(Wilfred Genee ging er deze keer eens extra goed voor zitten en keek recht in het beteuterde gezicht van Jan Boskamp). Tsja Jan, ik kan het niet mooier maken en zeker niet leuker. Een
0-5-overwinning voor Ajax, met een glansrol voor Johan van Oldenbarnevelt, en die uitslag is volgens velen nog geflatteerd ook. Hoe hard is deze klap bij jou aangekomen?
JB: Nou, in ieder geval veel harder dan ik hebben kan. Hoe is het toch mogelijk? (retorisch) Waarom worden dit soort jochies altijd in de omgeving van Amsterdam geboren en nooit in
Rotterdam?
WG: Valt toch wel mee. Coen Moulijn, Wim Jansen, Robin van Persie. Hoewel, is Van Persie wel een geboren Rotterdammer. Dat zal ik zo wel ingefluisterd krijgen via mijn oortje. (wordt op
zijn wenken bediend), Ja hoor, Robin van Persie is een rasechte Rotterdammer, geboren op 6 augustus 1983.
JB: (lacht weer schamper) Tsja, Wilfred, met alle respect hoor, maar Wimpie, Coentje en Robin zijn toch wel van een andere orde dan Cruijffie en deze ….eeeuuuhh…Van Oldenbarnevelt. Moet nog
steeds aan die naam wennen, ook al staat het standbeeld van zijn voorvader pal naast het Stadhuis op de Rotterdamse Coolsingel. Met pijn in mijn Rotterdamse hart moet ik direct toegeven dat die
0-5 nog geflatteerd is. Bij de 0-4 in de rust dacht ik dat we in de tweede helft helemaal door het ijs zouden zakken. Logisch dat die Ajacieden al snel TIEN-TIEN-TIEN begonnen te brullen.
JD: (Johan Derksen mengt zich in de discussie, nooit te beroerd om nog wat extra zout in de wond te strooien). Jan, ik kan me niet herinneren dat Feyenoord thuis ooit op zo’n vernederende manier
door Ajax op zijn nummer is gezet. Als het een echte Romeinse veldslag was geweest, stond er geen enkele gladiator van Feyenoord nog recht overeind. De verdediging werd telkens volkomen
overlopen en daarom verbaast het mij ook dat de Rotterdammers er nog zo genadig vanaf zijn gekomen.
WG: Renè, in hoeverre was dit de wedstrijd Feyenoord – Johan van Oldenbarnevelt?
RvdG: Nou kijk ouwe reus, geen enkele voetballer of hij nou Messi, Ronaldo, Cruijff of Maradona heet, kan de klus in zijn eentje klaren. Voetbal blijft hoe dan ook een teamsport. Maar wat
heb ik genoten van dat ventje. Drie doelpunten en wat voor doelpunten, plus twee beslissende assists, en nog nauwelijks droog achter zijn oren. Ik kan daar met mijn Paasei niet bij. Ik denk dat
Ajax heel snel alle financiële zeilen bij moet zetten om dat jochie voor de club te behouden.
JD: Ik denk dat de telefonistes van Ajax vandaag suf gebeld zijn. Manchester United, Manchester City, Liverpool, Real Madrid, Barcelona, diverse Chinese- en Amerikaanse clubs wellicht, ze hebben
zich ongetwijfeld allemaal gemeld. En dan te bedenken dat die jongen bij Ajax nog lang niet bij de grootverdieners hoort. Hij zal best wel wat meer krijgen dan een koelkastcontractje, maar als
Ajax verstandig is – als ze het al niet hebben gedaan- zitten ze nu met hem en zijn zaakwaarnemer rond de tafel. Aan de andere kant moeten wij nuchtere analisten zich niet gek
laten maken. Eén superwedstrijd maakt van een speler niet ineens een wereldster. Al zie ik op dit moment niet in hoe het met die jongen nog verkeerd kan gaan. Mits hij zich normaal blijft
gedragen en geen tweede Ziyech wordt.
WG: Wil je hem ondanks je nuchtere natuur al ergens plaatsen in het bekende rijtje Cruyff, Maradona, Pele, Messi, Ronaldo?
JD: Wat zeg ik nou net, WILFRIED. Laten we het eerst maar een tijdje aanzien. Om zich echt in de kijker te spelen, moet hij ook internationaal gaan presenteren. Daar krijgt Johan binnenkort
alle gelegenheid voor. Laten we hem dus op zijn daden beoordelen.
WG: Maar ik neem wel aan dat jij hem adviseert nog een tijdje bij Ajax te blijven, wat er ook gebeurt?
JD: BEDEEN! (haakt in op een klein spraakgebrekje, onlangs opgemerkt door een oplettende kijker). Eerst bij Ajax maar eens een grote meneer zien te worden, dat is ook veel beter voor zijn
marktwaarde.
Johan keek naar het programma in het gezelschap van zijn vader, Johan Senior. Van beroep theaterrecensent bij een van de drie (zelfbenoemde) kwaliteitskranten. In zijn ogen mag alleen het NRC
zich zo noemen. Dat is helaas voor hem niet zijn werkgever. Een beetje frustratie was dus al lang onderhuids aanwezig. Dat knagende gevoel van onbehagen groeide in enkele dagen uit tot een helse
tumor toen zijn werk van de ene op de andere dag volledig kwam stil te liggen door toedoen van mister Corona.
