Zaterdag 30 januari 2021

ANDRÉ VAN DUIN HEEFT MOEITE OM ZIJN LEVEN EEN NIEUWE RICHTING TE GEVEN

Na een gedwongen Coronapauze van twee weken was Matthijs van Nieuwkerk op zaterdag 23 januari weer terug met de tweede aflevering van zijn nieuwe talkshow ‘Matthijs Gaat Door’.  Perfect was het allemaal nog lang niet, het item over een nieuwe ‘Summer of Love’ was zelfs volstrekt onzinnig, maar de aanwezigheid van André van Duin maakte veel zo niet alles goed.    
   
De 73-jarige duizendpoot sprak over het verlies van zijn man Martin Elferink en zijn eigen ziekte, waarvoor hij begin dit jaar onder het mes ging. ‘Je verwacht het helemaal niet, je bent met Martin bezig en dan maak je mee hoe het mis kan gaan. En dan niet veel later maak je het zelf mee; in een mildere vorm, want bij mij was het nog niet uitgezaaid’. Hij openbaarde daarmee een goed bewaard geheim dat ook bij zijn voornaamste opdrachtgever Jan Slagter van Omroep Max in veilige handen was. Die maakte daar de afgelopen week pas melding van in MaxMagazine. Een gevoelige snaar raakte Matthijs ook toen het thema
Zingeving ter sprake kwam. Een jaar na het overlijden van zijn zeventien jaar jongere partner Martin Elferink heeft Dré daar nog steeds grote moeite mee. Ruim 72 jaar ging zijn bestaan over rozen. Na zijn grote doorbraak in 1964 in de talentenjacht ‘Nieuwe Oogst’ verdween hij niet meer uit het zicht van het grote publiek. Toen hij begin zeventiger jaren met zijn lach-of-ik-schiet-shows begon, was zijn naam definitief gevestigd en groeide hij uit tot de ultieme volkskomiek die ook meerdere kanten van zijn talent uitgebreid etaleerde.  Het is daarom extra triest dat hij na al zijn grote successen nu zo zichtbaar worstelt met de zingeving van het leven. Televisiekijkend Nederland werd een korte blik gegund in zijn studioruimte aan huis waar hij druk bezig was met een Duitse vertaling van zijn oude hit ‘Er staat een paard in de gang’.  Dré trok daar aan tafel bij Matthijs een gezicht bij van ‘Ja, je moet toch wat’. In zingeving (of juist niet) zijn rijk, arm, jong, oud, man en vrouw allemaal gelijk. Je kunt nog zo succesvol zijn in je beroep, als je daar geen voldoening (meer) uit put, dan ervaar je dat allemaal als zinloos. André is nu 73 jaar, maar voor wie moet hij het nu allemaal nog doen? Kinderen heeft hij bewust nooit gewild en nu ook zijn partner zo bruusk uit het leven is weggerukt, doemt er slechts een groot zwart gat op, dat ook door Jan Slagter niet op te vullen valt. Kijk ook naar Marco Borsato, die wel definitief van het podium verdwenen lijkt, en recentelijk naar wielrenner Tom Dumoulin die zich nu in zijn Limburgse huiskamer in gemoede afvraagt wat hij met de rest van zijn leven wil aanvangen. In het televisieportret dat aan haar gewijd is, maakt Jenny Arean er ook geen geheim van dat zij het gevoel heeft dat ze niet meer meetelt. Er bestaat helaas geen medicijn tegen oud of eenzaam zijn, zingt Herman van Veen in het prachtige lied ‘Cirkels’. Helaas gaat dat ook op voor het destructieve gevoel waar een groot deel van de wereldbevolking nu mee kampt.  Leven is de enige remedie, maar dat is in dit ellendige covid-19 tijdperk vrijwel onmogelijk geworden. Niets meer om naar toe te leven, niets meer om naar te verlangen, en het eind van die donkere tunnel is nog lang niet in zicht. Benjamin Franklin wist het al. Wie zijn vrijheid inlevert voor veiligheid is beide niet waard!      


