Aflevering 3 - Doe het niet, Alex

Jonge Johan kreeg dat boek enkele maanden terug toegestuurd door een oudere fan die –zoals hij in de begeleidende brief schreef- hem wat historisch bewustzijn wilde bij brengen.
‘Als je zo doorgaat en ik kan me niet voorstellen dat je niet zo doorgaat, zal je ongetwijfeld heel snel een uitnodiging van de bondscoach ontvangen voor de komende kwalificatieduels. Ik vraag me af of je na het lezen van dit boek nog veel animo voelt om dat oranjeshirt over je hoofd te trekken. Je komt op mij over als een verstandige jongen. Dus ik vertrouw erop dat je de juiste keuzes maakt. Binnenkort stuur ik je ook nog het boek ‘Doe het niet, ALEX – alle redenen om voorgoed af te zien van het koningschap’  toe. Geschreven door wijlen Hans van den Bergh. Bepaald geen domme jongen. In zijn laatste levensjaren was hij emeritus hoogleraar cultuurwetenschappen, toneelcriticus en letterkundige. Van den Bergh heeft tal van boeken gepubliceerd over literatuur, humor, drama en de nadelen van de monarchie. ‘Doe het niet, ALEX’ sluit mooi aan op de roman van Frank van Pamelen. Nog een goede raad tot  (voorlopig) slot. Als je met iemand in discussie verzeild raakt over de monarchie laat je dan niet afschepen met een lulargument als ‘Nee, een president is fijn. Net of dat niets kost’. Mijn voorstel: de minister-president neemt tevens de taak van staatshoofd op zich. Hoe je het beestje dan precies noemt, maakt niets uit. Noem hem bij voorbeeld gewoon soeverein. Ben je van al het gedonder af!’
Hoewel de jonge Johan het onderwerp ‘Willem-Alexander en de monarchie’ nog niet definitief omarmd had, belette hem dat niet om het boek van Frank van Pamelen wat luchtigjes door te bladeren. Steeds vaker hield zijn bladerhand wat langer stil bij een bepaalde passage. Het was voor hem al snel duidelijk dat Van Pamelen –hoe je ook tegen de kroon en de troon aankijkt- in de eerste plaats een heel sterke- en spannende  thriller heeft geschreven. Hij legde het dikke epistel bovenop de sportmagazines van die week, met het voornemen Van Pamelens proza daarna zo snel mogelijk tot zich te nemen. Een grote erfenis die in gevaar komt door een historische, biologische dwaling, klonk het supertalent wel plausibel in de oren. Aan een mensenleven werd toen niet zo veel waarde gehecht als tegenwoordig. Geweld was een beproefd middel om je van je tegenstander te ontdoen. Maurits was niet bepaald fijnzinnig van aard. Ruw in de omgang, onbeschoft, zelfs voor die tijd, en geneigd snel naar het zwaard te grijpen. Dat twaalfjarig bestand met de Spanjaarden vond hij maar niks, veel liever had hij lekker door geknokt’, herinnert hij zich van de geschiedenislessen in het middelbaar onderwijs. Bij het kopje ‘Maurits’ stond een schilderij van de prins afgedrukt. Nooit eerder had Johan zulke kille ogen gezien. Ogen die volgens de taal van het lichaam-deskundigen blijk geven van een letterlijk dodelijke gemoedstoestand.
En dan die Willem-Alexander. Misschien heeft ook hij een wat duistere kant. Hij kan toch niet alleen maar die middelmatig getalenteerde jongen zijn die de toespraakjes van zijn tekstschrijvers zo houterig voorleest op televisie en zo behendig WC-potten weet weg te werpen op koninklijke feestdagen? Wat drijft hem? Waarom doet hij wat hij doet en waarom doet hij het zo geforceerd? Waarom zegt hij nooit eens wat hij werkelijk denkt? Wat zou het verfrissend zijn indien hij die troonrede op de derde dinsdag van september direct door midden scheurt en uitroept: Die onzin ga ik echt niet voorlezen, dat doe je zelf maar, Mark! Al die vragen komen voorbij in het boek van de hoogleraar, zo liet de gever wel doorschijnen. Johan verheugde zich al op de toezending. Hij had de gulle gever graag tussentijds willen bedanken, maar helaas, er stond geen adres bij. De onbekende gever gaf zelfs zijn voornaam niet prijs. Johans geduld werd niet lang op de proef gesteld. Drie dagen later stond de pakketdienst al voor de deur van zijn ouderlijk huis. Net toen hij op het punt stond naar de dagelijkse training te vertrekken op zijn brommertje. Nog krap een jaar en dan staat er een glimmende limousine voor de deur, aldus het belangrijkste niet sportieve doel dat Johan zich gesteld had. In financiele zin was dat nu al geen obstakel meer.  Maar nu eerst dit pakketje uitgepakt. Een getekend exemplaar lag voor hem. Hij las het briefje: ‘Van Johan voor Johan. Veel leesplezier en veel daaruit voortkomende wijsheid toegewenst’. Kennelijk wil de gulle gever zijn identiteit slechts stapje voor stapje onthullen. Er is dus weer een andere Johan tot het spel toegetreden’, lachte hij ietwat geheimzinnig. ‘Ben benieuwd waar dit allemaal toe gaat leiden’.