Deze week in Mezza, de zaterdagbijlage van het AD en dus ook van BN/DeStem, een groot interview met Leonne Stentler, een 38-jarige vrouw die eens heeft gevoetbald, niet eens op hoog niveau,
en door Studio Sport om nooit opgehelderde redenen is aangetrokken om de Eredivisie-uitzendingen van nietszeggend commentaar te voorzien. Haar optreden werd door Johan Derksen direct de grond
in geboord en hij vroeg zich publiekelijk in de veilige thuishaven van Vandaag Inside af of ze niet thuis een afwasje te doen had op dit tijdstip.
Het interview in Mezza wordt ingeleid met een column van chef redactie Mark Roos die al tijden de 'tijdelijk afwezige Sara van Gorp' vervangt. Wat daarmee aan de hand is, heeft Mezza nooit
opgehelderd. Er zijn bij Mezza echter wel meer hoofdredacteuren met stille trom vertrokken. Dan ga je je toch afvragen wat zich daar achter de coulissen heeft afgespeeld. Wellicht doet Mark
Roos daar ook nog eens een boekje over open.
Boven zijn column van deze week staat de volkomen misplaatste kop 'Game, Set & Match voor Leonne'. Hoezo dat? Mevrouw Stentler heeft een foto op Instagram geplaatst waarop ze met
Sorbo-handschoenen (sluikreclame dus) de afwas doet, vergezeld van de tekst 'Nog even snel afwassen voor dat de Europa League begint'. 'Zo doe je dat dus', concludeert Mark Roos. Nee Mark, zo
doe je dat niet, game, set & match bouw je al dan niet langzaam op. Met een simpel one-linertje dat nogal voor de hand ligt, scoor je figuurlijk geen punten. Doordat Derksen zijn pijlen
op een vrouwelijke analist richt, wordt hem natuurlijk weer 'sektistisch gedrag' voor de voeten geworpen. Dat is niet terecht. Derksen is even genadeloos voor de rest van het leger der
nutteloze ex-voetballers die er met hun simpele commentaartjes lustig op los bij schnabbelen. Er is maar één ding erger dan een sprekende analist, een zingende analist in een Jumbo-reclame.
De treurbuis verandert plotsklaps in een terreurbuis wanneer Wesley Sneijder zijn 'zangkwaliteiten' etaleert. 'Het gaat niet goed met die jongen', om wijlen Adelè Bloemendaal te citeren.
Sinds Wesley niet meer voetbalt, is zijn inkomstenbron vrijwel opgedroogd. En dan ga je rare- en nutteloze dingen doen. Marco van Basten, eens de duurste WAO-er ter wereld met een jaarinkomen
van 5 miljoen (toen nog) gulden met dank aan AC Milan, liet in een voetbalkletsprogramma met een hoog gaap-gehalte heel arrogant weten 'niets te hebben voorbereid'. Huiswerk maken is voor
zijn gevoel kennelijk niet inbegrepen in die paar duizendjes die hij voor ieder 'analistisch' optreden mag incasseren. Ik zie die reclame-grijphandjes van eveneens wijlen Rijk de Gooier nog
zo voor me. Alleen Kenneth Perez vindt genade in Derksens ogen, en Rafael van der Vaart wordt door 'de snor' nog net gedoogd. Het zal allemaal wel, maar mijn punt is dit: over voetballen moet
je niet lullen, maar naar kijken. NPO, beperk je verslaggeving van het EK Voetbal vrijwel uitsluitend tot de wedstrijdverslagen en gebruik de vrijgekomen zendtijd voor iets wezenlijks, zoals
mooie theatervoorstellingen, boeiende concerten, de betere films en documentaires met inhoud. Voorbeelden te over. Een toneelstuk zou ook wel weer eens wenselijk zijn, want toneelliefhebbers
zijn al decennia lang een ondergeschoven kindje bij de NPO. En dat mag allemaal uitgezonden worden van - jawel, Angela de Jong- onze belastingcenten!
Leuk hoor, wethouder Sanneke Vermeulen die in rap tempo allerlei artwinkeltjes opent om zodoende wat meer kleur aan de Roosendaalse binnenstad te geven. Zo is de
voormalige AH in winkelcentrum De Roselaar omgebouwd tot een 'Be-Your-Selfie'-traject. Leuk om een keertje te ondergaan, maar - hoe goed bedoeld ook- de gemiddelde inwoner van Roosendaal
heeft daar niet zoveel aan. Die is meer gebaat bij echte voorzieningen voor de lange termijn.