Vrijdag 29 januari 2021

RUTGER JAN SCHIMMELPENNINCK WAS EEN GROOT BEWONDERAAR VAN NAPOLEON

Voor de vierde aflevering van de tv-reeks ‘De Strijd om het Binnenhof’, waarin politicus Jan Rutger Schimmelpenninck centraal staat,  heeft de NTR opnamen gemaakt in het Drukkerij Museum in Etten-Leur. Een filmploeg van de NTR kwam afgelopen zomer langs in het museum en filmde daar onder meer hoe er gedrukt werd op een achttiende eeuwse drukpers.
Interessant is de wijze waarop MaxMagazine deze aflevering aankondigt. De politieke kwaliteiten van Schimmelpenninck (1761-1825) staan buiten kijf. Maar of hij die talenten wel voor de goede zaak aanwendde, daarover zijn de meningen verdeeld. De politicus had een hekel aan de Oranjes en om van hen af te komen liet hij de oren hangen naar de Franse dictator Napoleon’. Niet verwonderlijk dat de redactie van MaxMagazine voor deze omschrijving kiest. Het blad laat bij monde van Marc van der Linde de oren al jaren hangen naar de Oranjes. In het artikel BN/DeStem maakt verslaggever Nicole Froeling eveneens een grote fout. Ze schrijft: ‘Hij was aan het begin van de negentiende eeuw kort president van Nederland – De enige president die ons land ooit heeft gehad’. Dat is niet juist. Graag had Schimmelpenninck zich zo genoemd. Van Napoleon moest hij zich net als Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt tevreden stellen met de titel ‘Raadspensionaris’.     
Na een onstuimig verlopen carrière stapte Schimmelpenninck in 1797 uit de parlementaire politiek. Lang hoefde hij echter niet stil te zitten. Op 12 juni 1798 werd hij benoemd tot ambassadeur van de republiek in Parijs en zo was hij er getuige van dat Napoleon Bonaparte na het behalen van diverse militaire successen met succes een staatsgreep pleegde. Schimmelpenninck raakte al snel in de ban van de Franse dictator en was goed bevriend met Napoleons broer Joseph, met wie hij veel ging jagen. In september 1804 kreeg Schimmelpenninck van Napoleon het eervolle verzoek een concept grondwet te schrijven voor het Bataafs Gemenebest. In zijn conceptplan pleitte Schimmelpenninck voor een stabiele aristocratie op basis van de principes van de Franse politiek. Kennelijk viel dat concept in goede aarde bij de Franse alleenheerser, want in 1805 benoemde Napoleon Bonaparte Schimmelpenninck tot staatshoofd van het Bataafse Gemenebest. Niet bekend is of die aanbeveling ook in het concept was opgenomen. Het liefst had Schimmelpenninck zichzelf president van Nederland genoemd, maar Napoleon opteerde voor de naamgeving raadspensionaris. Op 29 april 1805 aanvaardde Rutger Jan Schimmelpenninck dit ambt, waarmee hij zich in het rijtje schaarde van de weinige Nederlandse dictators. Hij was een, zoals historicus Hans Schoots het in het Historisch Nieuwsblad verwoordde, een ‘kleine dictator’. Op 10 mei 1805 huldigde Den Haag hem in als raadspensionaris.
Samen met een Wetgevend Lichaam van negentien leden beoordeelde en stuurde Schimmelpenninck het beleid in het Bataafse Gemenebest. Vanuit zijn residentie in Paleis Huis ten Bosch gedroeg Schimmelpenninck zich steeds meer als een alleenheerser en bouwde hij een eigen hofhouding op. Het Wetgevende Lichaam had niet zoveel in te brengen. Ook benoemde hij zelf de secretarissen (ministers) van de naar vijf teruggebrachte departementen: Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Financiën, Marine en Oorlog. Zijn vrouw kwam in deze periode in opspraak in de Nederlandse Hervormde Kerk ter plaatse, omdat ze demonstratief de plek innam op de kerkbank waar voorheen Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van stadhouder Willem V, had gezeten. Onder Schimmelpennincks bewind werd een belasting ingevoerd op onder meer zout, zeep, turf, alcoholische dranken (bier uitgezonderd), meubilair, paarden, graan en vlees. Tevens voerde hij een grondbelasting (kadaster) in. Verder kwam er in april 1806 een onderwijswet tot stand, de Schoolwet van 1806, die de financiering van het openbaar onderwijs regelde.