Op dinsdag 10 maart leek er nog geen vuiltje aan de lucht te zijn. Johan senior had die avond de toneelvoorstelling ‘Enkele Reis’ bezocht in Stadsschouwburg De Maagd in Bergen op Zoom. Op de
première-avond was hij verhinderd, maar omdat hij per se Trudy Labij, Wieteke van Dort en vooral Bram van der Vlugt aan het werk wilde zien, was hij ’s middags al vroeg afgezakt naar historisch
West-Brabant. Net als de acteurs wilde hij de files voor zijn. ‘Anders kom je zo verzenuwd binnen’, had Johan Senior ooit opgetekend in een interview met Lenny Kuhr. Een zeer wijze raad wat hem
betreft. Alvorens het oog op een knus en gezellig restaurantje te laten vallen –de liefde voor toneel gaat immers ook gedeeltelijk door de maag- besloot hij een stadswandeling te maken door de
historische binnenstad van Bergen op Zoom. Het was al weer geruime tijd geleden dat hij voet had gezet in stadspaleis Markiezenhof. Dat was ter gelegenheid van de overzichtstentoonstelling van
tekenaar Peter van Straaten. Heel wat jaartjes terug dus al weer. Hij keek op het bordje naast de entree. Nog ruim een uur geopend. Dat is net genoeg voor een bevredigende aha-erlebnis, al voelt
hij zich bij zo’n strakke planning altijd wat opgejaagd. Met een verrukt gevoel liep hij door de gangen en kamers waar eeuwen geleden de Markiezen zich tegoed deden aan de vele geneugtes
van dat hofleven.
Het restaurant dat na zorgvuldige weging zijn goedkeuring kon wegdragen bleek eveneens de hooggespannen verwachtingen nog te overtreffen. ‘Proost meneer de hoofdredacteur, op uw kosten en op uw
gezondheid’, hief hij het glas richting overige aanwezigen. Dat was zijn manier om te laten merken dat hij het goed met zichzelf getroffen had. Het leven lachte Johan Senior nog steeds toe.
Ondanks dat Mister Corona zijn komst reeds in Italië uitgebreid had aangekondigd, ging in Nederland alles nog zijn gewone gangetje. In De Maagd genoot hij aansluitend van de zwanenzang van de
drie oude rotten in het vak. ‘Jammer dat al dit moois zo vergankelijk is. Een hoop van die moderniteiten mogen wat mij betreft vandaag nog van de aardbodem verdwijnen. Acteurs als Trudy Labij,
Bram van der Vlugt en Wieteke van Dort zouden tot het openbaar kunstbezit moeten behoren. Levend en wel uiteraard. ‘Ik zou je het liefste in een doosje willen doen en dan telkens even kijken,
heel voorzichtig even kijken’, zong Johan Senior heel zachtjes voor zich uit. In de jaren vijftig sloeg de overleden acteur Donald Jones in de jaren vijftig de spijker op zin kop in het
legendarische televisieprogramma ‘Pension Hommes’; een van de eerste goed bekeken comedy’s.
Dit zou zo ongeveer de opening worden van zijn verslag. Aan het woord ‘recensie’ had Johan een gruwelijke hekel. Liever sprak hij van kroniekjes, omdat hij zijn verslag zelden beperkte tot de
voorstelling. Toevallige ontmoetingen met (oude) bekenden en opvallende akkefietjes rond het gebodene nam hij daar ook graag in mee. Op de weg terug naar Amsterdam vielen de puzzelstukjes steeds
gedetailleerder in elkaar. Thuisgekomen hoefde hij die grote lijnen alleen nog maar uit te werken. Die lijnen sprak hij veiligheidshalve vast in op een recordertje. Om die reden hield Johan ook
zo van lange nachtelijke avondritten. De geest vrijmaken en puzzelen maar. Het verstand ging daarbij absoluut niet op nul. Dit waren voor hem de meest wakkere momenten van de dag. Hij voelde zich
dan een echte ‘Rider in the Storm’. Meestal zette hij dit nummer van The Doors op om zijn gedachtengang extra te stimuleren. Deze nacht had hij daar geen behoefte aan. Hij wist zich geestelijk
voldoende gesterkt door de korte, onverwachte ontmoeting met Bram van der Vlugt achteraf. Nippend aan een glas rode wijn zag hij de meester plotseling voorbij komen en het was eruit voordat
hij het goed en wel besefte: Dag Bram, heb je wellicht even een paar minuutjes voor me?, klonk het vlotjes. De heren kenden elkaar van eerdere ontmoetingen. Van der Vlugt moest echter toch even
nadenken eer hij besefte met wie hij de eer had. Het gesprekje was goed voor een paar pittige uitspraken die hij gemakkelijk in zijn verslag kon verwerken.
Thuisgekomen zag hij in de laten herhaling van het NOS-Journaal hoe Mark Rutte en Jaap van Dissel van het RIVM plechtig beloofden geen handen meer te schudden. Ze riepen het volk op dit voortaan
ook niet meer te doen. De persconferentie werd echter verrassend genoeg afgesloten met een ferme handdruk tussen de twee toonaangevende gezichten van wat vanaf enkele dagen later de Coronacrisis,
oftewel covid-19, zou gaan heten. ‘Echt weer iets voor Rutte’, lachte Johan, toen de premier wat schutterig probeerde zijn handdruk ongedaan te maken. ‘Macht der gewoonte’, recenseerde hij in de
geest. Johan Senior controleerde nog even of alles goed was met Johan Junior die al lang op één oor lag. Daarna sliep hij snel in, zich al verheugend op het verslag dat hij ‘s ochtends zou
schrijven en de vele mooite voorstellingen die in het laatste gedeelte van het theaterseizoen nog in het verschiet lagen. Hij sliep die nacht de slaap der onwetenden, onkundig van het feit dat
hij de theaters lange tijd niet meer van binnen zou zien.