Zo moet de binnenstad het al bijna (8 juli 2023 sloot de AH in De Roselaar de deuren) het zonder supermarkt stellen. Na diverse verwoede pogingen ondernomen te hebben om supermarkt Nettorama
(met een vestiging in Bergen op Zoom, in Roosendaal nog niet vertegenwoordigd), en de gemeente Roosendaal met elkaar in contact te brengen, zijn beide partijen eindelijk rond de tafel gaan
zitten. Tot tastbare resultaten heeft dit echter voor zover mij bekend nog niet geleid. Ik heb allereerst getracht Nettorama te interesseren voor een ruime plek op het braakliggende
Permekeplein, maar die werd door deze super te klein en te krap bevonden. Er is sprake van een grote herontwikkeling van de nabije Rembrandtgalerij en wellicht biedt dat wel mogelijkheden.
Ook daar zit Nettorama op een redelijke afstand van de A58, richting Bergen op Zoom, Antwerpen en Breda, wat voor deze super een absolute vestigingsvoorwaarde is.
Onze nieuwe burgemeester Mark Buijs liet dinsdag bij zijn installatie in De Kring weten dat hij met zijn gezin op korte termijn in Stadsoevers gaat wonen. Het is voor hem en de andere
(toekomstige) bewoners te hopen dat er daar dan eindelijk goede winkelvoorzieningen worden gerealiseerd. Nu moeten ze nog de gang over 'De Schuiven' maken om in hun boodschappen te voorzien.
Daarmee is het probleem van de supermarktloze binnenstad natuurlijk nog niet aangepakt. In logistiek opzicht zou het centrum het best gediend zijn met de herontwikkeling van het al jaren
leegstaande Biggelaar-complex. De benedenverdieping zou dan net als in de 'goede oude tijd' van Jan Bruins (begin jaren negentig) ingeruimd kunnen worden voor een supermarkt. Een ideale
mogelijkheid om de LIDL of nog beter Dirk van de Broek ook naar de binnenstad van Roosendaal te halen. De bovenverdieping zou aangewend kunnen worden voor een voorziening die het centrum ook
al (te) lang ontbeert, namelijk een kringloopwinkel in combinatie met een fietsreparatiewerkplaats.
Deze werkplaats moet dan een opleidingslokaal worden voor baanloze mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die daar dan opgeleid kunnen worden voor het mooie vak van fietshersteller,
fietsenmaker in de volksmond. Fietsenmakers zijn er nauwelijks meer in Roosendaal, met name in het centrum, en mede vanwege het financiële aspect is dit de juiste route om deze doelgroep weer
aan het werk te helpen. De weinige commerciële fietsenmakers die er nog zijn, hanteren tarieven die voor veel inwoners met een kleine beurs te hoog zijn gegrepen.
De WVS leek mij in eerste instantie de aangewezen partner om dit project te realiseren, maar uit een leerzaam en aangenaam verlopen gesprek dat ik afgelopen week met directeur Jos Koopman
mocht hebben, bleken daar onneembare haken en ogen aan te kleven. We kwamen tot de conclusie dat het misschien zinvol is om bij kringloper Simple aan te kloppen met dit sociale werkproject.
Simple heeft in de hoofdvesting aan De Borchwerf al een fietsreparatiewerkplaats, waar momenteel fietsen uitsluitend worden opgeknapt voor de verkoop. Het is dus maar een kleine stap voor
Simple om de werkzaamheden uit te breiden met herstelwerkzaamheden, geheel ten bate van de consument met een beperkt budget.
Een win-win-situatie dus. De binnenstad beschikt dan over een aantrekkelijke winkelvoorziening waar het altijd gezellig snuffelen is, en waar je dan ook nog eens je lekke fietsband tegen een
scherpe prijs kunt laten vervangen. Ik heb van PvdA-raadslid Paul Klaver begrepen dat het Fractiehuis aan de Bloemenmarkt ook al geruime tijd leeg staat, dus wellicht liggen daar ook
mogelijkheden voor een FIETS UM D'R IN'.
Met alle respect voor Sanneke Vermeulen, maar dit zijn voorzieningen waar de burgers echt bij gebaat zijn, hoe leuk die art-winkeltjes dan ook mogen ogen. Ik heb het projectplan inmiddels
voorgelegd aan de directie van kringloper Simple. Wordt dus zeker vervolgd!