Napoleon Bonaparte was niet geheel tevreden over het beleid van Rutger Jan Schimmelpenninck en wilde zijn greep op het Bataafse Gemenebest vergroten. Daarom ontsloeg hij Schimmelpenninck begin juni 1806 en verving hem door zijn jongste broer Lodewijk (1778-1846). Het Bataafse Gemenebest ging over in het Koninkrijk Holland en werd een satellietstaat van Frankrijk, al deed de jonge Lodewijk zijn uiterste best om een zelfstandige politiek uit te stippelen in het hem toegewezen koninkrijk. In juli 1810 viel ook hij in ongenade bij zijn broer. Als een dief in de nacht moest Lodewijk zijn derde  vaderland (na Corsica en Frankrijk) ontvluchten en Nederland werd ingelijfd bij Frankrijk. In die jaren 1806-1810 was Rutger Jan Schimmelpenninck ambteloos burger. Napoleon paaide Schimmelpenninck in deze periode met diverse functies en titels. Verder kreeg Schimmelpenninck een eervol ambt als senator: in december 1811 ging hij aan de slag bij de Keizerlijke Senaat in Parijs. Deze functie bekleedde hij tot november 1813.
Toen Napoleon definitief verslagen was en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd gevormd, nodigde koning Willem I hem uit om zitting te nemen in de net opgerichte Eerste Kamer der Staten-Generaal Van september 1815 tot zijn dood in februari 1825 was Schimmelpenninck lid van de Eerste Kamer. Vanwege een oogafwijking trok hij zich in zijn laatste levensjaren terug uit het openbare leven. Rutger Jan Schimmelpenninck overleed op 15 februari 1825 in Amsterdam.


Donderdag 28 januari 2021

BIJ AH-ROSELAAR ALTIJD OM DE KASSABON VRAGEN

Mijn ruime supermarktervaring heeft me geleerd dat het bij AH - althans de vestiging in de Roselaar, over de andere AH’s kan ik niet oordelen-  altijd raadzaam is om ‘ja’ te zeggen op de vraag ‘Kassabon?’ en deze direct –dus voor het inladen en betalen-  te controleren, zeker wanneer het boodschappenkarretje een of meerdere bonusartikelen bevat. Want de prijs op de schappen van de bonusartikelen komt niet altijd overeen met de prijs die u later op de kassabon aantreft.
Deze donderdagochtend lag er slechts één bonusartikel in mijn karretje, een fles rode wijn met het opschrift Stormhoek. Op het vak stond de bonusprijs van 3,35 euro vermeld (vaste prijs 4,79 euro). Ik had meteen het voorgevoel dat het ook deze keer weer fout zou gaan. En ja hoor, op de kassabon stond slechts de vaste hoge prijs van 4,79 vermeld. Even melden dus bij de klantenservice. De mevrouw ging met de fles in de hand even bij het vak kijken en moest bij terugkomst uiteraard toegeven dat AH een fout had gemaakt. Ik wees haar erop dat dit niet bepaald de eerste keer was en dat de Zaanse grootgrutter er verstandig  aan doet om het bonussysteem eens kritisch door te lichten.  Hoeveel zouden er mij niet voorgegaan zijn die gewoon de vaste prijs hebben betaald omdat ze niet op de kassabon hebben gekeken of er domweg niet naar hebben gevraagd? Snel geboekte winst dus voor AH.
Los van dit alles wordt het hoog tijd dat LIDL een grote vestiging opent in de Roosendaalse binnenstad. Gezien alle woningbouwplannen in het gebied rond het oude V&D-warenhuis en de grootste ontwikkelingen op Stadsoevers is uitbreiding van het aantal supermarkten geen overbodige luxe. Met winkelvoorzieningen is echter geen rekening gehouden in alle grootste plannen ik vrees dat de binnenstad daardoor straks van een koude kermis thuis komt in de vorm van uitpuilende supermarkten (één AH en twee Jumbo’s nabij het centrum).  Roosendaal telt momenteel slechts één veel te kleine LIDL-supermarkt (aan de Kennedylaan) en daarom moet deze Duitse super als eerste in aanmerking komen voor een nieuwe vestigingsplek. Nettorama, niet vertegenwoordigd in Roosendaal, heeft helaas geen interesse getoond.


