer eens bevestigd ziet in de toch al sterk levende opvatting dat het allemaal één pot nat is in de politiek. De verslaggever vraagt zich aan het slot af of dit een serieuze optie is of een luchtballon. Die vraag kan wat ‘mijn’ PVC betreft met het laatste beantwoord worden. Indien de PVC in 2018 meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen en die kans is levensgroot, zal dat in ieder geval onder de naam PVC zijn. Uiteraard moet dan wel alles in het werk worden gesteld om te voorkomen dat de stemmen voor de kleintjes ten prooi vallen aan de Roosendaalse Lijst, oftewel het grote niets. Een lijstverbinding is daar een adequaat middel voor. Politiek is immers veel meer dan het tellen van zetels, het gaat toch immers in de eerste plaats om de inhoud. De PVC heeft als enige partij de onzinnige mandjes die opborrelden uit de cockpit Riek Bakker vanaf het prille begin vierkant afgewezen. In dat standpunt zag de partij zich al snel bevestigd door buitengewoon hoogleraar Cor Molenaar, tevens auteur van onder meer ‘Red de Winkel’(2012) en ‘Kijken, kijken..Anders Kopen’ (2015). De leden van het vorige College van B&W, waarin ook de PvdA was vertegenwoordigd, liepen echter constant als kritiekloze knaagdiertjes achter deze rattenvanger uit Rotterdam aan en daardoor zit de Roosendaalse bevolking nu met de gebakken peren, zoals een dreigende volkomen onnodige verhuizing van het Stadskantoor (al horen we daar bitter weinig van de laatste tijd) en een bij voorbaat mislukte renovatie van de Nieuwe Markt, in de volksmond al omgedoopt in ‘Het Lover van Lok’. Na de eerdere mislukte renovatie van het Tongerloplein zit Roosendaal daardoor nu opgescheept met twee onvolwaardige stadscentra. Met GroenLinks heeft de PVC een onoverkomelijk probleem op het morele vlak. SP-wethouder Hugo Polderman zwaaide onlangs tussentijds af zonder een beroep te doen op wachtgeld. Zoveel grootsheid kon GroenLinks nooit opbrengen. De partij ‘slaagde’ erin om kort achter elkaar drie wethouders op wachtgeld te krijgen. Dat had heel gemakkelijk voorkomen kunnen worden indien wethouder 1 bereid was geweest om de plek in te nemen voor wethouder 2 toen deze vrijwillig terugtrad, maar deze vond het wel best zo in luwte in de wetenschap dat er maandelijks een fors bedrag op zijn rekening werd bijgeschreven zonder dat hij daar een tegenprestatie voor hoefde te leveren. En toen kwam wethouder nummer 3 in de persoon van de uit Schiedam overgekomen Wil Vissers in beeld. De grootste politieke ramp die Roosendaal ooit overkomen is. Mevrouw maakte in drie maanden een puinhoop van haar wethouderschap en besloot al snel de eer aan zichzelf te houden, maar niet voordat ze zich verzekerd had van een riant wachtgeld waar ze maar liefst 4,5 jaar op heeft kunnen teren. Pas in december 2015 was Roosendaal definitief van deze ‘politica’ verlost. De toenmalige fractievoorzitter van GL vond dit kennelijk de gewoonste zaak van de wereld en kon zelfs –ondanks herhaalde uitnodigingen van de PVC daartoe- het niet opbrengen om publiekelijk zijn excuses te maken aan de Roosendaalse belastingbetaler die voor deze misser mocht opdraaien. In die 4,5 jaar is de gevallen wethouder er niet in geslaagd om weer een zelfstandig inkomen te werven, wat ook het nodige zegt over het ‘beoordelingsvermogen’ van GroenLinks. Daarnaast heb ik nog een beroep gedaan op het fatsoen van het landelijke partijbestuur met het nadrukkelijke verzoek de door Roosendaal geleden schade te vergoeden. Op al die uitnodigingen is nooit gereageerd. Zelfs de anders zo publiciteitszieke Jesse Klaver deed er ondanks diverse mailtjes het zwijgen toe. Het fatsoen waar ik tevergeefs een beroep op deed was kennelijk niet aanwezig in de gelederen van GroenLinks. Dit is dus wel de laatste partij waar de PVC ooit mee zou willen samenwerken, laat staan fuseren. Voor de Roosendaalse politiek in het geheel ligt er een heel andere uitdaging in het verschiet. Hoe zorgen we er met alle partijen voor, de handelwijze van GroenLinks ten spijt, dat de 54 procent die in 2014 wegbleef bij de stembussen in 2018 wel de gang maakt naar de verkiezingslokalen? Een honderd procent score zal wel altijd een utopie blijven, maar de politieke partijen moeten in ieder geval laten zien dat ze de kiezer serieus nemen. Helaas gaf onze ‘burgervader’ recentelijk niet bepaald het goede voorbeeld. De mogelijke komst van het AZC had hij het liefst in zijn eentje doorgedrukt, maar vooruit, de gemeenteraad mocht ook een duit in het zakje doen. Van rechtstreekse inspraak door de bevolking moest hij niets hebben. Zelfs toen een aantal verontruste burgers in gesprek wilden over wat de mogelijke komst van een AZC voor de buurt en hen persoonlijk zou betekenen, weigerde hij bot hen te woord te staan. Met zo’n lage opkomst mogen en kunnen we er niet van uitgaan dat de gemeenteraad de ultieme vertegenwoordiging is van de volkswil en daarom moet nu al het principebesluit worden genomen dat er in de naaste toekomst geregeld volksraadplegingen, let wel met bindend karakter worden gehouden. Het liefst deze raadsperiode al. Wat de PVC betreft mag Schijvenaars best proberen de door hem genoemde partijen in een grote gezellige volkspartij te verenigen, maar de PVC past daar ten enenmale voor. Stel dat het inderdaad lukt om die 9 zetels binnen te slepen, de ego’s zullen daarna zo groot en botsend blijken dat er al snel sprake zal zijn van 9 afgesplitste raadsfracties. Alleen de combinatie van PeP en Schijvenaars Nieuwe Democraten al lijkt me gezien de ‘bilaterale’ gebeurtenissen in het verleden op zijn zachtst gezegd weinig vruchtbaar.