Zo trots als een pauw zat hij daar in de Collegekamer een dag na het koninklijk bezoek van de prille vorst Willem-Alexander en Maxima in 2013 aan Roosendaal. Slechts enkele maanden daarvoor
was 'de heer Van Buren' in Amsterdam geinstalleerd als zevende vorst sinds 1813 van het Koninkrijk der Nederlanden. Een uitnodiging van toenmalig burgemeester Jacques Niederer om binnen
afzienbare tijd een bezoek te brengen aan Roosendaal kreeg zowaar een positieve respons.
In de praktijk bestond dat koninklijk bezoek slechts uit een kort wandelingetje over de Markt en een snelle aubade op het bordes van het Raadhuis. Dat duurde alles bij elkaar veel korter dan
de eerste koninklijke visite, afgelegd door Lodewijk-Napoleon in 1809. Deze nam in de middaguren ruim de tijd voor een openbaar spreekuur, waarbij alle boeren, burgers en buitenlui van harte
welkom waren. Elders in de provincie werd Lodewijk door enkele prostituées gevraagd de plaatselijke kazerne uit te breiden om zodoende meer militaire klandizie te genereren. Niet bekend is of
Lodewijk deze hete wens heeft gehonoreerd en of hij een soortgelijk verzoek in Roosendaal kreeg voorgelegd. Gezien het boerenkarakter van 'ons stadje' is dat echter niet waarschijnlijk.
In het Raadhuis, destijds tevens Stadhuis, ontving de koning op 1 mei 1809 vertegenwoordigers van zowel de katholieken als de hervormden. Met een koningssteuntje van 13.000 florijnen (waarvan
3000 uit Lodewijks eigen zak) kon het huidige kerkgebouwtje met kosterswoning aan de Bloemenmarkt worden gerealiseerd. Dat was nog eens wat. Een koning die kwam on te geven. Alle Oranjes na
hem hebben alleen maar genomen.
Willem-Alexander kwam 204 jaar later met lege handen en vertrok met tal van Roosendaalse cadeaus naar de volgende halteplaats, in de wetenschap (of niet) dat zijn bliksembezoekje de
Roosendaalse belastingbetaler ruim 150.000 euro aan beveiliging had gekost. Daar wilde Jacques Niederer het 'the day after' maar liever niet over hebben. Hij onderstreepte slechts hoe
waardevol en grote historische betekenis de komst van Willem-Alexander is geweest voor de gemeente.
Dan had hij toch buiten de waard, of liever gezegd twee kritische journalisten gerekend. In het aansluitende vragenuurtje ging het tot Niederers toenemende ergernis voornamelijk over de
kostenpost beveiliging. 'Maar wat wil je dan, Jaap', riep hij toen het kookpunt was bereikt. 'Een president met alle toeters en bellen. Kost dat dan niets?' 'Nee', antwoordde ik rustig. 'Mits
je het verstandig regelt, kost een staatshoofd - hoe je hem ook noemt- inderdaad niets extra's. Het alternatief is even simpel als logisch. Maak de premier automatisch staatshoofd. Dan is de
hele monarchie in één klap overbodig. De premier wint daarmee aan prestige in Europa en kan dan op voet van gelijkheid in gesprek treden met bij voorbeeld president Macron van Frankrijk'.
Ik verwees Niederer aansluitend naar het boek 'Grondwet van de Republiek Nederland' (2004) van een vijftal auteurs, waarin gedetailleerd wordt uiteen gezet hoe dit proces vorm kan krijgen.
Niederer toonde zich echter allerminst geinteresseerd en verklaarde de persconferentie met een harde klap voor beëindigd. Sindsdien heb ik nooit meer een uitnodiging voor een gemeentelijke
persconferentie gekregen, ook niet onder Han van Midden, hoewel dat wel was toegezegd.
De reis van koning Lodewijk door Brabant en Zeeland in 1809 is nauwkeurig beschreven door mijn collega-freelance-journalist Hans van den Eeden in het boek 'Leve de koning'. Lodewijks bezoek
aan Roosendaal werd in 2009 onder meer herdacht met het grote Lodewijkspektakel in de St. Jan (toen nog cultuurkerk), als hoofdbestanddeel van de viering van '200 Jaar Stadsrechten'.
Magazine Mezza, de zaterdagbijlage van het AD en dus ook van BN/De Stem, is deze week voor een belangrijk deel gewijd aan het immer dolgelukkige huwelijkspaar Freek en Hella de Jonge. Dit
jaar, 2024, is voor hen het jaar van de ronde getallen. Ze worden respectievelijk 80 en 75. Het is vijftig jaar geleden dat hun jongste kind York stierf en het is al weer tien jaar geleden
dat ze wel heel vroeg afscheid moest nemen van een kleinkind. Maar de liefde voor elkaar zal alle rampen tot hun laatste snik blijven doorstaan', zo zweren ze bijna plechtig.