Zondag 24 januari 2021

'HELEMAAL GEEN BROOD' IS HET MOTTO VAN STADSOEVERS

Net als Freek Verhulst van BN/DeStem is het  mij opgevallen dat Tilburg een dankbare culturele inspiratiebron vormt voor onze wethouder Toine Theunis. Maar waarschijnlijk heeft Toine zich te veel laten leiden door de gedachte ‘Niet bij brood alleen’ . Sterker nog, ‘Helemaal geen brood’ luidde het bouwmotto. De wethouder is daar te ver in door geslagen.  Bij alle fraaie woningbouwplannen die hij de afgelopen jaren presenteerde voor het vroegere klooster Mariadal, de panden rond V&D en zijn kroonjuweel Stadsoevers heeft Toine over het hoofd gezien dat al die nieuwe inwoners straks ook ergens hun boodschappen moeten doen. Binnenstadsbewoners zijn nu aangewezen op de AH-supermarkt in De Roselaar en iets verderop de Jumbo’s aan de Van Beethovenlaan en het Rembrandtgalerij. In de nieuwe situatie is dat niet afdoende.  De bouwplannen voorzien echter niet in (grootschalige) winkelbouw.   
Daarom heb ik Toine bij herhaling voorgesteld alles in het werk te stellen om Stadsoevers te voorzien van minstens een maar het liefst twee supermarkten.  Een tweede Lidl zou daar uiterst welkom zijn. Deze Duitse grutter is in Roosendaal slechts met één te kleine vestiging vertegenwoordigd aan de President Kennedylaan, pal tegenover de vroegere Moeder Godskerk. Een andere mogelijkheid zou een supermarkt van Nettorama zijn. Helaas heeft dat bedrijf geen interesse getoond.  Maar voor Lidl is Stadsoevers  gezien het potentieel aantal nieuwe klanten toch wel een aantrekkelijk vestigingsgebied.
Qua grandeur is er echter een wereld van verschil tussen Roosendaal en Tilburg die nooit overbrugd zal worden.  Ons gemeentebestuur heeft de kans laten lopen om middels het nieuwe gemeentehuis op de oude plek, het zogeheten Huis van Roosendaal, dat momenteel gerealiseerd wordt door Hans van Heeswijk Architecten, van Roosendaal een trotse Tullepetaon te maken. Huis van Roosendaal klinkt veel te bescheiden en mist allure. Nee dan Tilburg. Die stad was in het verleden zo wijs om het voormalige paleis van koning Willem II als basis te nemen voor het gemeentehuis. De eerste steen van dit Rijksmonument, aangeduid als Paleis-Raadhuis,  werd op 13 augustus 1847 hoogst persoonlijk gelegd door Willem II zelf. Als kroonprins was Willem nogal gecharmeerd geraakt van de rustieke uitstraling van Tilburg, waar hij naar het schijnt ook veel homoseksuele contacten heeft gelegd, en wilde er maar wat graag zelf gaan wonen. Het was de vorst echter niet gegeven om zijn intrek te nemen in deze buitenresidentie.    Hij stierf op 17 maart 1849, 22 dagen voor de oplevering van het paleis op 7 april 1849.[ In 1931 is het Paleis-Raadhuis door de nazaten van de koning verkocht aan de gemeente Tilburg voor het lieve sommetje van 45.000 guldens om er het gemeentehuis van Tilburg in te vestigen. Momenteel wordt het koninklijke gedeelte alleen nog gebruikt voor officiele gelegenheden en huwelijksceremonies. Dat doet aan de uitstraling van het complex niets af en het is jammer dat Toine en Co zich bij het ontwerp van het nieuwe gemeentehuis niet ook hebben laten inspireren door de textielstad. Een kleine versie van het vroegere kasteel van Wouw zou in het centrum van Roosendaal niet misstaan hebben. Huis van Roosendaal. Daar trek je geen toeristen mee.