 

Nadenkertje: ‘Voor Roosendaal’ klinkt ook een beetje als een onafhankelijkheidsbeweging die streeft naar de zelfstandige Stadstaat Roosendaal, een heuse Rexit dus. Wat op zich misschien helemaal niet zo’n gek idee is. Een betaalmiddel, de Roosendaalder en de neutbon, hebben we al, met ‘Thuis in Roosendaal’, ‘Mijn Stadje’ en het ‘Roosendaals Lieke’ beschikken we over maar liefst drie volksliederen en reken maar uit hoeveel geld we al slapend binnenhalen door de NS tol te laten betalen voor al die (gif)treinen die dagelijks over de dan genationaliseerde spoorrails door Roosendaal denderen. De Roosendaalse grenzen zijn door een fotograferende Luc Goderie vorig jaar nauwkeurig vastgelegd, daar zullen we met onze nieuwe buren Nederland en België dus geen problemen over krijgen. We kunnen dan eindelijk soevereine beslissingen nemen over ons grondgebied zonder nog last te hebben van een hinderlijk over de schouders meekijkende Commissaris der Koning en natuurlijk gaan we ons dan opmaken voor de eerste presidentsverkiezingen. Dat opent voor ambitieuze politici als Schijvenaars weer nieuwe deuren, en laten we wel wezen, met vergelijkbare ministaatjes als Andorra en Liechtenstein gaat het in economisch opzicht bepaald niet slecht. Vraag dat maar aan historicus Maarten van Rossem als hij volgende week een lezing geeft in de Kring.

 

FOTO: De door Ton Schijvenaars gewenste politieke samenwerking is wat de PVC betreft inderdaad een luchtballon.