Al lezend constateerde ik dat 2025 voor mij ook zo'n jaar belooft te worden. Ik zit dan 30 jaar in de journalistiek, mijn broer Gerard viert zijn 70-e verjaardag, het is 45 jaar geleden dat
ik afscheid nam van mijn laatste Zuid-Hollandse werkgever Verhoeff Handelmij en aansluitend als boekhouder aan de slag ging bij Bic-Benelux in Roosendaal. Maar bovenal is 2025 het jaar waarin
het veertig jaar geleden (1985) is dat mijn laatste hond Kassie zijn laatste adem uitblies. De dierenarts had nog geprobeerd het dier er met een krachtige injectie bovenop te helpen, maar
enkele uren later nam het Mechelse teefje met een forse ademstoot toch afscheid van het aardse bestaan.
Kassie was een dier met bijzondere eigenschappen. Vaak had ik het gevoel dat zij mij letterlijk kon verstaan. Ik hoefde na iedere vriendelijk begroeting maar te zeggen: waar is je balletje?,
ga je balletje pakken, en weg was ze. Om enkele tellen later al kopschuddend met het blauwe balletje aan te komen zetten. Nadat ik het ouderlijk huis had verlaten, kwamen mijn ouders vaak met
Kassie bij mij thuis op de koffie. Honden en katten mogen dan wel net zo van elkaar verschillen als Mars en Venus, één ding hebben ze gemeen. Ze blijven het liefste thuis. Je doet Fikkie en
Tijgertje absoluut geen plezier door ze mee op visite te nemen. Kassie was daar geen uitzondering op. Als mijn ouders naar haar zin te lang bleven plakken, nam ze haar halsband in de bek en
ging ze pal voor mijn ouders zitten alsof ze wilde zeggen: het wordt tijd dat we eens op eigen huis aangaan.
Mijn moeder heeft me veel later wel eens verteld dat Kassie waarschijnlijk een vriendin van haar het leven heeft gered. Wat was het geval? Die vriendin was een keer bij haar op bezoek, Kassie
was zoals immer haar vriendelijke zelf. Zoals gebruikelijk rook ze eerst aan de handen van de visite, de liefde van een hond begint nu eenmaal bij de neus, maar toen ze haar kop oprichtte in
de richting van het gezicht van de vriendin, begon Kassie ter hoogte van haar borsten plotseling angstvallig te janken. Mijn moeder probeerde de hond zachtjes weg te duwen, maar even later
kwam ze weer aanzetten en aangekomen bij de vriendin verviel Kassie opnieuw in een hondse huilbui. De argwaan van beide vrouwen was toen wel gewekt. Bij het afscheid verzekerde de vriendin
mijn moeder dat ze de volgende ochtend even langs zou gaan bij haar huisarts. Het zal wel niks zijn, maar je kunt nooit weten, zo sprak ze zichzelf moed in. Een paar dagen later belde ze mijn
moeder om verslag te doen van haar bevindingen. 'Ik ben jouw Kassie eeuwig dankbaar', klonk het opgelucht door de telefoon. 'De dokter vertrouwde het ook niet en stuurde me door naar het
ziekenhuis voor onderzoek. Daar kwam al snel aan het licht dat ik een lichte vorm van kwaadaardige borstkanker onder de leden had. Nou mevrouw, zei de behandelend arts, het is maar goed dat u
er snel bij bent. Als het gezwel verder was voortgewoekerd zou het er zorgwekkend uit hebben gezien. Nu valt het nog goed te behandelen'. Bij haar eerstvolgende visite was vriendin niet weg
te slaan bij Kassie. Tot haar grote opluchting was er van huilend janken geen sprake meer. Kassie was gewoon weer haar lieve hondse zelf.
Nu mijn ouders er ook niet meer zijn, heb ik naast diverse foto's van de hond twee tastbare herinneringen die ik bijzonder koester: Kassie's hondenriempje en het blauwe balletje waarin haar
tandafdrukken nog goed zichtbaar zijn. Kassie's mooiste foto hangt boven mijn laptop. Als ik aan het werk ben, en even omhoog kijk, moet ik zoveel jaren later nog steeds vaak een traantje weg
pinken. Zo ook deze keer!