Vrijdag 22 januari 2021

BEKENDHEID KAN JE NAAR HET HOOFD STIJGEN EN VREEMDE DINGEN LATEN DOEN

Bovenstaande tekst las ik donderdag 21 januari op de eerste binnenpagina van het AD. Met daaronder de naam van Angela de Jong. Een naam die kennelijk volgens de hoofdredactie geen enkele toelichting behoeft. Het betreft hier de tv-recensent die door nog onbekende oorzaak zo toonaangevend is geworden.  Collega’s van de Volkskrant en Trouw laat Hilversum volledig links liggen, maar Angela mag te pas en vooral te onpas aanschuiven bij de talkshowtafels, waar Nederland er veel te veel van telt. Sinds ze een lovend stukje schreef over Eva Jinek is ze daar zelfs vaste tafeldame geworden. Al die misplaatste aandacht heeft zijn uitwerking niet gemist op het ego van deze Rotterdamse dame.  Dat is tot ongekende hoogten gestegen.  
Zonder daar een ‘financiële tegenprestatie’ voor te verlangen, strooit ze lustig gratis adviezen aan het adres van programmamakers en beleidsmakers in het rond. Recentelijk maakte ze zich boos over het regeringsbesluit om hondenbezitters het recht te geven hun viervoeter ’s avonds laat een plasje in de buitenlucht te gunnen. Wat mevrouw De Jong betreft  doen de trouwe viervoeters dat gedurende de Avondklokperiode maar binnenshuis. Gelukkig heeft Mark Rutte zich in deze heel wat humaner opgesteld. De Jong verbeeldt zich dat ze verstand heeft van televisie, maar van de psyché van de beste vriend van de mens begrijpt ze helemaal niets.  Een welopgevoede hond zal pas als het niet anders kan, wanneer de druk op de blaas onhoudbaar wordt, zijn behoefte op het tapijt van het baasje deponeren. Maar meteen na de daad voelt het arme dier zich daar uiterst schuldig over. Met grote, zielige ogen en de oren diep naar achteren in de nek zal hij of zij om genade smeken bij het baasje dat ongetwijfeld ook niet weet hoe met dergelijke situaties om te gaan.
Even was ik in de veronderstelling dat mevrouw De Jong eindelijk zo wijs was geworden om aan zelfreflectie te doen, en dat deze uitspraak haar eigen persoonlijkheid betreft. Daarom met enige vaart naar de column gesneld. Maar niks hoor. ‘Bekendheid kan je gemakkelijk naar het hoofd stijgen en vreemde dingen laten doen, kijk alleen al naar Tijl Beckand in De Slimste Mens of naar Diederik Gommers die momenteel wel erg zwabbert in zijn meningen’. Ze liet zichzelf ten onrechte buiten schot. Hoofdonderwerp in deze column is echter een zekere Ferry Doedens.  Een mij geheel onbekende persoonlijkheid, maar omdat mevrouw De Jong regelmatig afstemt op RTL heeft ze ook over deze Doedens (een ex-GTST-acteur naar het schijnt die in de fout is gegaan en wegens wangedrag is weggestuurd) een mening gevormd die in deze richting gaat.  Van een tv-recensent mag je als lezer toch verwachten dat ze haar toestel ook eens op een goede film of documentaire afstemt. Dat zou dan nog van goede smaak getuigen, maar wie zit nou te wachten op meninkjes over al die commerciële televisiebagger die in te grote hoeveelheden dagelijks over ons wordt uitgestort . Vreemd overigens dat haar column op de pagina Media en Cultuur van het AD wordt afgedrukt. Op deze pagina wordt zelden aandacht besteed aan cultuur, helaas is de RTL- en SBS-rotzooi hier ook oververtegenwoordigd.


Woensdag 20 januari 2021

AVONDKLOK VERLOST ONS NIET VAN GORTDROGE TALKSHOWS

Toen premier Rutte in de zoveelste persconferentie het nabije toekomstbeeld van een avondklok schetste leefde bij velen de hoop dat we daarmee ook in een keer verlost zouden worden van al die oervervelende- en gortdroge talkshows die de buis al bijna een jaar teisteren. Al die elkaar constant tegensprekende virologen en lichtgewicht artiesten zouden op de tijdstippen dat dit soort programma’s worden uitgezonden door de NPO en het ratjetoe van commerciele zenders  net als ieder ander gedwongen thuis zitten. Indien het kabinet consequent was geweest. Maar dat was het dus weer eens niet.
Die ijdele hoop werd al snel de kop ingedrukt. Tijdens diezelfde persconferentie zelfs. Op het moment dat het op gedetailleerde vragen aan kwam, was de NPO al lang gestopt met de rechtstreekse uitzending. De zoveelste gemiste kans. Corona maakt tevens duidelijk dat de omroepwet niet deugt. Rutte en Co moesten plaats maken voor al dat kleine grut met uitzendrechten. Anders hadden de kijkers meteen uit eerste hand kunnen horen dat ook talkshowgasten eveneens een vrijbriefje kunnen krijgen voor de Avondklok. ‘Omdat ze (in sommige gevallen) het land van informatie voorzien, worden ze onder cruciale beroepen geschaard’, zo heet het officieel. Overigens wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen de genodigden. Ook de lichtgewichtjes, die veruit in de meerderheid zijn, wordt geen strobreed in de weg gelegd om de gang naar de studio te maken. Wat niet anders gekwalificeerd kan worden dan als een ongehoorde klap in het gezicht van het overgrote deel van de bevolking.  Een andere ontwikkeling die je op je klompen kon aanvoelen, was het ontstaan van ‘de leenhond’. Te verwachten valt dat veel huisdierloze huishoudens in de avonduren zullen aanbieden om de viervoeter van de buren uit te laten. Daarmee wordt een averechts effect bereikt. ‘Dat is nou precies niet de bedoeling’, riep de premier wanhopig uit. Een juiste conclusie. Het is de makke van Mark Rutte in deze demissionaire fase van zijn ministeriele bestaan. Bijna alles wat hij beoogt, pakt verkeerd uit. Het gemis aan psychologisch inzicht bij de hoogste politieke gezagsdrager van het land doet zich daardoor steeds harder gevoelen.  Heel jammer dat al die zenders nu gewoon op de verkeerde weg door kunnen gaan. Heel even had ik visioenen van mooie musicals, interessante documentaires, toneelstukken en (klassieke) concerten waarmee de opengevallen omroepruimte ingevuld had kunnen worden. De Bredase burgemeester Depla heeft al laten weten dat hij zich voorlopig niet laat zien in talkshows. ‘Als goede bestuurders moeten wij het voorbeeld geven’, motiveerde hij zijn besluit. Het is te vrezen dat dit goede voorbeeld te weinig navolging zal vinden, ijdeltuiterij overheerst immers bij het Nederlandse artiestenbestand en inmiddels ook bij een substantieel aantal virologen.